Op 12 augustus 2022 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om deze voortzetting, omdat er bij de betrokkene, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], een aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel bestond. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond in de accommodatie van GGNet, zijn de betrokkene, haar advocaat, de behandelcoördinator, de coassistent en een psychiater gehoord. De betrokkene had aangegeven dat zij suïcidaal was en geen uitweg meer zag uit de chaos in haar hoofd. De behandelcoördinator en behandelaren bevestigden dat de suïcidaliteit nog steeds aanwezig was en dat er geen concreet perspectief op behandeling was zonder eerst rust te creëren.
De rechtbank oordeelde dat de overgelegde medische verklaring summier was en dat nadere toelichting van een onafhankelijke specialist noodzakelijk was. Desondanks was de rechtbank van mening dat er voldoende informatie was om het ernstige vermoeden van een psychische stoornis te staven. De rechtbank concludeerde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht, en dat een voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, inclusief verplichte zorg, voor een periode van drie weken, met de mogelijkheid van opname in een prikkelarme omgeving indien de betrokkene hieraan niet vrijwillig wilde meewerken.
De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. R.A. Eskes, rechter, in tegenwoordigheid van J.J. van den Boogaard, griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 augustus 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.