ECLI:NL:RBGEL:2022:5403

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
C/05/388622 / HA ZA 21-270
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
  • H.F.R. van Heemstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in incassoprocedure met aansprakelijkheid uitzendbureau voor fouten uitzendkracht en toepasselijkheid algemene voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 september 2022 een tussenvonnis gewezen in een incassoprocedure tussen Jobxion Vakmensen B.V. en de gedaagden Prefab Totaal en Bouw Totaal. Jobxion vordert betaling van openstaande facturen die zijn ontstaan uit inleenovereenkomsten met Prefab Totaal en Bouw Totaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat Prefab Totaal en Bouw Totaal zustervennootschappen zijn en dat Jobxion in 2019 diverse inleenovereenkomsten met Prefab Totaal heeft gesloten. De vorderingen van Jobxion zijn gebaseerd op de niet-betaling van facturen, waarbij de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen ter discussie staat. De rechtbank heeft de feiten en de procedure besproken, waaronder eerdere correspondentie en de inhoud van de algemene voorwaarden. Jobxion heeft de gedaagden gesommeerd tot betaling, maar Prefab Totaal heeft betwist dat zij de facturen verschuldigd is, onder andere omdat de werkzaamheden van de uitzendkracht niet aan de verwachtingen voldeden. De rechtbank heeft de partijen opgedragen om bewijsstukken te overleggen en heeft verdere beslissingen aangehouden tot het eindvonnis in conventie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/388622 / HA ZA 21-270
Vonnis van 28 september 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JOBXION VAKMENSEN B.V.,
gevestigd te Tiel,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. S.A.C. Verzaal te Utrecht,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FABRILIS B.V.(mede handelend onder de naam PREFAB TOTAAL),
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOUW TOTAAL COMBINATIE B.V.,
gevestigd te Halderberge,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. S.H.M. van den Elsen te Bergen op Zoom.
Partijen zullen hierna Jobxion en Prefab Totaal en Bouw Totaal genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 12 januari 2022
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 10 mei 2022
  • de conclusie van antwoord in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Prefab Totaal en Bouw Totaal zijn zustervennootschappen en beide actief in de bouw. De heer [naam 1] is (middellijk) enig aandeelhouder en bestuurder van beide rechtspersonen.
2.2.
Jobxion heeft medio 2019 diverse inleenovereenkomsten gesloten met Prefab Totaal.
2.3.
Jobxion bedingt bij inleenovereenkomsten toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (hierna: de algemene voorwaarden).
2.4.
In de algemene voorwaarden (productie 5 van Jobxion) komen onder meer de volgende passages voor:
“ARTIKEL 4WIJZE VAN FACTURERING
4.1.
De facturen van de uitzendonderneming zijn, tenzij anders afgesproken, gebaseerd op de ingevulde en door de inlener voor akkoord bevonden tijdverantwoording, alsmede het inlenerstarief en eventueel bijkomende toeslagen en (on)kosten.
4.2
De inlener is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en accordering van de tijdverantwoording. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de tijdverantwoording, tenzij anders overeengekomen.
(…)
4.7
De inlener draagt er zorg voor dat de facturen van de uitzendonderneming zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum zijn betaald.
(…)
ARTIKEL 5BETALINGSVOORWAARDEN
(…)
5.3
Als de inlener een factuur betwist, zal dit binnen acht dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door de inlener aan de uitzendonderneming kenbaar worden gemaakt, op straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de betalingsverplichting van de inlener niet op.
5.4
Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door de inlener van enig door hem verschuldigd bedrag, is hij met ingang van de vervaldatum van betreffende factuur van rechtswege in verzuim. Vanaf dat moment is de inlener tevens een vertragingsrente van 1% per maand, een gedeelte van een maand voor een hele maand rekenende, over het factuurbedrag aan de uitzendonderneming verschuldigd.
5.5
Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die de uitzendorganisatie moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de inlener, zijn voor rekening van de inlener. De buitengerechtelijke incassokosten van de uitzendonderneming, te berekenen over het te incasseren bedrag, worden met een minimum van € 500,00 vastgesteld op ten minste 15% van de hoofdsom.
