Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De kern van het geschil
2.De procedure
- het tussenvonnis van 15 september 2021
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende een wijzing van eis
- de door [gedaagde] toegezonden producties 15 tot en met 17
- het verkort proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 februari 2022
- de akte overlegging producties 18 en 19 van [gedaagde]
- de antwoordakte van [eiser] met productie 18
- het rolbericht van 25 maart 2022 van de zijde van [gedaagde] inhoudende een bezwaar tegen de antwoordakte.
3.De feiten
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
2020-02-13 Woonboerderij gereed maken voor verkoop’.
2020-02-13 – Woonboerderij gereed maken voor verkoop’. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] tegenover de gemotiveerde betwisting van [gedaagde] onvoldoende gesteld om te komen tot de conclusie dat hij er op grond van mededelingen van [aannemersbedrijf] gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat tussen [gedaagde] en [aannemersbedrijf] een vaste prijs dan wel een richtprijs gold en dat dit bedrag ook als maximum zou gelden in zijn relatie tot [gedaagde] .
“Waarom moet in een kostenoverzicht hebben? Heb met [eiser] afgesproken dat ik met hem afreken”.
€ 1.313,26
€ - 7.882,50
€ -190.248,94
€-180.327,79
2.785,00(2,5 punten × tarief € 1.114,00)