ECLI:NL:RBGEL:2022:2412

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 april 2022
Publicatiedatum
13 mei 2022
Zaaknummer
AWB - 19 _ 1369
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de hoogte van de verschuldigde BPM en de deskundigheid van DRZ in schadecalculaties

In deze zaak heeft eiseres, een particulier, beroep ingesteld tegen de beslissing van de inspecteur van de Belastingdienst inzake de verschuldigde belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) voor haar Maserati. Eiseres had bij de registratie van de auto een bedrag van € 5.410 aan BPM voldaan. De inspecteur verklaarde het bezwaar van eiseres tegen de BPM-vordering gegrond, wat resulteerde in een teruggaaf van € 812 en een vergoeding van proceskosten van € 495. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij de hoogte van de BPM betwistte en een vergoeding voor immateriële schade eiste wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

De rechtbank Gelderland heeft in de zittingen van 30 september en 15 november 2021 getuigen gehoord, waaronder medewerkers van Domein Roerende Zaken (DRZ), die de schadecalculaties hebben uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de deskundigheid van DRZ niet in twijfel kan worden getrokken en dat de controle op de schade door DRZ zorgvuldig is uitgevoerd. Eiseres heeft echter wel aannemelijk gemaakt dat de handelsinkoopwaarde van de auto lager is dan door de inspecteur is vastgesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verschuldigde BPM moet worden herberekend op basis van de door eiseres opgegeven schade, wat leidt tot een teruggaaf van € 2.695.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres recht heeft op een schadevergoeding van € 1.371 van de inspecteur en € 1.629 van de Staat der Nederlanden wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 1.893,50 en gelast dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 345 wordt vergoed, vermeerderd met wettelijke rente vanaf vier weken na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 19/1369

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van

in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaatsnaam 1] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, backoffice BPM, kantoor Doetinchem,verweerder.
en
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid), te Den Haag, de Staat.

Procesverloop

Eiseres heeft ter zake van de registratie van een [automerk 2] (de auto) op aangifte een bedrag van € 5.410 aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) voldaan.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar tegen de voldoening van de bpm gegrond verklaard, hetgeen heeft geleid tot een teruggaaf van bpm van € 812 en een vergoeding van proceskosten tot een bedrag van € 495.
Eiseres heeft daartegen tijdig beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 september 2021. Namens eiseres zijn verschenen [gemachtigde] en [persoon A] . Namens verweerder zijn [persoon B] en [persoon C] verschenen. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is toegezonden. De rechtbank heeft de zaak vervolgens verwezen naar een meervoudige kamer van de rechtbank.
Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 november 2021. Namens eiseres zijn verschenen [gemachtigde] , [persoon D] en [persoon A] . Namens verweerder zijn [persoon E] en [persoon C] verschenen. Tijdens deze zitting zijn drie getuigen gehoord ( [persoon F] , [persoon G] en [persoon H] ). Van het getuigenverhoor is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is toegezonden.
Eiseres heeft nadere stukken ingediend, die in afschrift zijn verstrekt aan de wederpartij.
Op 10 december 2021 heeft de rechter-commissaris namens de rechtbank aanvullend twee getuigen gehoord ( [persoon I] en [persoon J] ). Namens eiseres zijn verschenen [gemachtigde] , [persoon D] en [persoon A] . Namens verweerder zijn [persoon E] en [persoon C] verschenen. Van het getuigenverhoor is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan partijen is toegezonden.
Eiseres en verweerder hebben nadere stukken ingediend. Afschriften daarvan zijn aan de wederpartij verstrekt.
Met toestemming van partijen is zonder nadere zitting het onderzoek gesloten.
De Staat heeft afgezien van het voeren van verweer. [1]

