ECLI:NL:RBGEL:2022:5281

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 augustus 2022
Publicatiedatum
13 september 2022
Zaaknummer
C/05/406570 / FA RK 22-2208
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) met inachtneming van termijnoverschrijding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 augustus 2022 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging was ingediend door de officier van justitie, naar aanleiding van een crisismaatregel die aan betrokkene was verleend. De rechtbank constateerde dat de beslistermijn van drie weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:2 lid 1 aanhef en onder b Wvggz, was overschreden, maar oordeelde dat dit niet in de weg stond aan een beslissing op het verzoek. De rechtbank hield rekening met de continuïteit van de zorg die betrokkene had ontvangen en besloot de duur van de termijnoverschrijding in mindering te brengen op de duur van de zorgmachtiging.

Betrokkene, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type en een autismespectrumstoornis, had tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij stabiel was en vrijwilligerswerk deed. Hij had echter ook zorgen over zijn medicatie en de bijwerkingen daarvan. De psychiater bevestigde dat betrokkene goed reageerde op de huidige medicatie, maar dat er risico's verbonden waren aan het overstappen van depotmedicatie naar medicatie in tabletvorm. De rechtbank oordeelde dat, gezien de kwetsbaarheid van betrokkene en het risico op ernstig nadeel, een zorgmachtiging noodzakelijk was. De rechtbank verleende de zorgmachtiging tot en met 11 februari 2023, met de mogelijkheid om in te grijpen indien de situatie van betrokkene verslechterde. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter R.A. Eskes, in tegenwoordigheid van griffier Y.J.J. Lanz.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/406570 / FA RK 22-2208
Datum mondelinge uitspraak: 18 augustus 2022
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
voor wie een voortzetting crisismaatregel is verleend die gold tot en met 25 juli 2022,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. L.S.J. de Korte te ‘s-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 21 juli 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2022, in de accommodatie van Pro Persona in Nijmegen.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mw. [naam psychiater] , als psychiater verbonden aan Pro Persona.
1.4.
Omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
De rechtbank stelt vast dat het verzoekschrift op 21 juli 2022 is ingediend. In artikel 6:2 lid 1 aanhef en onder b Wvggz is bepaald dat de rechter uiterlijk drie weken na ontvangst van een verzoekschrift voor een zorgmachtiging uitspraak moet doen. Deze beslistermijn is in deze zaak overschreden, maar de rechtbank is van oordeel dat dit niet in de weg staat aan een beslissing op het verzoek. In de wet zijn geen gevolgen verbonden aan de overschrijding van deze termijn. De enkele termijnoverschrijding maakt dan ook niet dat de officier van justitie in het verzoek niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard of dat het verzoek enkel om die reden zou moeten worden afgewezen [1] . In de gegeven omstandigheden heeft de termijnoverschrijding niet (kenbaar) geleid tot ernstig nadeel of tot een schending van de belangen van betrokkene: na afloop van de crisismaatregel is hij weer naar huis gegaan.
2.2.
Betrokkene heeft verklaard dat hij al een aantal weken meer vrijheden heeft. Hij doet vrijwilligerswerk. Hij wil graag in gesprek met de psychiater over zijn medicatie. Hij is niet tegen medicatie, maar hij heeft erg last van bijwerkingen. Hij is daarnaast ook geen voorstander van een depot en wenst liever medicatie in tabletvorm. Verder is hij van plan om binnenkort voor acht weken naar zijn vrouw in Kenia te gaan en een zorgmachtiging moet daar niet aan in de weg staan.
2.3.
