Uitspraak
VDU Detachering B.V.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert de eiser, een voormalig werknemer van VDU Detachering B.V., betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld na het beëindigen van zijn arbeidsovereenkomst. De eiser was in dienst van VDU van 21 november 2018 tot 30 september 2019, maar stelt dat hij op 16 augustus 2019 zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd en dat hij tot die datum vrijgesteld was van werkzaamheden met behoud van salaris. VDU betwist deze opzegging en stelt dat de arbeidsovereenkomst op 9 augustus 2019 per direct is beëindigd. De eiser vordert een bedrag van € 4.104,00 bruto aan achterstallig salaris en vakantiegeld, alsook een bedrag van € 2.300,50 netto dat ten onrechte is ingehouden. VDU heeft de vordering betwist en stelt dat de eiser geen recht heeft op de gevorderde bedragen. De kantonrechter heeft de eiser in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader te onderbouwen en heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling. De beslissing van de kantonrechter is dat de zaak op 8 juli 2020 opnieuw op de rol komt voor conclusie van repliek aan de zijde van de eiser.