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres heeft op 1 februari 2017 voor de registratie van de auto aangifte bpm gedaan. De datum van eerste toelating is 11 september 2014. Bij de berekening van de aangegeven bpm is uitgegaan van een historische nieuwprijs van € 104.124, een historische bpm van € 25.545 en een handelsinkoopwaarde van € 22.053, na aftrek van schade tot een bedrag van € 32.347. De handelsinkoopwaarde is bepaald aan de hand van een taxatierapport dat op 1 februari 2017 is opgemaakt door taxateur [taxateur] van [taxatiebedrijf] . In het taxatierapport is ervan uitgegaan dat de waardevermindering 100% van de gecalculeerde schade bedraagt. De aldus berekende bpm van € 5.410 is op aangifte voldaan.
2. Verweerder heeft in de bezwaarfase een onderzoek waardebepaling door Domein Roerende Zaken (DRZ) laten doen. Daarvan is met dagtekening 17 maart 2017 een rapport opgemaakt. Het rapport is op 16 maart 2017 ondertekend door [persoon F] , teamleider [bedrijf 1] . Volgens dit rapport is de historische nieuwprijs van de auto € 111.356, de handelsinkoopwaarde € 35.653, uitgaande van een handelsinkoopwaarde van referentievoertuigen van € 57.500 minus een gecorrigeerde schadecalculatie van € 21.847 (81% van € 26.984). Er heeft een fysieke schouw van de auto plaatsgevonden op 7 maart 2017. Tijdens de schouw zijn 32 foto’s van de auto gemaakt, die als bijlage bij het rapport zijn gevoegd. De schadecalculatieberekening is als bijlage bij het rapport gevoegd. Deze bijlage is genaamd “Waardevermindering op basis van schadecalculatie 23200004576” (calculatie verweerder). Hierin is, voor zover relevant, het navolgende opgenomen:
Oude calculatie
uurloon
korting op
Waarde verminderend
Bruto schade
uurloon %
aspect op basis van 100%
calculatie
Monteur AE
56,00
92,5
20
€ 414,40
€ 518,00
Plaatwerker AE
605,00
92,5
20
€ 4.477,00
€ 5.596,25
Spuitwerkzaamheden AE
181
92,5
20
€ 1.339,40
€ 1.674,25
(…)
3. In het rapport van DRZ is onder 5c “Bevindingen/opmerkingen t.a.v. de opgegeven waardevermindering” het volgende opgenomen:
“Tijdens de controle BPM aangifte hebben wij de volgende bevindingen opgesteld:
De in de aangifte opgenomen schadecalculatie komt in grote lijnen overeen met de schade die wij tijdens de controle hebben kunnen waarnemen. Omdat een schadecalculatie geen evenredige waardevermindering tot gevolg heeft hebben wij de schadecalculatie middels een Excel-bestand omgerekend naar een waardevermindering.”
4. Bij uitspraak op bezwaar is verweerder gedeeltelijk tegemoet gekomen aan het bezwaar van eiseres door uit te gaan van een handelsinkoopwaarde van € 40.587 op basis van de koerslijst Eurotaxglass’s. Voor wat betreft de hoogte van de aftrek van de schade heeft verweerder aangesloten bij het rapport van DRZ. De handelsinkoopwaarde in beschadigde staat heeft verweerder berekend op € 18.740 (€ 40.587 -/- € 21.847), zodat een bedrag van € 4.598 aan bpm is verschuldigd, hetgeen heeft geresulteerd in een teruggaaf van € 812 (€ 5.410 -/- € 4.598).
5. DRZ is een onderdeel van het Ministerie van Financiën. DRZ heeft meerdere locaties in Nederland. Het onderzoek waardebepaling wordt gedaan door twee verschillende afdelingen en locaties, namelijk door de afdeling productie op de locatie waar de schouw van de auto plaatsvindt en door de afdeling [bedrijf 1] op locatie [plaatsnaam 2] .
6. Op 15 november 2021 en op 10 december 2021 zijn ter zitting vijf medewerkers van DRZ als getuigen gehoord. Het volledige proces-verbaal van deze getuigenverklaringen is als bijlage bij deze uitspraak gevoegd.
7. [persoon H] , taxateur bij [bedrijf 1] in [plaatsnaam 2] , heeft als getuige, voor zover van belang, het navolgende verklaard:
“(…)
Wat is uw rol bij de totstandkoming van schaderapportages?
- Mijn taak is om een dossier af te leveren en afspraken in te plannen met aangevers. Het is mijn taak bevindingen van de taxateur op locatie te verwerken in een schadecalculatie en vervolgens daarvan een eindrapportage te maken van de waarde, daarbij wordt de schade afgetrokken van de koerslijstwaarde.
(…)
Bent u ermee bekend dat uurtarieven van schadeherstel nog weleens verschillen?
- Ja.
Wat doet u daarmee?
- Wij doen wel onderzoek daarnaar. Dat heb ik zelf laatst gedaan. Wij hebben contact gehad met grote bedrijven zoals [bedrijf 2] voor tarieven die zij hanteren om daar een gemiddelde tarief uit te halen.
Doen jullie een controle op de berekening van het schadeprogramma?
- Het programma doet alleen spuittarieven etc. maar uurtarieven moet je zelf invullen.
Wanneer hebben jullie voor het laatst onderzoek gedaan naar uurtarieven?
- Ik denk in 2019 of 2020.
(…)
Weet u waar het uurtarief van € 75 vandaan komt?
- Nu hanteren wij dat uurtarief niet meer, in het verleden wel en dat was gebaseerd op onderzoek.
Maakt u voor het uurtarief onderscheid naar het type voertuig?
- Ja, de tarieven zijn € 80, € 100 en € 120 euro afhankelijk van het type auto.
(…)”
8. [persoon G] , taxateur bij [bedrijf 1] in [plaatsnaam 2] , heeft als getuige, voor zover van belang, het navolgende verklaard:
“(…)
Wat is uw rol bij de totstandkoming van schaderapportages?
- Ik ben taxateur op de afdeling [afdeling] . Ik doe dus exact hetzelfde werk als de heer [persoon H] . Ik stel eindrapporten op, ik maak schadecalculaties en ik maak afspraken met aangevers voor de toonplicht. Wij krijgen dossiers aangeleverd van de Belastingdienst met de aangiftes en vervolgens maken wij afspraken voor fysieke opname op een locatie.
(…)
Wie stelt motorschade vast?
- In principe is dat al vastgesteld. Ik ga zelf niet op locatie om dat nog te controleren en in de motor kunnen wij niet kijken. Als we het niet kunnen controleren, dan kennen we die schade toe. Ik controleer alleen of inderdaad sprake is van een afwijking omdat daarvan een foto is gemaakt. Als er geen afwijking is vastgesteld dan is de aangegeven schade kennelijk juist en dan wordt die schade gewoon in de calculatie betrokken. Als wordt geconstateerd dat de motor niet kapot is, dan wordt de aangegeven schade niet gecalculeerd.
Hoe wordt dan vastgesteld dat er geen motorschade is?
- Misschien start de auto gewoon of is er mee gereden.
Gebeurt het weleens dat aangegeven schade niet wordt toegekend?
- Ja, dat gebeurt regelmatig. Ophanging kun je wel fysiek controleren. Voor de elektronica kun je kijken naar brandende lampjes op het dashboard.
Zijn er nog andere middelen?
- Nee, de auto wordt puur op zicht gecontroleerd.
(…)”
9. [persoon F] , teamleider [bedrijf 1] in [plaatsnaam 2] , heeft als getuige, voor zover van belang, het navolgende verklaard:
“(…)
Wat is uw rol bij de totstandkoming van schaderapportages? Maakt u zelf schaderapportages?
- Ik maak zelf geen rapportages, maar ik stuur de medewerkers aan die de schaderapportages maken.
(…)
Geeft u ook opdrachten om onderzoek te doen, denk aan uurtarieven?
- Ja, die stuur ik aan en ik geef opdracht om onderzoeken te doen bijvoorbeeld naar uurtarieven.
Kent u die tarieven?
- Ja, volgens mij zijn die zo uit mijn hoofd € 75, € 85 en € 110 exclusief btw. Voor een Volkswagen Polo geldt bijvoorbeeld een ander uurtarief dan voor een Rolls Royce. We proberen daar zo eerlijk mogelijk mee om te gaan.
(…)
U zegt dat er wel ophaalbruggen op locatie aanwezig zijn, maar dat die niet worden gebruikt. Waarom worden die bruggen niet gebruikt?
- Die bruggen zijn niet goedgekeurd. Ze worden in het geheel niet door DRZ gebruikt.
Als we de aangegeven schade aan de onderkant daardoor niet kunnen zien, dan is het voordeel aan de aangever en wordt de schade toegekend.
Wat is de reden dat schadecalculatie door een ander geschiedt dan degene die de voertuig heeft opgenomen?
- Dat heeft te maken met het vierogenprincipe om de integriteit te waarborgen. Er werden wel eens aanbiedingen gedaan, daarom is het van belang dat een taxateur op locatie de auto fysiek opneemt en er nog een controle plaatsvindt in [plaatsnaam 2] .
U heeft inzicht in de opname op locatie en de verwerking in rapportages. Hoeveel tijd is daarmee gemoeid?
- Gemiddeld twee uur op locatie voor het opnemen van de auto, het maken van foto’s, het invullen van de bevindingenformulier en het opsturen daarvan naar [plaatsnaam 2] . Het gaat om een gemiddelde van twee uur. De benodigde tijd is afhankelijk van de hoeveelheid schade. Twee uur is niet altijd nodig. Sowieso is een half uur nodig voor de controle en het nemen van foto’s. Voor de verwerking in [bedrijf 1] staat ook twee uur, dus in totaal vier uur.
Hoe wordt schade aan de motor, elektronica en versnellingsbak vastgesteld?
- Wij kunnen dat niet zien. Wij kunnen niet in de motor kijken. We kennen dan gewoon de aangegeven schade toe. Bij twijfel is het voordeel aan de aangever. Wat wij niet kunnen controleren, wordt toegekend. Wij kijken wel bijvoorbeeld of er een storingslampje brandt of we adviseren de Belastingdienst een uitdraai aan te vragen voor wat betreft de elektronica, dus er vindt wel controle plaats.
(…)”.
10. [persoon I] , teamleider productie op locatie [plaatsnaam 3] , heeft als getuige, voor zover van belang, het navolgende verklaard:
“(…)
Bent u ermee bekend dat hier aan de orde is de totstandkoming van schaderapportages?
- Ja.
Op welke wijze bent u daarbij betrokken?
- Ik ben daar niet bij betrokken.
Uw dienst is toch wel verantwoordelijk voor de totstandkoming van schaderapportages?
- Ja, het proces is gesplitst in twee locaties, namelijk [bedrijf 1] en de
productielocaties waar de schouw plaatsvindt. Ik stuur het proces aan op de
productielocaties. Ik stuur de medewerkers aan waarvan een aantal taxateurs zijn,
maar ik ben inhoudelijk niet betrokken, alleen facilitair. Ik verricht zelf geen schouw.
(…)”
11. Lang, uitvoerend schouwer productie op locatie [plaatsnaam 3] , heeft als getuige, voor zover van belang, het navolgende verklaard:
“(…)
Wat is uw rol precies?
- Ik ben uitvoerend schouwer. Dat houdt in dat ik de voertuigen fysiek schouw aan de
hand van het schaderapport bij de aangifte BPM. Ik controleer op afwijkingen.
Hoe doet u dat precies?
- De auto wordt door de aangever op de schouwplaats geplaatst en daar wordt
begonnen met het controleren van de identiteit van de auto, het rondom fotograferen
van de auto en het vastleggen van de kilometerstand.
U doet dat aan hand van het taxatierapport of schaderapport bij de aangifte?
- Wij hebben van tevoren de aangifte BPM ontvangen, inclusief het schaderapport van
taxateur de van de aangever. Het taxatierapport zit daarbij, maar daar doen we niets
mee. Wij controleren alleen op schade. De waardebepaling gebeurt bij [bedrijf 1] .
Wij stellen dus eerst de identiteit vast en vervolgens controleren wij de schade op
volgorde van het ontvangen schaderapport. Afwijkingen worden vastgelegd met
foto’s.
Maakt u ook foto’s als er geen afwijkingen zijn?
- Als er geen afwijkingen zijn, dus als de door de aangever aangegeven schade
inderdaad aanwezig is, dan leggen we dat niet vast.
Hoe ziet het met overige opgevoerde schade aan de elektronica of motor? U heeft zelf
gezegd dat u niet met de auto mag rijden.
- Die schade kunnen we alleen visueel beoordelen. Voor elektronische schade kunnen
we alleen naar diagnoselampjes en meldingen op het display kijken en voor
motorschade kijken we naar het vloeistofniveau.
En andere zaken die u niet kan controleren?
- Dan kunnen we geen afwijking vaststellen.
(…)
Stel dat u geen lampjes ziet branden terwijl die schade wel wordt aangegeven? Wat is dan de
conclusie?
- - De conclusie is dan dat er geen lampje brandt. Wij verbinden er dan verder geen
conclusies aan. Wij maken dan ook een foto van het display.
(…)”
Geschil
12. Tussen partijen is in geschil de hoogte van de verschuldigde bpm. In het bijzonder is in geschil:
de waarde die aan het rapport van DRZ moet worden toegekend;
de hoogte van de schade en de daaruit voortvloeiende waardevermindering;
of interne compensatie kan worden toegepast;
of een rentevergoeding over de bpm moet worden toegekend;
of tot de juiste hoogte griffierecht is geheven.
Eiseres heeft verzocht om een vergoeding van immateriële schade omdat de redelijke termijn in deze zaak is overschreden en om wettelijke rente over het geheven griffierecht.
Beoordeling van het geschil
13. Met betrekking tot gebruikte personenauto's, wordt de verschuldigde bpm berekend met inachtneming van een vermindering [2] . Bij een personenauto met meer dan normale gebruiksschade wordt de afschrijving op een bij aangifte gedaan verzoek vastgesteld op de som van de catalogusprijs en de historische bpm, verminderd met de taxatiewaarde vermeld in een taxatierapport dat voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden [3] . Het ligt op de weg van eiseres om feiten te stellen en bij betwisting deze aannemelijk te maken dat en in hoeverre meer dan normale gebruiksschade een waardedaling ten opzichte van de handelsinkoopwaarde tot gevolg heeft. [4]
Waarderapport van DRZ
