De man voert verweer en vordert (samengevat):
I.
primair:te bepalen dat de verkoopopbrengst van de woning na aftrek van de hypothecaire schuld en makelaars- c.q. notariskosten, volledig aan te man toekomt.
subsidiair:te bepalen dat als de overwaarde bij helfte dient te worden verdeeld, dit aan de zijde van de vrouw zal zijn na aftrek van de hypotheekschuld van € 1.045.000,- en na aftrek van makelaars- en notariskosten, en als de rechtbank uitgaat van de actuele hypotheekschuld aanvullend te bepalen dat de vrouw gehouden is de helft van alle door de man betaalde premies ter zake de polis bij Nationale Nederlanden vanaf 1 januari 2014 tot datum afkoop aan de man te vergoeden, alsmede te bepalen dat de vrouw de helft van de hypotheeklasten, de eigenaarslasten en de onderhoudslasten over de periode vanaf 1 januari 2014 tot datum levering te vermeerderen met de rente vanaf 1 juli 2021 tot de datum van levering aan de man dient te vergoeden;
II. te bepalen dat de vrouw gehouden is om alle voor de verkoop en levering
noodzakelijke stukken te ondertekenen onder verbeurte van een dwangsom;
III. primair te bepalen dat (de waarde van) de polis bij Interpolis zonder nadere
verrekening aan de man toekomt, subsidiair te bepalen dat de waarde per
1 januari 2014 bij helfte moet worden gedeeld, meer subsidiair te bepalen
dat als de actuele waarde moet worden gedeeld de vrouw gehouden is de
helft van alle premies vanaf 1 januari 2014 aan de man te vergoeden en uiterst subsidiair te bepalen dat als de actuele waarde volledig aan de vrouw toekomt, zij gehouden is alle premies vanaf 1 januari 2014 aan te man te vergoeden;
IV. de vrouw te veroordelen in de kosten van de procedure.