5.6
Indien de inleenovereenkomst is aangegaan met meer dan één inlener, welke inleners behoren tot dezelfde groep van ondernemingen, dan zijn alle inleners hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen uit hoofde van dit artikel, ongeacht de tenaamstelling van de factuur.
(…)
ARTIKEL 7
AANSPRAKELIJKHEID
7.1
Behoudens bepalingen van dwingend recht, alsmede met inachtneming van de algemene normen van redelijkheid en billijkheid, is de uitzendonderneming niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de uitzendkracht, de inlener of aan zaken dan wel personen bij of van de inlener of een derde, verband houdend met een inleenovereenkomst, waaronder mede te verstaan schade die is ontstaan als gevolg van:a. de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht door de uitzendonderneming aan de inlener, ook wanneer mocht blijken dat die uitzendkracht niet blijkt te voldoen aan de door de inlener aan hem gestelde vereisten (…)
c. toedoen of nalaten van de uitzendkracht (…)
7.2
Eventuele aansprakelijkheid van de uitzendonderneming voor enige directe schade is in ieder geval, per gebeurtenis, beperkt tot:a. het bedrag dat de verzekering van de uitzendonderneming uitkeert, dan wel;
b. indien de uitzendonderneming niet voor de betreffende schade is verzekerd of de verzekering niet (volledig) uitkeert, het door de uitzendonderneming gefactureerde bedrag.(…)
7.3
Voor gevolgschade zoals gederfde winst en gemiste besparingen en voor indirecte schade, is de uitzendonderneming nimmer aansprakelijk.(…).”
2.5.
Voor het uitlenen van personeel heeft Jobxion aan Prefab Totaal € 10.855,75 en aan Bouw Totaal € 39.152,62 in rekening gebracht. De betreffende facturen zijn door Prefab Totaal en Bouw Totaal niet betaald. Daarop heeft Jobxion haar vordering in handen gesteld van een incassobureau.
2.6.
Jobxion heeft op verzoek van Prefab Totaal de hiervoor bedoelde facturen, voor zover die op naam van Bouw Totaal waren gesteld, op naam van Prefab Totaal gesteld.
2.7.
Het incassobureau heeft de aangepaste facturen per e-mail van 12 maart 2020 aan Prefab verzonden. In deze e-mail (productie 9 van Jobxion) komen onder meer de navolgende passages voor:
“ Geachte [naam 8] ,(…)In het laatste telefonisch onderhoud liet u ons weten, nog steeds bereid te zijn de onderhavige vordering te voldoen. indien de facturen op naam van PREFAB TOTAAL B.V. zouden komen te staan
Cliente heeft geheel onverplicht aan dit verzoek voldaan.
Hoe dies ook zij wij stellen u in de gelegenheid, om het schuldig erkende bedrag groot 39.152.62 euro aan hoofdsom, uiterlijk voor of op 20-03-2020 aan ons te voldoen (…)
Bij gebreke van tijdige betaling behoud cliente zich het recht voor om de bijgaande facturenweer te crediteren en de oorspronkelijke facturen op Bouw TOTAAL COMBINATIE B.V. in en buiten rechte te verhalen
(…). ”
2.8.
Prefab Totaal heeft bij brief van 27 augustus 2019 (productie 3 van Prefab Totaal en Bouw Totaal) bij Jobxion gereclameerd over de kwaliteit van het door uitzendkracht [naam 2] (hierna: [naam 2] ) geleverde werk. Prefab heeft bij die brief foto’s meegezonden van het resultaat van de door [naam 2] verrichte werkzaamheden.
Prefab Totaal heeft daarbij Jobxion gesommeerd om binnen 3 dagen schriftelijk te bevestigen dat Jobxion aansprakelijkheid ter zake erkent en dat Jobxion de werkzaamheden binnen 7 dagen zal laten herstellen door een zelfstandig werkende timmerman. Tevens maakt Prefab Totaal jegens Jobxion aanspraak op vergoeding van kosten ter zake van foutief gezaagde en onbruikbaar geworden materialen. Tot slot heeft Prefab Totaal het recht voorbehouden om bij gebreke van een schriftelijke bevestiging van Jobxion de gebreken door derden te laten herstellen.