14. Eiseres stelt zich - kort gezegd - op het standpunt dat, mede gelet op de getuigenverklaringen, voorbij moet worden gegaan aan de schaderapportages van verweerder. Uit de getuigenverklaringen en de inhoud van het DRZ-rapport volgt dat de door verweerder berekende vermindering op grond van artikel 10 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (Wet BPM) niet plaatsvindt met inachtneming van de voorwaarden die worden gesteld in artikel 8, vierde lid, sub b, juncto bijlage 1 van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (UR BPM).
15. De rechtbank stelt voorop dat artikel 8, vierde lid, sub b, van de UR BPM juncto bijlage 1 van de UR BPM betrekking heeft op de door de belastingplichtige in te schakelen taxateur. Het staat de inspecteur vrij om een deskundige van zijn keuze als partijdeskundige in te schakelen om de door eiseres aangegeven vermindering van bpm, meer in het bijzonder de door eiseres opgegeven schade, te controleren. Als verweerder vervolgens aanleiding ziet de schade op een lager bedrag te calculeren, staat het hem vrij het DRZ-rapport te gebruiken ter ondersteuning van zijn standpunt om de aangegeven waardedaling als gevolg van de schade gemotiveerd te betwisten. Het DRZ-rapport is in zoverre een advies in de zin van artikel 3:49 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarvoor geldt dat de inspecteur zich ervan moet vergewissen dat het zorgvuldig tot stand is gekomen en inhoudelijk concludent is. Voor zover er in de tijdspanne die is gelegen tussen de taxatie van eiseres en de controle door DRZ reeds schades zijn hersteld, staat het eiseres vrij om hiervan melding te doen bij de fysieke schouw van DRZ en daarvan zo nodig bewijsmateriaal te overleggen.
16. De verschillende getuigen hebben uitgebreide verklaringen afgelegd over de wijze waarop de fysieke schouw van een schadevoertuig plaatsvindt, hoe de bevindingen worden gerapporteerd aan [bedrijf 1] (afdeling binnen DRZ), de schadecalculatie wordt opmaakt en de rapportage vervolgens aan verweerder wordt gestuurd. De rechtbank heeft in deze verklaringen geen aanknopingspunten gevonden om te twijfelen aan de deskundigheid van DRZ in het algemeen of de bevraagde DRZ-medewerkers in het bijzonder en evenmin aan de betrouwbaarheid van de controle en de zorgvuldigheid van de werkwijze. Voor zover eiseres heeft betoogd dat DRZ niet onafhankelijk is ten opzichte van de inspecteur, is de rechtbank van oordeel dat dat – anders dan voor een rapport van een beëdigd taxateur – in dit geval geen vereiste is voor de bruikbaarheid van het DRZ-rapport. DRZ is immers geen adviseur in de zin van artikel 3:5 van de Awb. Dat DRZ bij de fysieke schouw beperkt gebruik maakt van (technische) hulpmiddelen leidt evenmin tot een ander oordeel. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de schouw dient ter controle van de aangegeven schade. Uit de verschillende getuigenverklaringen volgt bovendien dat aangegeven schade die door DRZ niet controleerbaar is, bijvoorbeeld omdat de schouw plaatsvindt met beperkte hulpmiddelen, gevolgd wordt. De stelling van eiseres dat [persoon G] hierover anders zou verklaren, kan de rechtbank niet volgen. [persoon G] , die werkzaam is bij [bedrijf 1] en schadecalculaties opmaakt, verklaart immers dat in het geval niet gecontroleerd kan worden, de schade wordt toegekend (zie hiervoor onder 6).
17. Aan hetgeen eiseres nog naar voren heeft gebracht over strijd met punt 3.2 van bijlage 1 van de Uitvoeringsregeling Wet BPM 1992 gaat de rechtbank voorbij, omdat de handelsinkoopwaarde van de auto is bepaald aan de hand van de koerslijst Eurotaxglass’s en niet op basis de waarde van 3 tot 5 referentievoertuigen.
De hoogte van de schade en de daaruit voortvloeiende waardevermindering
18. Tussen partijen is niet in geschil dat de handelsinkoopwaarde volgens de Eurotaxglass’s koerslijst moet worden bijgesteld met 15% wegens markt- en dealersituatie, hetgeen resulteert in een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van € 34.499.
19. Eiseres stelt dat deze waarde moet worden verminderd met een bedrag van € 32.347, zijnde 100% van de reparatiekosten van de schade van € 32.347. De handelsinkoopwaarde in beschadigde staat bedraagt volgens eiseres dan € 2.498 en de verschuldigde bpm € 573 (2.498/111.356 (consumentenprijs conform DRZ) * € 25.545), terwijl op aangifte een bedrag van € 5.410 is voldaan.
20. De rechtbank begrijpt verweerders standpunt zo dat de hiervoor genoemde waarde van € 34.499 moet worden verminderd met een bedrag van € 21.847, zijnde 81% van de reparatiekosten van de schade van € 26.984, zodat de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat volgens verweerder € 12.652 bedraagt. De verschuldigde bpm is dan te berekenen op € 2.901.
21. Onder verwijzing naar het taxatierapport stelt eiseres zich op het standpunt dat sprake is van meer dan normale gebruiksschade tot een bedrag van € 32.347. Verweerder heeft onder verwijzing naar het DRZ-rapport gemotiveerd betwist dat sprake is van meer dan normale gebruiksschade tot een bedrag van € 32.347, de schade bedraagt volgens verweerder € 26.984.
22. De rechtbank stelt vast dat eiseres bij haar taxatierapport een calculatie van de reparatiekosten gevoegd. Deze bestaat uit 5 pagina’s en is uitgebreid gespecificeerd. Voor het arbeidsloon is een tarief van € 150 per uur gehanteerd. Verweerder heeft bij het DRZ-rapport een bijlage met een calculatie gevoegd.
23. Het verschil tussen de beide calculaties is terug te brengen tot het verschil in het gehanteerde uurtarief, namelijk € 150 waar eiseres vanuit gaat ten opzichte van € 92,50 zoals in de calculatie van DRZ staat vermeld. De rechtbank merkt voor wat betreft het door DRZ gehanteerde uurtarief op dat uit de calculatie niet blijkt of is uitgegaan van een uurtarief dat is afgestemd op het type auto, zoals door getuigen [persoon H] en [persoon F] is verklaard, terwijl het de rechtbank, gelet op de door deze getuigen genoemde bedragen, niet onaannemelijk voorkomt dat een uurtarief van € 92,50 voor een Maserati aan de lage kant is.
24. Verweerder heeft geen nadere toelichting gegeven op de schadecalculatie van DRZ en de wijze waarop de arbeidseenheden en het uurtarief zijn berekend, terwijl dat wel voor de hand had gelegen gelet op hetgeen getuigen [persoon H] en [persoon F] hebben verklaard. De rechtbank is van oordeel dat deze onduidelijkheid in de calculatie van DRZ voor risico van verweerder moet komen. Dit betekent dat met het DRZ-rapport het taxatierapport van eiseres op dit punt onvoldoende is betwist door verweerder en eiseres dus aannemelijk heeft gemaakt dat de handelsinkoopwaarde moet worden berekend met inachtneming van de door eiseres berekende schade van € 32.348.
25. Eiseres betoogt verder dat verweerder ten onrechte slechts 81% van de geraamde reparatiekosten in mindering op de waarde van de auto in onbeschadigde staat heeft toegestaan. Als uitgangspunt geldt dat de waardevermindering als gevolg van schade wordt vastgesteld op 72% van het schadebedrag. [5] Op eiseres rust de bewijslast aannemelijk te maken dat de waardevermindering als gevolg van schade aan de auto meer bedraagt dan 72% van het schadebedrag. [6] Zij heeft hiervoor niets aangevoerd. De rechtbank ziet geen aanleiding om van een hoger percentage uit te gaan dan de 81% die verweerder heeft gehanteerd. Dit betekent dat moet worden uitgegaan van een waardevermindering van 81% van € 32.348, dat is € 26.202. De handelsinkoopwaarde in beschadigde staat bedraagt dan € 8.297 (€ 34.499 -/- € 26.202) en de verschuldigde bpm bedraagt € 1.903 (8.297/111.356 (consumentenprijs conform DRZ) * € 25.545). Bij uitspraak op bezwaar is uitgegaan van een verschuldigde bpm van € 4.598, zodat een teruggaaf bpm moet worden verleend van € 2.695 (€ 4.598 -/- € 1.903). Het beroep is dus gegrond.
Interne compensatie
26. Verweerder heeft op de eerste zitting een beroep gedaan op interne compensatie, maar daarop geen toelichting of onderbouwing gegeven. De rechtbank heeft bij brief van 3 december 2021 partijen verzocht om in te gaan op de berekening van de verschuldigde bpm. Eiseres heeft hierop gereageerd per e-mail van 7 december 2021 en daarbij betwist dat in deze zaak interne compensatie kan worden toegepast. Verweerder heeft niet op het verzoek van de rechtbank gereageerd. De rechtbank zal dan ook voorbij gaan aan het beroep op interne compensatie, omdat verweerder deze stelling niet heeft onderbouwd.
Rentevergoeding
27. Eiseres maakt aanspraak op een passende rentevergoeding over de op grond van het Unierecht onverschuldigd betaalde bpm. Volgens eiseres vloeit het recht op vergoeding van rente – over de gehele termijn waarover zij niet over de onverschuldigd betaalde belasting heeft kunnen beschikken – rechtstreeks uit het Unierecht voort, zonder dat daaraan een verzoek ten grondslag behoeft te worden gelegd. Dit betoog slaagt niet op de gronden als vermeld in het arrest Sole-Mizo. [7] Het vereiste dat eiseres voor de vergoeding van ‘Irimie-rente’ op grond van artikel 28c van de Invorderingswet 1990 een afzonderlijk verzoek moet indienen bij de Ontvanger levert derhalve geen strijd op met de Unierechtelijke vereisten van doeltreffendheid en gelijkwaardigheid. [8]
Griffierecht
28. Eiseres stelt zich op het standpunt dat teveel griffierecht is geheven. Zij wijst erop dat op grond van het Unierecht bij de bepaling van de hoogte van het griffierecht rekening moet worden gehouden met de hoogte van de onderliggende vordering.
29. De rechtbank is, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 11 oktober 2019, van oordeel dat de klacht over de hoogte van het griffierecht geen doel treft. [9] Verder acht de rechtbank het van eiseres geheven bedrag van € 345 in het onderhavige geval geen onoverkomelijk obstakel voor de toegang tot de rechter. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat gesteld noch gebleken is dat eiseres, gegeven haar financiële situatie of gelet op het bepaalde in artikel 8:41, derde lid, van de Awb, in aanmerking komt voor vrijstelling of vermindering van de geheven griffierechten.
30. Eiseres heeft aangevoerd dat recht bestaat op een vergoeding van rente over het griffierecht dat door haar is betaald. De rechtbank zal aan verweerder opdragen het griffierecht aan eiseres te vergoeden, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf vier weken na de uitspraak tot aan de dag van algehele voldoening.
Vergoeding immateriële schade
31. Eiseres heeft verzocht om een vergoeding voor immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank gaat bij de beoordeling van dit verzoek uit van de regels die de Hoge Raad hiervoor heeft gegeven in het overzichtsarrest van 19 februari 2016. [10]
32. Op grond van een beleidsregel van de Minister van Justitie en Veiligheid [11] is het niet nodig de Staat om een reactie te vragen op het verzoek om schadevergoeding.
33. Verweerder heeft het bezwaarschrift van eiseres ontvangen op 10 maart 2017. De periode tussen deze datum en de uitspraak van de rechtbank is (afgerond) 38 maanden langer dan twee jaar. Partijen zijn het eens – en de rechtbank ziet geen aanleiding voor een ander oordeel – dat de termijn verlengd kan worden met de periode waarin de gemachtigde en verweerder hebben getracht tot een minnelijke regeling te komen onder leiding van deze rechtbank. De rechtbank bepaalt die periode op (afgerond) drie maanden. De rechtbank ziet geen redenen om de redelijke termijn nog verder te verlengen. De redelijke termijn is dus met (afgerond) 35 maanden overschreden. Naar boven afgerond is dat 6 keer een half jaar. Dit betekent een schadevergoeding van € 3.000 (6 keer een half jaar ad € 500). De uitspraak op bezwaar van verweerder dateert van 5 februari 2019. Dit is 16 maanden langer dan zes maanden. Verweerder moet daarom van de totale schadevergoeding een bedrag betalen van 16 maanden gedeeld door 35 maanden keer € 3.000 is (afgerond) € 1.371. De Staat moet de rest betalen, dus € 1.629. De rechtbank zal verweerder en de Staat veroordelen om deze bedragen aan eiseres te betalen.
Proceskosten
34. De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.893,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor een nadere zitting, 0,5 punt voor het bijwonen van een getuigenverhoor en 0,5 punt voor nadere inlichtingen, met een waarde per punt van € 541 en een wegingsfactor 1). Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is de rechtbank niet gebleken.
35. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
36. Op verzoek van eiseres zal de wettelijke rente over het griffierecht worden toegewezen. De uiterste datum waarop het griffierecht door verweerder aan eiseres moet worden vergoed, is gelegen vier weken na de datum waarop de uitspraak waarin de veroordeling tot vergoeding van dit bedrag is opgenomen, is gedaan. Pas als de vergoeding op die uiterste datum niet is betaald, raakt de schuldenaar in verzuim en gaat de wettelijke rente lopen vanaf de dag na die uiterste datum. [12]