De psychiater heeft aangegeven dat betrokkene tijdens de opname met moeite is ingesteld op medicatie, maar dat het nu goed met hem gaat. Betrokkene is weer zichzelf. De behandelaars zijn wel geschrokken van de forse ontregeling van betrokkene en het gedrag dat hij toen liet zien. Betrokkene heeft al verschillende soorten medicatie geprobeerd. Op de huidige medicatie reageert betrokkene goed, maar hij heeft wel last van bijwerkingen. De psychiater benadrukt dat medicatie noodzakelijk is, maar betrokkene ziet dat soms anders. Het overstappen van depotmedicatie naar medicatie in tabletvorm is een risico, maar gezien de sterke wens van betrokkene is zij wel bereid om dit risico te nemen als de zorgmachtiging wordt toegewezen. Met zorgmachtiging is er immers eerder een mogelijkheid in te grijpen als dit toch niet goed zou gaan. Bovendien is het innemen van de medicatie in tabletvorm eenvoudiger dan depotmedicatie als betrokkene straks naar Kenia gaat.
2.4.
De advocaat verzoekt primair om afwijzing van het verzoek. Betrokkene is stabiel en heeft daarom geen zorgmachtiging nodig. Hij heeft dagbesteding en zorgt ervoor dat hij zijn medicatie blijft gebruiken. Daarnaast voert de advocaat aan dat betrokkene zich niet herkent in bepaalde dingen die staan beschreven in het verzoekschrift. Zo zou hij de psychiater niet hebben aangevallen of met gebalde vuisten de kamer zijn ingelopen.
Indien het verzoek wordt toegewezen, vertrouwt de advocaat erop dat dit niet in de weg staat aan het bezoek van betrokkene aan zijn vrouw in Kenia.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type en een autismespectrumstoornis. Nog recent is sprake geweest van een manisch-psychotische decompensatie.
2.6.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
  • gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
2.7.
Om het ernstige nadeel af te wenden en zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig. Betrokkene heeft verschillende (manisch-) psychotische episodes doorgemaakt. Hij is daardoor kwetsbaar en medicatie is noodzakelijk. Betrokkene en de psychiater zitten nog niet volledig op één lijn over de medicatie. Betrokkene heeft de sterke wens om over te stappen van depotmedicatie naar medicatie in tabletvorm. Het instellen op een andere vorm van medicatie brengt risico’s mee. Alleen al daarom is de rechtbank van oordeel dat een zorgmachtiging noodzakelijk is, zodat kan worden ingegrepen als het toestandsbeeld van betrokkene verslechtert. Zoals ook tijdens de mondelinge behandeling is besproken, hoeft een zorgmachtiging het bezoek van betrokkene aan zijn vrouw in Kenia niet in de weg te staan, maar er kunnen wel voorwaarden aan het bezoek worden gesteld. Er zal minder toezicht op betrokkene bestaan als hij naar Kenia gaat, maar dit kan ook een goede opstap zijn om te bekijken hoe betrokkene omgaat met deze vrijheid en of het hem lukt om de verantwoordelijkheid te nemen ten aanzien van het innemen van zijn medicatie.
2.8.
Gelet op het voorgaande is gebleken dat er nog onvoldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de volgende genoemde vormen van zorg noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
het opnemen in een accommodatie.
De rechtbank wijst de vorm van verplichte zorg ‘het toedienen van vocht en voeding’ af, omdat de psychiater tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat dit niet noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden.
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
2.12.
Hoewel de wet geen consequentie verbindt aan de overschrijding van de in artikel 6:2 lid 1 onder b Wvggz genoemde beslistermijn, zal de rechtbank betrokkene wel tegemoetkomen en rekening houden met de overschrijding, omdat in de afgelopen periode de zorg is gecontinueerd. Er had uiterlijk 11 augustus 2022 moeten worden beslist op het verzoek en daarom zal de rechtbank de duur van de termijnoverschrijding in mindering brengen op de duur van de zorgmachtiging. De rechtbank zal daarom de zorgmachtiging verlenen tot en met 11 februari 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[naam betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.8. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
11 februari 2023;
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 augustus 2022 door mr. R.A. Eskes, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Y.J.J. Lanz, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 augustus 2022.
de griffier is buiten staat deze
beschikking te ondertekenen
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel cassatie open.

Voetnoten

1.Vergelijk, voor een iets andere situatie, Hoge Raad 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1143.