Klomp vordert in reconventie dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, AtLo zal veroordelen om aan Klomp te betalen:
I.
Primair
een bedrag van € 54.078,70 ter zake van de huurachterstand uit hoofde van de huurovereenkomst tot en met juni 2021;
Subsidiair
ter zake van de huurachterstand uit hoofde van de huurovereenkomst tot en met juni 2021
een in goede justitie te bepalen bedrag met inachtneming van de formules zoals omschreven in alinea’s 10.4 t/m 10.10;
II. een bedrag van € 3.300,00 ten titel van contractuele boete over de maanden april 2020 tot en met februari 2021, althans de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over iedere van deze niet (tijdig) betaalde huurtermijnen vanaf de dag van opeisbaarheid van iedere huurtermijn tot de dag van algehele voldoening;
III. een bedrag van € 8.111,81 ten titel van verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten,
althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 9juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. vanaf 1 juli 2021 een bedrag van € 9.062,86 inclusief BTW per maand aan toekomstige
huurpenningen, vermeerderd met de contractuele boeterente als bepaald in artikel 25 lid 3
van de Algemene Bepalingen met een minimum van € 300,00 per maand, althans de
wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over iedere niet (tijdig) betaalde huurtermijn
vanaf de dag van opeisbaarheid van iedere huurtermijn tot de dag van algehele
voldoening, te vermeerderen met de nog toekomstige (contractueel overeengekomen)
indexering als bepaald in artikel 18 van de Algemene Bepalingen per 1 januari van ieder
jaar zolang de huurovereenkomst nog voortduurt;
V. de kosten van deze procedure en de nakosten, indien en voor zover AtLo niet
binnen de wettelijke vereiste termijn van twee dagen, althans binnen de door de
kantonrechter redelijk geachte termijn, na betekening van het te dezen te wijzen vonnis daaraan heeft voldaan, zulks met de bepaling dat de wettelijke rente over de proceskostenveroordeling verschuldigd zal worden met ingang van veertien dagen na het te dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.