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar, behoudens de proceskostenvergoeding;
- verleent een verdere teruggaaf van € 2.695;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de uitspraak op bezwaar voor zover die is vernietigd;
- veroordeelt de verweerder tot betaling aan eiseres van een schadevergoeding tot een bedrag van € 1.371;
- veroordeelt de Staat (het Ministerie van Justitie en Veiligheid) tot betaling aan eiseres van een schadevergoeding tot een bedrag van € 1.629;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.893,50;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 345 vergoedt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag nadat vier weken zijn verstreken na de openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank, tot aan de dag van algehele voldoening.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Linssen, voorzitter, mr. J.M.W. van de Sande en
mr. W.W. Monteiro, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.A. Jackson, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:
de griffier is verhinderd deze uitspraak mede te ondertekenen
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Proces-verbaal

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 19/1369

Proces-verbaal van het verhandelde ter zitting van 15 november 2021

in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaatsnaam 1] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen, verweerder.
Zitting hebben: mr. I. Linssen voorzitter, mr. J.M.W. van de Sande en mr. W.W. Monteiro, rechters, en mr. R.A. Jackson, griffier.
Namens eiseres zijn verschenen: [gemachtigde] en [persoon D] en [persoon A]
Namens verweerder zijn verschenen: [persoon E] , [persoon C]
Verweerder heeft op verzoek van eiseres de navolgende getuigen meegenomen:
[persoon F] , [persoon G] en [persoon H] .
De rechtbank: Aan de orde is de voortzetting van de beroepszaak van eiseres inzake de verschuldigde BPM ter zake van een Maserati. De zaak is aangehouden voor het horen van getuigen en verwezen naar meervoudige kamer. Bij brief van 19 oktober 2021 heeft de rechtbank geïnformeerd over de voortzetting. Verweerder heeft daarop gereageerd bij brief/e-mail van 28 oktober 2021 en eiseres heeft daarop ook gereageerd bij fax van 9 november 2021. Op 11 november 2021 heeft verweerder een e-mail gestuurd over de functie van de getuigen. Tijdens de vorige zitting zijn de beroepsgronden, uitgezonderd deze waarover de getuigen worden gehoord, reeds besproken. We willen dit zaak dan ook voortzetten in de stand waarin het zich bevond. Partijen verklaren hiermee akkoord te gaan.
Getuigen kunt u alleen bevragen over hun eigen waarnemingen niet over hun meningen.
Verweerder verklaart dat hij de fax van eiseres van 9 november 2021 met daarop de vragen voor de getuigen niet heeft ontvangen dat zij zich daarop dus niet op hebben kunnen voorbereiden. Ter zitting wordt de fax aan verweerder overgelegd door de rechtbank.

Verhoor getuige [persoon H]

De voorzitter houdt de getuige voor dat hij straks wordt gehoord als getuige en dat dat betekent dat hij naar waarheid moet verklaren. De voorzitter wijst de getuige erop dat hij alleen naar waarheid kan verklaren als hij zelf iets heeft waargenomen (gehoord/gezien) of heeft gedaan. Het gaat dus niet om zaken die hij weet van horen zeggen, over inschattingen, meningen of speculaties. Als de getuige iets niet meer weet, moet hij dat zeggen.
Als antwoord op vragen van de rechtbank verklaart de getuige dat:
  • hij [leeftijd] jaar oud is;
  • hij taxateur van beroep is, met standplaats [plaatsnaam 2] en;
  • hij geen bloed of aanverwant is van één van de partijen.
De getuige legt de eed af.
Vragen van de zijde van eiseres
Wat is uw rol bij de totstandkoming van schaderapportages?
- Mijn taak is om een dossier af te leveren en afspraken in te plannen met aangevers. Het is mijn taak bevindingen van de taxateur op locatie te verwerken in een schadecalculatie en vervolgens daarvan een eindrapportage te maken van de waarde, daarbij wordt de schade afgetrokken van de koerslijstwaarde.
Wat krijgt u precies aangeleverd?
- De aangifte van de Belastingdienst en het voertuigbeeld van de RDW.
Zit daar ook het schaderapport van de aangever bij?
- Ja, dat rapport maakt deel uit van de aangifte BPM.
Bevat het dossier ook eigen bevindingen van de Belastingdienst?
- Nee, alleen de kale aangifte met daarbij het schaderapport.
Hoe gaat u verder te werk?
- Ik controleer of het dossier compleet is en we nodigen de aangever telefonisch en per e-mail uit om op locatie te komen.
Wat is de volgende stap?
- De taxateur op locatie controleert de identiteit van de auto. De taxateur op locatie heeft het schaderapport opgevraagd en gaat aan de hand daarvan de auto controleren.
Heeft u dat zelf wel eens gedaan?
- Ja.
Wie is de taxateur op locatie? En weet u of ze daarvoor zijn opgeleid?
- Dat is iemand uit de voertuigbranche. De taxateur op locatie valt onder de afdeling productie.
Geeft u op basis van het schaderapport van de aangever al een boodschap mee aan de taxateurs van productie?
- Nee.
Heeft u hen er ooit op geattendeerd om specifiek op bepaalde punten te letten?
- Alleen bij onduidelijkheden, bijvoorbeeld over accessoires.
Wat gebeurt er precies op locatie?
- De auto wordt naar binnen gereden op een van de hallen van DRZ. Er vindt een controle plaats naar de identiteit van de auto en de aangegeven schade wordt per punt nagelopen en bekeken of die schade ook daadwerkelijk aanwezig is.
Hoe vaak bent u bij zo’n controle aanwezig geweest.
- Zo’n zes keer.
Hoe lang bent u al bij DRZ werkzaam?
- Vijf jaar.
Hoeveel rapporten schrijft u per week?
- Ongeveer tien rapporten per week.
Controleert de taxateur op locatie alleen de opgegeven schade?
- Ja, extra schade zal hij ook opmerken, dus er vindt een totale controle van de auto plaats.
Ziet u dat er wel eens meer schade wordt vastgesteld dan is aangegeven.
- Ja, dat heb ik weleens gezien.
Gebeurt dat vaak?
- Nee.
Als de taxateur op locatie (productie) klaar is met zijn taak, hoe gaat het dan verder?
- Zij maken een bevindingenrapport op en dat wordt geladen in het systeem. Als het voertuig gereed is gemeld, krijgen wij dat rapport te zien. Het rapport is een ingevulde blanco formulier.
Wat is de volgende stap dan?
- Wij leggen het schaderapport van de aangever langs het bevindingenrapport van productie en wij kijken naar verschillen daartussen.
Doet u dat zelf?
- Ja.
En vervolgens?
- Wij maken een nieuwe schadecalculatie.
Maakt u zelf de conclusies?
- Nee, dat wordt door de taxateur van productie gedaan.
Gaat u daar blind vanuit?
- Nee, wij checken nog of het klopt aan de hand van de foto's en bij onduidelijkheden stellen we vragen.
Gebeurt dat vaak?
- Nee, meestal is het wel duidelijk.
Is de schade wel goed te beoordelen met de foto’s?
- Een fysieke beoordeling is toch wel de beste manier om de schade te beoordelen.
Wat is uw taak daarna?
- Wij maken een schadecalculatie. Er komt een bedrag uit dat samen met de koerslijstwaarde in het eindrapport komt en dat wordt doorgestuurd naar de Belastingdienst.
Houdt u bij de schadeberekening ook rekening met de werkelijke kosten voor herstel?
- Nee, wij maken gebruik van het VWE-programma. Dat wordt gebruikt door schadebedrijven in de markt.
Bent u ermee bekend dat uurtarieven van schadeherstel nog weleens verschillen?
- Ja.
Wat doet u daarmee?
- Wij doen wel onderzoek daarnaar. Dat heb ik zelf laatst gedaan. Wij hebben contact gehad met grote bedrijven zoals [bedrijf 2] voor tarieven die zij hanteren om daar een gemiddelde tarief uit te halen.
Doen jullie een controle op de berekening van het schadeprogramma?
- Het programma doet alleen spuittarieven etc. maar uurtarieven moet je zelf invullen.
Wanneer hebben jullie voor het laatst onderzoek gedaan naar uurtarieven?
- Ik denk in 2019 of 2020.
Wat is uw ervaring, wordt de schaderapportage van de aangever gevolgd of wijkt u daarvan vaak af.
- Ik heb geen cijfers maar er zijn geregeld afwijkingen.
Waar ligt dat dan aan?
- Of je bijvoorbeeld wel of niet een deuk in het voertuig ziet.
Bent u ermee bekend dat aan de taxatie van de aangever allerlei eisen worden gesteld?
- Niet echt.
Bent u ermee bekend dat er verschillende eisen gelden voor de taxateur van de aangever dan voor DRZ, en vindt u dat redelijk?
- Ja.
Weet u van wie de 72%-regel komt? Is die regel van DRZ of van de Belastingdienst?
- Voor zover ik weet, is die regel van de Belastingdienst. Die instructie komt vanuit de Belastingdienst.
Weet u waar het uurtarief van € 75 vandaan komt?
- Nu hanteren wij dat uurtarief niet meer, in het verleden wel en dat was gebaseerd op onderzoek.
Maakt u voor het uurtarief onderscheid naar het type voertuig?
- Ja, de tarieven zijn € 80, € 100 en € 120 euro afhankelijk van het type auto.
Waar heeft u de laatste tien jaar gewerkt.
- De laatste vijf jaar heb ik bij DRZ gewerkt en daarvoor als monteur bij een autobedrijf. Ik heb gewerkt bij de schadeafdeling.
Heeft u een interne opleiding gevolgd bij DRZ?
- Nee, mijn kennis en ervaring was voldoende voor het werk dat ik bij DRZ zou gaan doen. Ik heb wel aanvullende cursussen gevolgd.
De voorzitter geeft de getuige te kennen dat hij geen antwoord hoeft te geven op vragen over of hij bekend is met specifiek genoemde schadehersteltechnieken of technische begrippen, aangezien die vragen in wezen erop gericht zijn om ter zitting de parate kennis van de getuige te toetsen. Die vragen zijn niet relevant voor de zaak.
Wat voor specifieke opleiding heb je gedaan?
- Ik heb geen specifieke opleiding gedaan en de beoordeling van schade wordt gedaan door een collega van productie. Ik ben niet op locatie.
Weet u of bij productie een ophaalbrug aanwezig is waarmee de auto omhoog kan worden getild?
- Voor zover ik weet niet.
Wordt door DRZ een lakdiktemeter gebruikt?
- Dat is op de foto’s niet te zien.
Hoe komt het dat uw naam niet voorkomt op de rapporten? Worden in de rapporten alle personen vermeld die betrokken zijn bij de totstandkoming van het rapport?
- Nee, [persoon F] is de leidinggevende, daarom staat zijn naam eronder. Hij ondertekent de rapporten.
Vragen van de zijde van verweerder
In één van uw antwoorden heeft u gesproken over de koerslijst, maar maakt u ook gebruik van andere methodes voor het bepalen van de waarde in onbeschadigde staat?
- Ja, als er geen koerslijst is, wordt gebruik gemaakt van referentievoertuigen.
Vragen van de rechtbank
Op welke afdeling werkt u precies?
- Ik werk op de afdeling [bedrijf 1] in [plaatsnaam 2] van DRZ.
Met hoeveel mensen werkt daar op die afdeling?
- Met negen personen en wij doen alle BPM controles voor heel Nederland.
De heer [persoon F] is de leidinggevende van die afdeling?
- Ja
En hoe zit dat met afdeling productie? Is [persoon F] daar ook leidinggevende van?
- [persoon F] is niet de leidinggevende van Productie. Productie heeft een eigen leidinggevende.
Hoeveel taxateurs werken er bij Productie?
- De afdeling Productie heeft drie locaties. Er zijn twee taxateurs per locatie aanwezig.
Klopt het dat u van de Belastingdienst de standaardopdracht krijgt om de schade/handelsinkoopwaarde van het voertuig te controleren?
- Ja, dat klopt.
Is er een proces- of werkbeschrijving?
- Ja, en dat geldt ook voor de taxateurs op locatie.
Wanneer is die beschrijving opgesteld en wanneer is die voor het laatst geactualiseerd?
- Ik denk dat [persoon F] de werkbeschrijving heeft opgesteld. Ik weet niet wanneer die voor het laatst is geactualiseerd.
Is er een specifieke reden waarom u het laatste onderzoek naar uurtarieven hebt gedaan?
- Nee, geen specifieke reden.
Klopt het, dat bij het laatste onderzoek ook is besloten onderscheid te maken naar het type voertuig?
- Ja, dat klopt.
U hebt eerder gesproken over het voertuigbeeld. Wat wordt daarmee bedoeld?
- Het voertuigbeeld is wat DRZ binnenkrijgt met alle gegevens van het voertuig bijvoorbeeld motorvermogen etc. Dat krijgen wij meegeleverd met de aangifte BPM.
Wat voor opleiding heeft u genoten vóór DRZ?
- Ik heb een opleiding eerste en tweede monteur technisch specialist en in al die jaren heb ik cursussen gedaan die nodig waren in de techniek en schadeherstel.
Er wordt afstand gedaan van de getuige.