2.9.
Namens Jobxion heeft [naam 3] per e-mail van 28 augustus 2019 (productie 7 van Prefab Totaal) aan Prefab Totaal het volgende medegedeeld:
“(…)
Dank voor de brief en foto’s.
Ik ben het ermee eens dat dit er niet erg fraai uit ziet en je dit niet mag verwachten van een zelfstandig werkend timmerman.(…)
Ik ga ervoor zorgen dat (…) het werk wordt opgelost of gecompenseerd en kom hier zo snel mogelijk op terug.”
2.10.
Jobxion heeft in de persoon van [naam 4] , commercieel manager, bij brief van 29 augustus 2019 (productie 25 van Jobxion) aansprakelijkheid voor het beweerdelijk tekortschieten door [naam 2] van de hand gewezen.
2.11.
Jobxion is niet overgegaan tot het doen herstellen van de door Prefab Totaal gestelde gebreken ten aanzien van de werkzaamheden van [naam 2] .
2.12.
Over de juistheid van de aangepaste facturen heeft nadien veelvuldig overleg tussen Jobxion en Prefab Totaal plaatsgevonden, waarop Jobxion andermaal facturen heeft aangepast. Tot aan 20 januari 2021 heeft dit niet tot betaling van (een gedeelte van) de facturen geleid.
2.13.
De advocaat van Jobxion heeft per e-mail van 20 januari 2021(producties 17 A tot en met 17 D van Jobxion) aan de advocaat van Prefab Totaal creditnota’s, een gehandhaafde factuur met als factuurdatum 11 augustus 2019 alsmede aangepaste facturen (alle met factuurdatum 20 januari 2021) verzonden.
In deze e-mail wordt verzocht om per direct, doch uiterlijk op 3 februari 2021 de factuur van 11 augustus 2019 te betalen (€ 1.208,28, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten)) en de overige facturen van 20 januari 2021 ad in totaal € 48. 376,87 uiterlijk op 3 februari 2021 te betalen.
2.14.
De advocaat van Prefab Totaal heeft per e-mail van 1 februari 2021 (productie 18 van Jobxion het volgende aan de advocaat van Jobxion medegedeeld:
“Cliënte heeft inmiddels de nodige tijd gestoken om de door uw cliënte gecorrigeerde onjuiste facturen wederom grondig door te nemen. Wat nog steeds resteert zijn de gefactureerde uren voor de werkzaamheden van de heer [naam 2] , waarvoor al meermaals namens cliënte met nadere motivering is aangegeven dat en waarom die onterecht wordengefactureerd. Ten onrechte blijft uw cliënte die werkzaamheden wel aan mijn cliënte doorbelasten. Cliënte gaat daarmee niet akkoord.De vordering wegens beweerdelijke rente en kosten van uw cliënte wordt eveneens onverkort als ongegrond betwist (…).”
2.15.
Prefab Totaal heeft niet aan het hiervoor onder 2.13 vermelde verzoek voldaan, waarna Jobxion per e-mail van 11 februari 2021 (productie 19 van Jobxion) Prefab Totaal heeft gesommeerd om uiterlijk 17 februari 2021 het openstaande bedrag in hoofdsom, vermeerderd met buitenrechtelijke incassokosten en rente (ad in totaal € 55.792,09) te voldoen.
2.16.
Prefab Totaal heeft niet aan deze sommatie voldaan. Prefab Totaal heeft wel tot en met 5 mei 2021 een aantal deelbetalingen ad in totaal € 19.521,50 verricht.

3.De vordering in conventie

3.1.
