Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eisende partij 1] ,
1.[gedaagde partij 1] ,
1.De procedure
2.De beoordeling
Wat is de kern van het geschil?
Het (juridisch) kader
Is er sprake van een tot bewoning bestemde onroerende zaak?
feitelijke situatieop het moment van de koop. Deze omstandigheid is daarom op zichzelf genomen onvoldoende om te concluderen dat er geen sprake is van een woonbestemming. In het licht van deze omstandigheden gaat de rechtbank ervan uit dat [perceelnummer 2] een tot bewoning bestemde onroerende zaak is.
Het object is bestemd voor bewoning. E( [eisende partijen] ., toevoeging rechtbank)
koopt het als ontwikkelaar.” Tegen de achtergrond van de eerdere stellingen van [eisende partijen] . begrijpt de rechtbank dat de advocaat hiermee heeft bedoeld dat [eisende partijen] . de percelen als particulier kocht om daar zijn woning te realiseren.