Verhoor getuige [persoon F]

De voorzitter houdt de getuige voor dat hij straks wordt gehoord als getuige en dat dat betekent dat hij naar waarheid moet verklaren. De voorzitter wijst de getuige erop dat hij alleen naar waarheid kan verklaren als hij zelf iets heeft waargenomen (gehoord/gezien) of heeft gedaan. Het gaat dus niet om zaken die hij weet van horen zeggen, over inschattingen, meningen of speculaties. Als de getuige iets niet meer weet, moet hij dat zeggen.
Als antwoord op vragen van de rechtbank verklaart de getuige dat:
  • hij [leeftijd] jaar oud is;
  • hij teamleider is van [bedrijf 1] , met standplaats [plaatsnaam 2] .
De getuige legt de eed af.
Vragen van de zijde van eiseres
Wat is uw rol bij de totstandkoming van schaderapportages? Maakt u zelf schaderapportages?
- Ik maak zelf geen rapportages, maar ik stuur de medewerkers aan die de schaderapportages maken.
Sinds wanneer bent u teamleider?
- Ik ben teamleider sinds 2014. Ik ben betrokken bij het proces en ik ken het proces dus.
Heeft u nog aanvullende taken?
- Nee dat is het, ik zit wel bij overleggen die over schaderapportages gaan. Ik ben niet persoonlijk betrokken bij de totstandkoming van de rapporten, maar ik bekijk de rapporten wel om het werk te controleren.
Hoe vaak kijkt u wel eens in een rapportage?
- Een aantal keer per maand om te kijken of het werk naar behoren en volgens afspraak is.
Wanneer is een rapport naar behoren?
- Ik beoordeel niet inhoudelijk de schade maar ik kijk naar de juiste argumentatie, gebruik van teksten etc.
Dus u kijkt zuiver naar de vorm en toepassing van de regels?
- Ja, daar is een bepaald format voor. Het gaat om een kwaliteitscontrole. Ik ben niet voor de Belastingdienst en ook niet voor de aangever.
Wordt een deel van het werk uitbesteed aan andere onderdelen?
- In [plaatsnaam 2] is een team van acht personen dat zich bezig houdt met het maken van rapportages. Daarnaast is er een team die fysiek taxaties uitvoert, met een eigen teamleider.
Ondertekent u alle rapporten?
- Ik onderteken alles met een digitale handtekening.
Waarom ondertekent u alles?
- De medewerkers van DRZ komen uit de autobranche en zij vinden het vervelend als hun eigen naam onder de rapporten staan, want zij kennen een hoop mensen uit die wereld.
Wij kunnen dus niet weten wie een schaderapportage heeft opgesteld?
- Nee, maar daar kun je wel naar vragen, want het is wel bekend wie welk rapport heeft opgemaakt.
Geeft u ook opdrachten om onderzoek te doen, denk aan uurtarieven?
- Ja, die stuur ik aan en ik geef opdracht om onderzoeken te doen bijvoorbeeld naar uurtarieven.
Kent u die tarieven?
- Ja, volgens mij zijn die zo uit mijn hoofd € 75, € 85 en € 110 exclusief btw. Voor een Volkswagen Polo geldt bijvoorbeeld een ander uurtarief dan voor een Rolls Royce. We proberen daar zo eerlijk mogelijk mee om te gaan.
Zijn er nog andere onderzoeken voor de schadebranche?
- Workshops schadeherstel, de medewerkers gaan naar beurzen en we doen intern aan kennisoverdracht.
Zijn er nog andere marktonderzoeken om te kijken of de schaderapporten wel marktconform zijn?
- Ik ken alleen het onderzoek naar de uurtarieven.
Welke interne opleidingen zijn er bij DRZ?
- Er zijn workshops en in de vacaturetekst wordt gevraagd naar ervaring in schade, autoherstel, autobranche.
Controleert u ook of ze die ervaring daadwerkelijk hebben?
- Jazeker. We kijken naar referenties en we laten ze een voertuig beoordelen om te kijken of ze de waarheid spreken. Ik neem zelf alleen mensen aan voor de locatie [plaatsnaam 2] niet voor de afdeling productie, maar daar is wel overleg, samenspraak over.
Bunt u weleens op de afdeling productie?
- Ik ga wel eens naar productie.
Hoe vaak?
- Meestal wel een keer per maand en ik loop soms ook mee met de taxateurs.
Kunt u wel beoordelen of ze het werk goed doen?
- Ja, ik denk dat ik dat wel kan beoordelen.
Als een auto een kras heeft en de taxateur beoordeelt die schade op bijvoorbeeld € 25, kunt u dan beoordelen of dat juist is?
- Daar kan discussie over plaatsvinden over wat nu precies waardeverminderend is. Daar kan overleg over plaats vinden. Die discussie wordt in de markt ook gevoerd.
Wat is uw vooropleiding? U komt uit de automotive begrijp ik?
- Ik heb mbo autotechniek, streekschool, en ik heb zelf 15 jaar in een garage bij autoherstel gelopen.
Heeft u daar ook te maken gehad met schadecalculaties?
- Nee, maar ik heb wel veel schades voorbij zien komen. Ik heb niet specifiek een opleiding gehad in schadeherstel.
Bent u bekend met bijlage 1 van de wet waarin eisen worden gesteld aan een rapport voor de aangifte BPM?
- Niet precies, dat is iets van de Belastingdienst. Wij toetsen niet of een rapport daaraan voldoet. Wij krijgen een opdracht van de Belastingdienst en die voeren wij uit.
Is er een ophaalbrug aanwezig op de locatie van DRZ?
- Ja, die zijn er, maar die worden niet gebruikt voor de controle van schade.
Welke hulpmiddelen worden gebruikt voor de vaststelling schade? Is er bijvoorbeeld een lakdiktemeter.
- Die hebben we ongetwijfeld, maar ik durf niet te zeggen dat die gebruikt worden. Er zijn wel lichtbakken om bijvoorbeeld de lak extra te kunnen belichten.
Wordt er wel eens meer schade vastgesteld dan door de aangever is gemeld?
- Ja, ik heb zelfs het formulier bij me dat wordt gebruikt en daarin is een kopje opgenomen dat kan worden ingevuld indien er meer schade aanwezig is dan is aangegeven.
De heer [persoon F] overlegt het formulier aan de rechtbank en aan eiseres. De rechtbank deelt mee dat het formulier bij de processtukken wordt gevoegd.
Wat gebeurt er precies op locatie?
- De aangever komt met het voertuig fysiek naar de locatie en aan de hand van de aangifte wordt gecontroleerd of de aangegeven schade juist is. Als de schade klopt worden er geen foto’s gemaakt. Alle afwijkingen noteren wij en daarvan maken wij foto’s. Alles wat conform het schaderapport is, fotograferen wij niet, behalve dan de standaard foto’s van alle hoeken. Het formulier maakt deel uit van dat proces en wordt ingevuld door de werknemer op locatie en meegestuurd met de foto’s.
Zijn er protocollen of werkinstructies en bent u bereid die te overleggen?
- Ja er zijn wel een aantal werkinstructies over bijvoorbeeld hoe een rapport moet worden opgemaakt. Niet inhoudelijk. We hebben ook innameprotocollen van leasemaatschappijen gebruikt om daar een gemiddelde van te nemen voor de vraag of iets waardeverminderend is. Of een kras van bijvoorbeeld twee centimeter waardeverminderend is, dat is afhankelijk van de leeftijd van de auto, exclusiviteit en kilometerstand.
Welke kennis ontleent u van die leasemaatschappijen?
- Wij hebben van 5 tot 7 grote leasemaatschappijen een gemiddelde genomen voor wat betreft gebruikersschade.
Wanneer hebben jullie die innameprotocollen ontvangen?
- Die hebben we ooit eens gehad. Die documenten worden weleens vernieuwd zeker nu met komst van elektrische voortuigen en die verversen wij ook vanaf 2014/2015. Ik ben niet bekend met de bedragen die daarin staan, wij maken gebruik van een programma voor schadecalculatie.
Kunnen wij controleren dat de gemiddelden die jullie gebruiken overeenstemmen met die van de leasemaatschappijen?
- Mijn werknemers hebben eigen kennis en kunde en daarnaast kunnen zij gebruikmaken van de innameprotocollen. Ik weet niet zeker of de innameprotocollen zijn omgezet naar een intern document. Het begint bij de eigen kennis. De innameprotocollen zijn een hulpmiddel. Als ze het niet zeker weten raadplegen ze een collega om samen naar de foto’s te kijken. In 99% van de gevallen raadplegen ze elkaar. Aanvankelijk zijn we begonnen met innameprotocollen als richtlijn maar inmiddels staat de eigen kennis en kunde van medewerkers voorop.
Wordt het gemiddelde gebruikt en kan daarvan worden afgeweken?
- Ja daarvan kan worden afgeweken, ik weet niet zeker of dat gemiddelde nog wordt gebruikt.
Hoe lang werkt u bij DRZ?
- Sinds 2014.
Is er sprake van een forfaitair bedrag dat sowieso in aftrek wordt gebracht?
- Er is geen sprake van een forfaitaire aftrek. Het schadeprogramma wordt gebruikt. Alle sporen die passen bij de leeftijd en type auto etc. worden niet gecalculeerd.
Vragen van de zijde van verweerder
U zegt dat er wel ophaalbruggen op locatie aanwezig zijn, maar dat die niet worden gebruikt. Waarom worden die bruggen niet gebruikt?
- Die bruggen zijn niet goedgekeurd. Ze worden in het geheel niet door DRZ gebruikt.
Als we de aangegeven schade aan de onderkant daardoor niet kunnen zien, dan is het voordeel aan de aangever en wordt de schade toegekend.
Wat is de reden dat schadecalculatie door een ander geschiedt dan degene die de voertuig heeft opgenomen?
- Dat heeft te maken met het vierogenprincipe om de integriteit te waarborgen. Er werden wel eens aanbiedingen gedaan, daarom is het van belang dat een taxateur op locatie de auto fysiek opneemt en er nog een controle plaatsvindt in [plaatsnaam 2] .
U heeft inzicht in de opname op locatie en de verwerking in rapportages. Hoeveel tijd is daarmee gemoeid?
- Gemiddeld twee uur op locatie voor het opnemen van de auto, het maken van foto’s, het invullen van de bevindingenformulier en het opsturen daarvan naar [plaatsnaam 2] . Het gaat om een gemiddelde van twee uur. De benodigde tijd is afhankelijk van de hoeveelheid schade. Twee uur is niet altijd nodig. Sowieso is een half uur nodig voor de controle en het nemen van foto’s. Voor de verwerking in [bedrijf 1] staat ook twee uur, dus in totaal vier uur.
Hoe wordt schade aan de motor, elektronica en versnellingsbak vastgesteld?
- Wij kunnen dat niet zien. Wij kunnen niet in de motor kijken. We kennen dan gewoon de aangegeven schade toe. Bij twijfel is het voordeel aan de aangever. Wat wij niet kunnen controleren, wordt toegekend. Wij kijken wel bijvoorbeeld of er een storingslampje brandt of we adviseren de Belastingdienst een uitdraai aan te vragen voor wat betreft de elektronica, dus er vindt wel controle plaats.
Vragen van de zijde van de rechtbank
U heeft het gehad over een format dat u gebruikt en dat hetzelfde zou zijn als hetgeen de aangever krijgt. Kunt u dat nader verklaren?
- Het gaat niet om een format dat wij delen met de aangever. Ik vermoed dat het een format betreft dat de aangever ook krijgt.
Aan wie legt u verantwoordelijkheid af?
- Wij vallen onder Domeinen dat onder het ministerie van Financiën valt. Er is ook een managementteam DRZ met een hoofd. Ik zit zelf niet in het managementteam.
Is de opdracht van de Belastingdienst aan DRZ geformaliseerd?
- Daar is wel een convenant van.
Wat houdt de opdracht precies in? Wat is de door u geleverde dienst dan precies?
  • Dat wij een x aantal voertuigen moeten controleren tegen een vastgestelde prijs.
  • Onze dienst is waarderapportages, de handelsinkoopwaarde leveren met foto’s.
Zijn de innameprotocollen uit 2014/2015 de enige versies?
- Ze zijn wel geüpdatet, ongeveer in 2019.
Vragen van de zijde van eiseres
Hoeveel auto’s worden er ongeveer per jaar gecontroleerd?
- Ongeveer 2.000.
Hoeveel vergoeding ontvangt DRZ per voertuig?
- Dar weet ik niet. Het een lumpsumbedrag. Er wordt niet per taxatie betaald. Er wordt niet per voertuig afgerekend.
Hoeveel wordt er in totaal betaald?
- Ik ben hierop niet voorbereid en ik weet niet of ik die financiële informatie mag delen.
Er wordt afstand gedaan van de getuige.

