Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum 1] ,
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum 2] , en
- [kind 3] , geboren op [geboortedatum 3] .
- ten aanzien van [kind 1] hebben de ouders afgesproken dat ze naar rato van draagkracht (79% man en 21% vrouw) bijdragen in haar kosten als zij geen eigen inkomen, WW-uitkering of uitkering op grond van de Participatiewet heeft, met een totaalmaximum van € 650 per maand;
- voor [kind 2] betaalt de man vanaf 1 juli 2018 € 522 per maand, welk bedrag vanaf 1 januari 2019 wordt geïndexeerd. Dit blijft na zijn 21e verjaardag doorgaan zolang [kind 2] met redelijk succes studeert of topsport bedrijft en daardoor niet in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien;
- voor [kind 3] is de basis € 600 per maand, maar zolang hij aan topsport doet komt daar € 200 per maand bij. Zodra hij gaat studeren komen daar het collegegeld en de zorgpremie bij, en huur als hij op kamers gaat. De man draagt 79% bij, de vrouw 21%. Ook voor [kind 3] geldt dat de betaling blijft doorlopen zolang hij met redelijk succes studeert of topsport bedrijft en daardoor niet in eigen levensonderhoud kan voorzien. Aanvullend hebben partijen afgesproken dat de man 5% zorgkorting (over de basisbehoefte) in mindering mag brengen op de door hem te betalen bijdrage;
- grote c.q. extra uitgaven van de kinderen, niet behorend tot het normale algemeen dagelijks onderhoud, worden apart betaald naar rato van draagkracht: 79% door de man en 21% door de vrouw;
- de ouders leveren een evenredige inspanning bij het rijden naar trainingen, wedstrijden en andere (sport)activiteiten van de kinderen. Indien een van beide ouders onevenredig wordt belast, ontvangt deze hiervoor als compensatie een kilometervergoeding volgens de ANWB van de andere ouder. Bij de bepaling van het aantal kilometers wordt de ANWB snelste route gehanteerd;
- bij niet-nakoming van de afspraken is de desbetreffende partij een boete verschuldigd over de vordering van 0,5% per dag, na een maand oplopend tot l% per dag alsmede het tarief voor de debetrente als gevolg van het niet hebben ontvangen van de betaling.
3.Het verzoek en het verweer
- de man te veroordelen om artikel 7 van het ouderschapsplan onverkort na te komen, bij gebreke waarvan verzoekers aanspraak kunnen maken op de contractueel verschuldigde boete;
- voor recht te verklaren dat artikel 7 van het ouderschapsplan derdenwerking heeft jegens de kinderen.
- de vrouw (naar de rechtbank begrijpt: verzoekers) niet-ontvankelijk te verklaren in haar (hun) verzoeken, dan wel de verzoeken af te wijzen;
- de tussen partijen geldende verdeelsleutel met ingang van 1 januari 2021 vast te stellen op 56% door de man en 44% door de vrouw;
- de behoefte van [kind 2] vast te stellen en hierop zijn neveninkomsten vanaf september 2019 in mindering te brengen;
- [kind 2] te verplichten jaarlijks in de maand januari een IB60-verklaring aan hem (en de vrouw) te verstrekken van het inkomen over het daaraan voorafgaande kalenderjaar met de mogelijkheid voor partijen tot verrekening;
- de behoefte van [kind 3] vast te stellen;
- de topsporttoelage voor [kind 3] met ingang van 1 januari 2021 vast te stellen op € 50 per maand;
- [kind 3] te verplichten jaarlijks in de maand januari een overzicht van de topsporttoelage in het daaraan voorafgaande kalenderjaar te doen toekomen aan de man (en de vrouw) (naar de rechtbank begrijpt: alsmede) van de in dat jaar gemaakte topsportkosten;
- [kind 3] te verplichten zodra hij 21 jaar is jaarlijks in de maand januari en IB60-verklaring aan de man (en de vrouw) te verstrekken van zijn inkomsten over het voorafgaande kalenderjaar met de mogelijkheid voor de man tot verrekening;
- te bepalen dat [kind 3] tot zijn 21e recht heeft op een bijdrage in de grote c.q. extra uitgaven met inachtneming van de verdeelsleutel tussen de ouders, onder de voorwaarde dat daarover vooraf overleg wordt gepleegd;
- te bepalen dat [kind 3] met ingang van 1 januari 2021 zelf de premie ziektekostenverzekering moet betalen, maar de zorgtoeslag mag houden;
- de vrouw te veroordelen aan de man € 5.068,49 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
de uitleg van de afspraak uit het ouderschapsplan
inzage verschaffen in het inkomen
de betaling aan [kind 2]
de bijdrage in 2021
de kosten van de laptop en mobiele telefoon
de behoefte
de topsportbijdrage
de draagkrachtverdeling tussen de ouders
- 19, 22 en 25 april 2019
- 2 en 3 mei 2019
- 28 juni 2019
- 21 augustus 2019
- 26 juni 2020
- 25 juli 2020
- 29 april 2019 [kind 1] naar station ivm [buitenland]
- 1 mei 2019 [kind 3] ophalen van [sporthal]
- 29 mei 2019 [kind 1] [gesprek] A-status
- 3 juli 2019 [kind 3] afzetten voor [buitenland]
- 9 juli 2019 [kind 3] ophalen na [buitenland]
- 12 en 15 juli 2019 [kind 1] afzetten voor en ophalen na [buitenland]
- 17 juli 2019 [kind 3] passen en ophalen [sportkleding]
- 14 augustus 2019 [kind 3] wegbrengen en ophalen
- 14 augustus 2019 [kind 1] wegbrengen
- 1, 12, 21 en 22 september 2019 [kind 3] wegbrengen en ophalen voor wedstrijden
- 20 september 2019 [kind 3] wegbrengen en ophalen [sporthal]
- 28 september 2019 [kind 3] wegbrengen en ophalen voor gesprek sponsor
- 19 oktober 2019 [kind 2] scheidsrechter [toernooi]
- 7 december 2019 [kind 3] wegbrengen en ophalen voor wedstrijd
- 21 december 2019 [kind 2] scheidsrechteren [plaats in Nederland]
- 18 januari 2020 [kind 2] wedstrijden fluiten [in Nederland]
- 25 januari 2020 [kind 2] scheidsrechteren regiofinale [plaats in Nederland]
- 5, 6, 13, 20 en 27 september 2020 [kind 3] wegbrengen en ophalen
- 13 september 2020 [kind 1] afzetten station.
5.De beslissing
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum 1] ,
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum 2] , en
- [kind 3] , geboren op [geboortedatum 3] ;