“Wij hebben uw e-mail van vandaag, 30 december 2019, in goede orde ontvangen. Tot onze grote verbazing gaat u – ondanks ons herhaaldelijke verzoek – opnieuw niet inhoudelijk in op de gebeurtenissen tijdens het spreekuur bij de bedrijfsarts op 12 december 2019. Dat betekent dat wij, bij onze afweging om u op staande voet te ontslaan, uw verklaring c.q. visie ten aanzien van de gebeurtenissen tijdens het spreekuur bij de bedrijfsarts niet hebben kunnen meewegen. Wij betreuren dit, maar gezien het feit dat wij u (herhaaldelijk en tevergeefs) verschillende mogelijkheden hebben geboden om mondeling dan wel schriftelijk uw kant van het verhaal te vertellen en u deze mogelijkheden steeds onbenut heeft gelaten, zijn wij genoodzaakt de knoop door te hakken zonder uw kant van het verhaal daarin te betrekken. Naar aanleiding van het spreekuur bij de bedrijfsarts op 12 december 2019, heeft de bedrijfsarts ons aangegeven dat zij u niet langer wenst te begeleiden. Tevens hebben wij van de directeur van De Bedrijfspoli een schrijven ontvangen dat geen van de medewerkers (dus ook bedrijfsartsen van De Bedrijfspoli u nog willen begeleiden in het kader van uw re-integratie. Op basis van de terugkoppeling(en) van De Bedrijfspoli en (mondelinge + schriftelijke) verklaringen van derden, waaruit volgt dat tijdens het spreekuur op 12 december 2019 sprake is geweest van (verbale) agressie, zijn wij tot de conclusie gekomen dat tijdens het spreekuur met de bedrijfsarts op 12 december 2019 opnieuw sprake is geweest van onaanvaardbaar agressief gedrag, ditmaal jegens de bedrijfsarts.
Ook gezien de eerdere gebeurtenissen met (verbale en fysieke) agressie van uw kant tijdens een bespreking op 12 november 2019 met [manager 2 bij Siza] en [werknemer Siza] (waarvoor u op 14 november 2019 een schriftelijke waarschuwing hebt gehad), zijn wij van mening dat uw agressieve gedrag niet langer zonder consequenties kan blijven. Voor ons als werkgever is agressief gedrag, zowel fysiek als verbaal, volstrekt onacceptabel. Agressief gedrag is in strijd met de kernwaarden waar wij als Siza voor staan en wordt door ons niet getolereerd. Om die reden kan uw agressieve gedrag – zoals gezegd – niet zonder gevolgen blijven. Wij beschouwen uw gedrag als dringende reden voor ontslag op staande voet.
Echter, gezien de ernstige (financiële) consequenties van een ontslag op staande voet, zijn wij bereid aan u een laatste kans te bieden om een ontslag op staande voet te voorkomen door met u – onder bepaalde voorwaarden – een beëindigingsregeling te treffen. Door middel van bijgevoegde vaststellingsovereenkomst bieden wij aan u een laatste kans om een ontslag op staande voet te voorkomen, zodat u uw uitkeringsrechten (WW) kunt veiligstellen.
Daarbij geldt in aanvulling op de voorwaarden uit de vaststellingsovereenkomst de uitdrukkelijke voorwaarde dat u zich, voor de in de vaststellingsovereenkomst genoemde einddatum van 1 april 2020, schriftelijk hersteld dient te melden bij ons, anders is het volgens de regels van het UWV niet mogelijk om aanspraak te maken op een WW-uitkering.
Zoals u ook in eerdere correspondentie kenbaar is gemaakt, wil ik nogmaals benadrukken dat het raadzaam is om u juridisch bij te laten staan. Let wel, indien u op woensdag 8 januari 220 om 12:00 uur bijgevoegde vaststellingsovereenkomst niet hebt ondertekend, dan ontslaan wij u op dat moment op staande voet, met alle consequenties van dien.
Wij vertrouwen erop dat u het niet zo ver zult laten komen en zijn in afwachting van de door u ondertekende versie van de vaststellingsovereenkomst.”