Verhoor getuige [persoon G]

De voorzitter houdt de getuige voor dat hij straks wordt gehoord als getuige en dat dat betekent dat hij naar waarheid moet verklaren. De voorzitter wijst de getuige erop dat hij alleen naar waarheid kan verklaren als hij zelf iets heeft waargenomen (gehoord/gezien) of heeft gedaan. Het gaat dus niet om zaken die hij weet van horen zeggen, over inschattingen, meningen of speculaties. Als de getuige iets niet meer weet, moet hij dat zeggen.
Als antwoord op vragen van de rechtbank verklaart de getuige dat:
  • hij [leeftijd] jaar oud is;
  • hij taxateur van beroep is te [plaatsnaam 2] en;
  • hij geen bloed of aanverwant is van één van de partijen.
De getuige legt de belofte af.
Wat is uw rol bij de totstandkoming van schaderapportages?
- Ik ben taxateur op de afdeling [afdeling] . Ik doe dus exact hetzelfde werk als de heer [persoon H] . Ik stel eindrapporten op, ik maak schadecalculaties en ik maak afspraken met aangevers voor de toonplicht. Wij krijgen dossiers aangeleverd van de Belastingdienst met de aangiftes en vervolgens maken wij afspraken voor fysieke opname op een locatie.
Hoe ziet zo’n dossier eruit?
- Dat is de volledige BPM aangifte met daarbij het schaderapport van de aangever.
Voor de ontvangst van dat dossier heeft u geen werkzaamheden?
- Nee, dat klopt, ik doe niets voor het inplannen van een afspraak voor de toonplicht.
Bent u aanwezig bij het tonen van de voertuig aan DRZ?
- Nee, maar ik ben er weleens bij geweest.
Hoe vaak? Bijvoorbeeld meer dan vijftien keer?
- Sowieso wel vijftien keer.
Waarom doet u dat?
- Ik controleer zelf ook weleens auto’s in plaats van productie. Als er meerdere voertuigen van een aangever moeten worden gecontroleerd, dan gaan wij soms als service naar de aangever toe in plaats van dat de aangever naar productie moet komen.
Wat voor opleiding heeft u genoten?
- Ik heb een opleiding als schadehersteller. Ik heb schadeherstelwerkzaamheden gedaan.
Heeft u daarmee ook ervaring in het vaststellen van de hoogte van schade?
- Ja, dat klopt.
En u doet nu schadecalculaties?
- Dat klopt. Daarbij maken wij gebruik van een calculatieprogramma.
Zit in dat programma ook de arbeidsloon verwerkt?
- Ja, dat is handmatig instelbaar in het programma.
Bent u bekend met de uurtarieven?
- Ja die zijn € 80, €100, en € 120 inclusief btw. Wij hanteren drie segmenten, afhankelijk van de nieuwprijs van de auto.
Heeft u nog andere vooropleidingen gehad?
- Ik heb geen andere vooropleidingen gehad.
Heeft u bij DRZ opleidingen gehad om schade te berekenen?
- Nee, dat doe ik op basis van ervaring.
Geeft u een opdracht mee aan afdeling productie als u een dossier daarnaartoe zendt?
- Nee, in het verleden wel maar tegenwoordig kunnen zij ook de aangiften inlezen.
Geeft u weleens advies aan de Belastingdienst om uitdraai te maken voor elektronica?
- Wij geven geen boodschappen door aan Belastingdienst, daar heb ik mijn rapport voor. Ik geef geen advies om een uitdraai te maken. Dat gebeurt eigenlijk nooit.
Hoe gaat het verder op locatie?
Op locaties worden foto’s gemaakt van afwijkingen. Van schade die niet is opgegeven wordt geen foto’s gemaakt. Ik bekijk daarna de foto’s en ik controleer of alles compleet is. Vervolgens gaat het verder naar de Belastingdienst.
Kunt u aan de hand van de foto’s de schade wel goed beoordelen?
- Ja dat denk ik wel. De foto’s zijn duidelijk. Aan de hand van foto’s calculeer ik schade. Overleg is mogelijk met de collega die de foto’s gemaakt heeft. Het berekenen van de schade is iets wat ik in praktijk heb geleerd. Er zijn daarvoor geen specifieke opleidingen bij DRZ. Als ik een deuk zie, weet ik wat voor schade dat is met herstel en met uurloon.
Hoe lang werkt u voor DRZ?
- Ik ben sinds 2015 in dienst bij DRZ.
Is er bij u geïnformeerd naar uw affiniteit met calculatie toen u werd aangenomen?
- Dat weet ik niet meer.
Kijkt u alleen naar uiterlijke kenmerken, zoals deuken en krassen?
- Technische schade nemen wij ook mee. Ophanging onder de motorkap, elektronica etc. uiteraard als dat wordt opgegeven.
Zijn er bruggen aanwezig bij DRZ?
- Er zijn wel bruggen, maar die worden niet gebruikt.
Wie stelt motorschade vast?
- In principe is dat al vastgesteld. Ik ga zelf niet op locatie om dat nog te controleren en in de motor kunnen wij niet kijken. Als we het niet kunnen controleren, dan kennen we die schade toe. Ik controleer alleen of inderdaad sprake is van een afwijking omdat daarvan een foto is gemaakt. Als er geen afwijking is vastgesteld dan is de aangegeven schade kennelijk juist en dan wordt die schade gewoon in de calculatie betrokken. Als wordt geconstateerd dat de motor niet kapot is, dan wordt de aangegeven schade niet gecalculeerd.
Hoe wordt dan vastgesteld dat er geen motorschade is?
- Misschien start de auto gewoon of is er mee gereden.
Gebeurt het weleens dat aangegeven schade niet wordt toegekend?
- Ja, dat gebeurt regelmatig. Ophanging kun je wel fysiek controleren. Voor de elektronica kun je kijken naar brandende lampjes op het dashboard.
Zijn er nog andere middelen?
- Nee, de auto wordt puur op zicht gecontroleerd.
Hoe gaat u om met reeds herstelde schade?
- Als er geen deuk op de auto zit omdat die is gerepareerd, dan is er geen schade.
Wat is uw taak verder?
- Ik stel een eindrapport op, dat ik opstuur naar de Belastingdienst en dan zit mijn taak erop.
Krijgt u weleens feedback op uw rapport van de Belastingdienst?
- Het eindrapport is een adviesrapport. Ik krijg geen feedback van Belastingdienst op mijn rapport. Ik heb daar geen vragen over gehad.
Werkt u met de 72%-regel, in uw werk bij het autogaragebedrijf voordat u bij DRZ werkte? Dus kreeg iedereen een korting?
- Dat weet ik niet. Ik maakte zelf geen schadebedrag. De 72%-regel is de wet, daar houd ik me aan.
Vragen van de zijde van verweerder
U controleert of de door de aangever opgegeven schades aanwezig zijn. Als die niet aanwezig zijn, dan wordt daarvan melding gemaakt en wordt de niet aangetroffen schade verminderd van het aangegeven schadebedrag.
- Ja.
Doet u ook uitspraak over de waarde in onbeschadigde staat?
- Ja, aan de hand van koerslijst. Voorheen hanteerden wij de laagste koerslijst, nu gaan wij uit van de koerslijst die de aangever aangeeft. Als er geen koerslijst is aangegeven door de aangever dan maken wij gebruik van referentievoertuigen.
Als aangifte is gedaan op basis van een koerslijst, maakt u dan toch wel eens gebruik van referentievoertuigen?
- Het komt wel voor dat de aangegeven koerslijst niet voldoet en dan gebruiken wij inderdaad referentievoertuigen.
Als aangifte wordt gedaan op basis van taxatie met daarin een koerslijst, controleert u dan die koerslijst?
- Wij controleren inderdaad de koerslijst.
Als er referentievoertuigen zijn aangevoerd, wat doet u dan?
- Dan zoeken wij ook referentievoertuigen erbij.
Als er alleen koerslijst is opgenomen, checkt u dan toch nog ook op referentievoertuigen?
- Dat doen we niet meer, in het verleden wel.
Vragen van de zijde van eiseres
Controleert DRZ ook of sprake is van slecht herstelde schade?
- Ja, als dat wordt opgegeven in de aangifte, dan gaan we dat controleren.
Er wordt afstand gedaan van de getuige.
De rechtbank maakt vervolgens met partijen nog een aantal procesafspraken over het horen van nog twee getuigen van de afdeling productie en over de nadere standpuntbepaling van partijen naar aanleiding van de getuigenverhoren. Deze procesafspraken worden in een afzonderlijke brief aan partijen vastgelegd. Tevens zullen het proces-verbaal van de zitting van 30 september 2021 en van het getuigenverhoor aan partijen worden gezonden.
De voorzitter sluit het onderzoek ter zitting.
Waarvan proces-verbaal,
Griffier
Voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Proces-verbaal

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 19/1369

Proces-verbaal van het verhandelde ter zitting van 10 december 2021

in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaatsnaam 1] , eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen, verweerder.
Zitting hebben: mr. W.W. Monteiro, rechter-commissaris, en mr. R.A. Jackson, griffier.
Namens eiseres zijn verschenen: [gemachtigde] en [persoon D] en [persoon A]
Namens verweerder zijn verschenen: [persoon E] , [persoon C]
Verweerder heeft op verzoek van eiseres de navolgende getuigen meegenomen:
[persoon I] en [persoon J] .
De rechter-commissaris: Dit betreft een vervolg van het getuigenverhoor van 15 november jl. Tijdens die zitting is besproken dat op verzoek van eiseres nog twee getuigen gehoord moesten worden. Het ging om medewerkers van DRZ, cluster productie: een teamleider en een taxateur. Die getuigenverhoren zijn verwezen naar de rechter-commissaris en daarvoor zijn we vandaag hier.
Verweerder heeft per e-mail aangegeven dat hij twee personen zou meenemen, de heer [persoon I] , teamleider in [plaatsnaam 3] , en de heer [persoon J] , medewerker productie in [plaatsnaam 4] .
Desgevraagd geeft [persoon D] aan dat wat hem betreft [persoon I] als eerste gehoord wordt en daarna Lang. Verweerder stemt daarmee in.
De rechter-commissaris geeft partijen aan dat ze de getuigen alleen kunnen bevragen over hun eigen waarnemingen niet over hun meningen.
Getuige [persoon I] wordt binnengeroepen.

Verhoor getuige [persoon I]

De rechter-commissaris houdt de getuige voor dat hij straks wordt gehoord als getuige en dat dat betekent dat hij naar waarheid moet verklaren. De rechter-commissaris wijst de getuige erop dat hij alleen naar waarheid kan verklaren als hij zelf iets heeft waargenomen, gehoord of gezien of heeft gedaan. Het gaat dus niet om zaken die hij weet van horen zeggen, over inschattingen, meningen of speculaties. Als de getuige iets niet meer weet, moet hij dat zeggen.
Als antwoord op vragen van de rechtbank verklaart de getuige dat:
  • hij geboren is op [geboortedatum] te [plaatsnaam] ;
  • hij woont in [plaatsnaam] en teamleider is op de locatie van DRZ in [plaatsnaam 3] ;
  • hij geen bloed of aanverwant is van één van de partijen.
De getuige legt de belofte af.
Vragen van de zijde van eiseres
Bent u ermee bekend dat hier aan de orde is de totstandkoming van schaderapportages?
- Ja
Op welke wijze bent u daarbij betrokken?
- Ik ben daar niet bij betrokken
Uw dienst is toch wel verantwoordelijk voor de totstandkoming van schaderapportages?
- Ja, het proces is gesplitst in twee locaties, namelijk [bedrijf 1] en de productielocaties waar de schouw plaatsvindt. Ik stuur het proces aan op de productielocaties. Ik stuur de medewerkers aan waarvan een aantal taxateurs zijn, maar ik ben inhoudelijk niet betrokken, alleen facilitair. Ik verricht zelf geen schouw.
Hoeveel medewerkers zijn betrokken bij de schouw?
- Er zijn meerdere locaties, maar de locatie [plaatsnaam 3] is redelijk vergelijkbaar met andere locaties. Ik stuur vijf taxateurs aan die niet tegelijkertijd aanwezig zijn. Per dag zijn er twee man, die beschikbaar moeten zijn voor het bpm-schouwproces.
Geeft u die mensen een opdracht of instructie mee?
- Ze hebben een werkinstructie, die is afgesproken met [bedrijf 1] , maar ik geef geen zelfstandige werkinstructie.
Hoe ziet een schouw er uit?
- Vanuit [plaatsnaam 2] wordt een afspraak gemaakt met de aangever voor de schouw. De digitale afspraak komt bij ons binnen. De aangevers melden zich op het aangegeven tijdstip met de brief vanuit [plaatsnaam 2] . Daarna worden ze begeleid door logistiek personeel naar de hal waar de auto in een taxatievlak wordt geplaatst voor de schouw. De taxateur heeft het papierwerk gereed.
Wat bedoelt u met taxatievlak?
- Dat is de locatie/plaats met schermen etc. waar de auto wordt bekeken. De medewerker neemt de client weer terug en biedt een koffie aan, maar als de client dat wil, kan hij ook op afstand meekijken naar de schouw. Maar hij mag er zich niet mee bemoeien.
Heeft u verder nog inhoudelijk enige bemoeienis met de schouw?
- Nee.
Weet u wat de taxateur ter plekke doet?
- Nee, ik weet dat hij foto’s maakt, zijn bevindingen noteert en die overdraagt aan [bedrijf 1] .
Wat voor informatie heeft de taxateur voordat hij aan de schouw begint?
- Ik ga ervan uit dat dat het rapport is, maar ik weet het niet zeker.
Begrijp ik het goed dat uw enige taak is het zorgen voor voldoende mankracht?
- Ja, faciliteren noemen we dat. Van het voor- en na-traject weet ik niets.
Bent u bekend met de opleidingen die de taxateurs doen?
- Jazeker. De afgelopen twee jaar is er door Corona niet veel gebeurd, maar normaal gesproken volgen ze workshops en nemen ze deel aan beurzen bijvoorbeeld bij automotive. De workshops zijn op het gebied van schade. Ze lopen bijvoorbeeld mee bij autoschadebedrijven. Ik organiseer dat voor de taxateurs. Ideeën daarover van medewerkers worden ook gehonoreerd.
Stelt u ook apparatuur ter beschikking?
- Ja, bijvoorbeeld fototoestellen.
Stelt u nog andere middelen ter beschikking zoals een brug of lakdiktemeter?
- Ja, ik heb een brug, maar die wordt niet voor het proces gebruikt. Er is ook een lakdiktemeter, maar ik weet niet of die wordt gebruikt. Daarnaast zijn er nog zaklampen.
Neemt u specifiek mensen in dienst om ze taxateur te maken?
- We nemen mensen aan uit de automotive- of schadebranche, voor die specifieke functie. Als een taxatiefunctie vrijkomt staat dit ook in de functieomschrijving.
Ervaring is ook belangrijk. De taxateurs waarderen ook andere soorten goederen. De BPM is maar één van de onderdelen waar zij zich mee bezig houden.
Wordt u aangestuurd door [bedrijf 1] ? Krijgt u van hen of de Belastingdienst opdrachten mee?
- Nee, ik sta ook niet onder toezicht van de Belastingdienst. Ik krijg geen instructies van [bedrijf 1] of de Belastingdienst over de inrichting van het proces.
Hoeveel productielocaties zijn er?
- Er zijn drie locaties. Er zijn locaties in [plaatsnaam 3] , [plaatsnaam] en [plaatsnaam 4] . De verdeling van de voertuigen heeft te maken met waar mensen wonen. De grootste is [plaatsnaam 4] . Zij hebben minder ander werk en daarom meer capaciteit voor deze specifieke taak.
Vragen van de zijde van verweerder
Wat zijn precies de andere werkzaamheden van de taxateurs bij DRZ naast de schouw van voertuigen.
- De taxateurs taxeren ook tweewielers en andere soorten goederen, zoals designerkleding in het kader van ontnemingsvorderingen. Het gaat dan om taxaties, terwijl het bij de BPM alleen gaat om het uitvoeren van een schouw. Dat is een duidelijk verschil. De analyse vindt dan plaats bij [bedrijf 1] en de taxateurs geven alleen aan wat zij op de schouw hebben waargenomen.
Partijen doen afstand van de getuige en de getuige verlaat de zittingszaal.
Getuige Lang wordt binnengeroepen.

