Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van
[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster
de burgemeester van de gemeente Arnhem, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
€ 1.050,-;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 25 september 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van de burgemeester van de gemeente Arnhem. De burgemeester had op 3 september 2020 besloten om de horeca-inrichting, geëxploiteerd door verzoekster, voor de duur van drie maanden te sluiten na het aantreffen van 0,8 gram harddrugs tijdens een controle. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing van de sluiting. Tijdens de zitting op 21 september 2020 is het bewijs van de aangetroffen drugs ter discussie gesteld, waarbij verzoekster aanvoerde dat het bewijs onrechtmatig verkregen was. De voorzieningenrechter oordeelde dat er te veel twijfel bestond over de rechtmatigheid van het bewijs en de bevoegdheid van de burgemeester om tot sluiting over te gaan. De gevolgen van de sluiting voor verzoekster werden als te ingrijpend beschouwd, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening werd toegewezen. De voorzieningenrechter schorste het besluit van de burgemeester tot twee weken na de beslissing op bezwaar, waardoor de horeca-inrichting voorlopig weer open mocht. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekster.