ECLI:NL:RBGEL:2020:4379
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- E.C.E. Marechal
- M.I. Tuk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom wegens overtreding van de Noodverordening COVID-19
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 27 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een horecabedrijf, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de voorzitter van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, die op 13 augustus 2020 een last onder dwangsom had opgelegd. Deze last hield in dat verzoeker moest voorkomen dat er in zijn horecabedrijf een samenkomst plaatsvond zonder dat de aanwezigen zich aan de 1,5 meter afstand hielden, zoals voorgeschreven in de Noodverordening COVID-19.
Tijdens de zitting op 27 augustus 2020, die online plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker de Noodverordening had overtreden, omdat er op 2 augustus 2020 zes personen in zijn horecabedrijf dicht bij elkaar zaten, wat in strijd was met de afstandsregel. De voorzieningenrechter benadrukte dat het rapport van de toezichthouders, dat op ambtseed was opgemaakt, een bijzondere bewijswaarde had en dat de stellingen van verzoeker niet voldoende waren om dit rapport te weerleggen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de voorzitter van de Veiligheidsregio bevoegd was om handhavend op te treden en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze handhaving rechtvaardigden. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waarmee de last onder dwangsom in stand bleef. Tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.