Verhoor getuige [persoon J]

De rechter-commissaris houdt de getuige voor dat hij straks wordt gehoord als getuige en dat dat betekent dat hij naar waarheid moet verklaren. De rechter-commissaris wijst de getuige erop dat hij alleen naar waarheid kan verklaren als hij zelf iets heeft waargenomen, gehoord of gezien of heeft gedaan. Het gaat dus niet om zaken die hij weet van horen zeggen, over inschattingen, meningen of speculaties. Als de getuige iets niet meer weet, moet hij dat zeggen.
Als antwoord op vragen van de rechtbank verklaart de getuige dat:
  • hij geboren is op [geboortedatum] te [plaatsnaam] ;
  • hij woont in [plaatsnaam] en taxateur is op de locatie van DRZ in [plaatsnaam 4] ;
  • hij geen bloed of aanverwant is van één van de partijen.
De getuige legt de eed af.
Vragen van de zijde van eiseres
Wat is uw rol precies?
- Ik ben uitvoerend schouwer. Dat houdt in dat ik de voertuigen fysiek schouw aan de hand van het schaderapport bij de aangifte BPM. In controleer op afwijkingen.
Hoe doet u dat precies?
- De auto wordt door de aangever op de schouwplaats geplaatst en daar wordt begonnen met het controleren van de identiteit van de auto, het rondom fotograferen van de auto en het vastleggen van de kilometerstand.
U doet dat aan hand van het taxatierapport of schaderapport bij de aangifte?
- Wij hebben van tevoren de aangifte BPM ontvangen, inclusief het schaderapport van taxateur de van de aangever. Het taxatierapport zit daarbij, maar daar doen we niets mee. Wij controleren alleen op schade. De waardebepaling gebeurt bij [bedrijf 1] . Wij stellen dus eerst de identiteit vast en vervolgens controleren wij de schade op volgorde van het ontvangen schaderapport. Afwijkingen worden vastgelegd met foto’s.
Maakt u ook foto’s als er geen afwijkingen zijn?
- Als er geen afwijkingen zijn, dus als de door de aangever aangegeven schade inderdaad aanwezig is, dan leggen we dat niet vast.
Welke hulpmiddelen gebruikt u?
- Voor schade aan de wielophanging is er een rolmaat aanwezig, daarnaast een fototoestel en verder zorgen we ervoor dat er voldoende licht is.
Maak u verder gebruik van een brug of een lakdiktemeter?
- Nee, wij mogen het voertuig ook niet verplaatsen.
Hoe ziet het met overige opgevoerde schade aan de elektronica of motor? U heeft zelf gezegd dat u niet met de auto mag rijden.
- Die schade kunnen we alleen visueel beoordelen. Voor elektronische schade kunnen we alleen naar diagnoselampjes en meldingen op het display kijken en voor motorschade kijken we naar het vloeistofniveau.
En andere zaken die u niet kan controleren?
- Dan kunnen we geen afwijking vaststellen.
Geeft u dan wel aan dat u heeft gecontroleerd?
- Ik geef wel kilometerstand aan als het voertuig rijdend is aangekomen, maar verder kan ik geen uitspraken doen omdat we geen afwijkingen kunnen vaststellen.
Hoe legt u de afwijkingen vast?
- Dat doen we met het bevindingenrapport met foto’s, dat in het rapportagesysteem naar [bedrijf 1] gaat.
Kunnen ze bij [bedrijf 1] de schade alleen al op basis van de foto’s zien?
- Nee, onze kennis is daarvoor nodig. Wij moeten aangeven of een onderdeel bijvoorbeeld moet worden vervangen of hoeveel tijd herstel gaat kosten.
Wanneer is iets afwijkend? Is dat fingerspitzengefühl?
- We controleren bijvoorbeeld of daadwerkelijk sprake is van een deuk of dat daadwerkelijk spuitwerk nodig is. Het is een fysieke beoordeling op basis van ervaring en kennis.
Wat voor vooropleiding heeft u?
- Ik heb een opleiding gedaan bij het Instituut voor de autohandel. Daarna heb ik Polytechniek gestudeerd in London. Daarna ben ik in het bedrijfsleven werkzaam geweest, sinds 1986 als schade-expert voor diverse verzekeringsmaatschappijen. Mijn laatste werkgever is [bedrijf 3] geweest.
Worden er nog cursussen gevolgd bij DRZ?
- Ja, dat wordt wel gestimuleerd. Pre-corona waren er vakbeurzen, workshops en kennissessies bij autoherstelbedrijven, maar dat is nu moeilijk met corona.
Komt u ook wel eens schade tegen die door de aangever niet is gemeld?
- Ja, een enkele keer. Er is een specifieke paragraaf in het bevindingenrapport voor die schade.
Met hoeveel collega’s bent u in [plaatsnaam 4] ?
- Er zijn acht collega’s die taxateur zijn. Per week wordt het werk verdeeld. Naast de schouw van voertuigen verrichten wij ook andere taxatiewerkzaamheden.
Wat gebeurt er na de schouwwerkzaamheden?
- Bij onduidelijkheden nemen wij contact op met [bedrijf 1] , maar het kan ook zijn dat zij vragen hebben en met ons contact opnemen. Als wij een onderdeelbenaming niet thuis kunnen brengen, dan kan daarom bij [bedrijf 1] worden gevraagd. Zij kunnen dan in het systeem kijken. Wij hebben dat systeem niet op locatie, we kunnen wel zelf googelen naar onderdelen. Verder stellen wij het bevindingenrapport op met verwijzingen naar de genummerde foto’s. Wij laden het rapport in het systeem, de gemeenschappelijk schijf en dan zit onze taak erop. Een enkele keer moeten we iets verduidelijken. Er worden wel eens vragen gesteld op technisch vlak, of er wordt om nadere verduidelijking gevraagd van omschrijvingen of het kan zijn dat een foto niet helemaal duidelijk is, dan kunnen we daar toelichting over geven.
Krijgt u wel eens vragen over zaken die jullie niet in het rapport hebben geadresseerd.
- Dat is bij mij nooit gebeurd. Ik heb nooit een vraag gehad over iets wat niet in rapport staat.
Er kan weleens verschil van mening zijn of een onderdeel, bijvoorbeeld een zijpaneel, moet worden vervangen of hersteld. Hoe gaat u daarmee om?
- Wij leggen ons oordeel daarover vast. Dat doen wij op basis van onze kennis ervaring. Wij hebben daarover geen contact met de taxateur van de aangever.
Ontvangt u ook werkinstructies van [bedrijf 1] ?
- Er is een algemene werkinstructie over hoe de schouw moet worden uitgevoerd. Die is digitaal beschikbaar en ligt geprint op kantoor. Wij krijgen geen instructie over hoe we om moeten gaan met specifieke dossiers, ook niet over hoe om te gaan met specifieke schades.
Heeft u uitleesapparatuur beschikbaar?
- Nee, wij kunnen alleen controleren aan de hand van storingslampjes op het display van de auto.
Stel dat u geen lampjes ziet branden terwijl die schade wel wordt aangegeven? Wat is dan de conclusie?
- De conclusie is dan dat er geen lampje brandt. Wij verbinden er dan verder geen conclusies aan. Wij maken dan ook een foto van het display.
Vragen van de zijde van verweerder
Ik heb begrepen dat in [plaatsnaam 3] de auto naar het taxatievlak wordt begeleid door een logistiek medewerker. Hoe zit dat in [plaatsnaam 4] ?
- Op de locatie [plaatsnaam 4] rijdt de aangever de auto zelf naar het taxatievlak. Daarna wordt gevraagd of ze bij de receptie willen wachten, maar als ze willen kunnen ze ook op afstand kijken naar de schouw.
Bemoeien ze zich er wel eens mee?
- Ja, soms geven ze dan aanwijzingen op welke schade specifiek moet worden gelet of ze vragen aandacht voor schade die in het schaderapport niet is meegecalculeerd.
Soms vragen ze ook na afloop of alles akkoord is bevonden, maar daar kunnen we geen antwoord opgeven.
Partijen doen afstand van de getuige en de getuige verlaat de zittingszaal.
De rechtbank brengt de procesafspraken ter herinnering die zijn gemaakt op de zitting van 15 november 2021. Verder zal het proces-verbaal van dit getuigenverhoor zo spoedig mogelijk en uiterlijk volgende week woensdag, aan partijen worden gezonden.
De rechter-commissaris sluit het onderzoek ter zitting.
Waarvan proces-verbaal,
Griffier
De rechter-commissaris is buiten staat dit proces-verbaal te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Beleidsregel van de Minister van Veiligheid en Justitie van 8 juli 2014, nr. 436935, Staatscourant 2014, 20210, en de Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 27 oktober 2017, Staatscourant 2017, 62751.
2.Artikel 10, eerste lid, Wet BPM.
3.Artikel 10, vijfde lid, Wet BPM.
4.Hoge Raad 17 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:63.
5.Artikel 3.5 van bijlage 1 bij de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.
6.HR 12 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1084.
7.HvJ 23 april 2020, ECLI:EU:C:2020:292 (Sole-Mizo), rechtsoverwegingen 66 tot en met 69.
8.Hoge Raad 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:341, en Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1789.
11.Beleidsregel van de Minister van Veiligheid en Justitie van 8 juli 2014, nr. 436935, Staatscourant 2014, 20210, samen met de Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 27 oktober 2017, Staatscourant 2017, 62751.
12.Hoge Raad 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2358.