Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met producties 1 tot en met 6, ingekomen op 7 november 2019;
- het exploot van betekening d.d. 12 november 2019;
- het verweerschrift, tevens houdende zelfstandige verzoeken, met producties 1 tot en met 8, ingekomen op 24 december 2019;
- het verweerschrift naar aanleiding van de zelfstandige verzoeken, met producties 7 tot en met 10, ingekomen op 14 januari 2020;
- de brief van de zijde van de man van 15 mei 2020;
- het verweerschrift tegen de zelfstandige verzoeken, tevens aanvullend verzoek, met producties 9 tot en met 13, van de zijde van de vrouw, van 28 mei 2020;
- het F9-formulier, met producties 11 tot en met 27, van de zijde van de man van 2 juni 2002.
2.De feiten
- één keer per twee weken van zaterdagochtend 09:30 uur tot dinsdagavond 19:30 uur;
- in de andere week van maandag(middag uit school) tot dinsdagavond 19:30 uur;
- de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij [kind] :
- in de even jaren de meivakantie in de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man verblijft en in oneven jaren omgekeerd;
- in de even jaren in de kerstvakantie de eerste week bij de vrouw en tweede week bij de man verblijft en in oneven jaren omgekeerd.
- in 2019: kerstavond bij de vrouw, 1e kerstdag 2019 bij de man, 2e kerstdag 2019 bij de vrouw, oudejaarsavond bij de vrouw.
3.De beoordeling
- de vaststelling van de hoofdverblijfplaats van [kind] ;
- de regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: de zorgregeling);
- de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de [kind] ;
- de bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw;
- de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van partijen.
- één keer per twee weken van zaterdagochtend 09:30 uur tot dinsdagavond 19:30 uur;
- in de andere week van maandag(middag uit school) tot dinsdagavond 19:30 uur.
- gedurende de kerstvakantie verblijft [kind] in de even jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man; in de oneven jaren verblijft [kind] de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw;
- op eerste kerstdag verblijft [kind] in de even jaren bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man;
- op tweede kerstdag verblijft [kind] in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- met oud en nieuw verblijft [kind] in de oneven jaren bij de vrouw met een gelegenheidsmoment op nieuwjaarsdag met de man en in de even jaren bij de man met een gelegenheidsmoment op nieuwjaarsdag met de vrouw;
- de vrouw heeft in de oneven jaren eerste keus, die ze uiterlijk december in het voorafgaande jaar met de man zal communiceren;
- de man heeft in de even jaren eerste keus, die hij uiterlijk december in het voorafgaande jaar met de vrouw zal communiceren;
- [kind] verblijf in de even jaren eerste Paasdag bij de man en de oneven jaren bij de vrouw;
- [kind] verblijft in de even jaren tweede Paasdag bij de vrouw en de oneven jaren bij de man;
- [kind] verblijft eerste pinksterdag in de oneven jaren bij de vrouw en in de even jaren bij de man;
- [kind] verblijft tweede pinksterdag in de oneven jaren bij de man en in de even jaren bij de vrouw;
De zorgregeling
De vakanties en feestdagen
De hoofdverblijfplaats
laatstedrie jaren wordt uitgegaan, zodat schommelingen in goede en minder goede jaren bij de draagkrachtberekening worden betrokken. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en ook de winst uit 2016 te betrekken bij haar berekening, mede gelet op de verklaring van de man dat er sprake was van een uitzonderlijk goed jaar in een werkveld waarin hij thans niet meer werkzaam is. De rechtbank ziet evenmin aanleiding uit te gaan van een fictieve winst over het jaar 2020, nu niet is vast te stellen dat de onderneming van de man winstgevender zal zijn dan het gemiddelde over de afgelopen drie jaren. De rechtbank zal daarom uitgaan van de gemiddelde winst over de jaren 2017, 2018 en 2019.
- de (voormalig) echtelijke woning, staande en gelegen aan de [adres] en daaraan gekoppelde hypothecaire geldlening afgesloten bij de ABN AMRO bank;
- de bank-, spaar- en beleggingsrekeningen
- de inboedel;
- de auto’s;
- de ondernemingen van partijen;
- de inkomstenbelasting.
De lasten echtelijke woning
Niet in geschil
In geschil: de en/of rekening genoemd onder f.
- het verzekeringspakket van € 151,62 per maand (minus het deel dat ziet op de autoverzekering van de vrouw);
- de overlijdensrisicoverzekering van € 23,54 per maand;
- de overboeking naar de spaarrekening van [kind] van € 64 per maand.
In geschil: de beleggingsrekening genoemd onder k.
- de spiegel boven de haard in de woonkamer;
- de helft van de wandtegels (woon- en badkamer);
- de leren bol poef in de Serre;
- de helft van de zilveren bestekcassette uit de servieskast;
- de hanglamp uit de kamer en suite.
Inboedellijst
Wandtegels, spiegel, poef, zilveren bestekcassette, hanglamp en spullen van [kind]
Overbedeling?
Concluderend
- de spiegel boven de haard in de woonkamer;
- de helft van de wandtegels, waarbij partijen om de beurt een tegel mogen uitkiezen, waarbij de vrouw eerste keus heeft;
- de leren bol poef in de Serre;
- de helft van de zilveren bestekcassette uit de servieskast;
- de hanglamp uit de kamer en suite.
- de Peugeot met een getaxeerde waarde van € 4.750;
- de BMW met een getaxeerde waarde van € 1.000.
4.De beslissing
- de ene week van maandagochtend tot maandagochtend van de daarop volgende week bij de man verblijft en
- de andere week van maandagochtend tot de daarop volgende week bij de vrouw;
- gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij [kind]
- gedurende de schoolvakanties die één week duren de ene helft van die vakantie bij de ene ouder en de andere helft bij de andere ouder zal verblijven, waarbij het wisselmoment op de woensdagmiddag 12.30 uur zal zijn en waarbij hij de eerste helft van de vakantie zal verblijven bij degene bij wie hij het daaraan voorafgaande weekend ook heeft verbleven;
- gedurende de schoolvakanties die twee weken duren, Pinksteren, Hemelvaart en Koningsdag zal de co-ouderschapsregeling door blijven lopen;
- gedurende de zomervakantie drie weken bij de vrouw en drie weken bij de man zal verblijven, waarbij de vrouw in de oneven jaren eerste keus heeft, die ze uiterlijk december in het voorafgaande jaar met de man zal communiceren en de man in de even jaren eerste keus heeft, die hij uiterlijk december in het voorafgaande jaar met de vrouw zal communiceren;
- op kerstavond, eerste kerstdag en eerste Paasdag bij de vrouw zal verblijven en op tweede kerstdag en tweede Paasdag zal hij bij de man verblijven;