Jobxion vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Prefab en Bouw Totaal hoofdelijk zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Jobxion te voldoen, waarbij als de een betaalt de ander voor dat deel zal worden gekweten:
a. de hoofdsom van € 48.247,65, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per (gedeelte van de) maand (subsidiair de wettelijke handelsrente) berekend vanaf de vervaldag van de facturen tot en met 6 mei 2021 ad € 2.248,82, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten ad € 7.237,15 (subsidiair € 1.248,36 conform de staffel BIK), minus de tot en met 5 mei 2021 gedane betalingen ad € 19.521,50,
b. de contractuele rente van 1% per (gedeelte van de) maand (subsidiair de wettelijke handelsrente) over de (resterende) hoofdsom als gevorderd onder a, berekend vanaf 7 mei 2021 tot aan de dag van algehele voldoening,
c. de kosten van dit geding, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en -voor het geval voldoening van de (proces)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- deze (proces)kosten te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te rekenen vanaf bedoelde termijn van voldoening,
d. de nakosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en -voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de kosten (salaris advocaat en betekening exploot), vermeerderd met de wettelijke rente daarover te rekenen vanaf de betekening van de uitspraak tot aan de dag der voldoening.
3.2.
Jobxion baseert haar vordering tegen de achtergrond van de vaststaande feiten op de volgende stellingen.
Jobxion heeft diverse inleenovereenkomsten gesloten, niet alleen met Prefab Totaal maar in dezelfde periode tevens met Bouw Totaal.
Door het enkel feit dat de betalingstermijnen van de facturen zijn vervallen is Prefab Totaal zonder dat daartoe een ingebrekestelling is vereist in verzuim met betrekking tot haar betalingsverplichtingen. Dit volgt uit artikel 6:83 sub a BW alsmede artikel 5.4 van de algemene
voorwaarden. Op grond van artikel 5.4 van de algemene voorwaarden maakt zij aanspraak op vergoeding van de contractuele vertragingsrente van 1% per (gedeelte van de) maand, dit met ingang van de vervaldatum van de facturen tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarnaast maakt zij op grond van artikel 5.5 van de algemene voorwaarden aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, zijnde 15% van de hoofdsom.
Zij heeft de deelbetalingen van Prefab Totaal eerst in mindering gebracht op de kosten, vervolgens op de verschenen rente en tenslotte op de hoofdsom en de lopende rente.
Op grond van artikel 5.6 van de algemene voorwaarden zijn Prefab Totaal en Bouw Totaal, ongeacht de tenaamstelling van de factuur, hoofdelijk aansprakelijk voor betaling van de openstaande facturen, omdat Prefab Totaal en Bouw Totaal onderdeel uitmaken van
hetzelfde concern.

4.Het verweer in conventie

4.1.
Prefab en Bouw Totaal concluderen dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Jobxion in haar vorderingen niet-ontvankelijk zal verklaren, althans deze vorderingen zal afwijzen, met veroordeling van Jobxion in de kosten van het geding, de kosten van de advocaat en het griffierecht daaronder begrepen alsmede in de nakosten, beide te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en -voor het geval voldoening van de kostenveroordeling binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de kostenveroordeling vanaf bedoelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel een beslissing zal nemen die de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
4.2.
Prefab Totaal en Bouw Totaal hebben onder meer de navolgende verweren gevoerd.
Zij hebben Jobxion meerdere keren verzocht om de facturen op de juiste wijze te corrigeren.
Bij de per e-mail van 12 maart 2020 gestuurde facturen zijn inhoudelijke fouten (onjuiste tarieven) niet gecorrigeerd. Daarnaast zijn de oorspronkelijk op naam van Bouw Totaal gestelde facturen na wijziging van de tenaamstelling door Jobxion ten onrechte op de oude factuurdatum gelaten. Prefab Totaal heeft daarop direct aan Jobxion laten weten dat een dergelijk antedateren van de facturen frauduleus is en niet is toegestaan.
Jobxion heeft op 20 januari 2021 de geantedateerde facturen gecrediteerd en de facturen zijn toen op de actuele datum gesteld. Jobxion heeft echter niet tevens alle onjuistheden in de facturen gecorrigeerd. Dit betreft de werkzaamheden van [naam 2] . De facturen voor de beweerdelijke werkzaamheden van [naam 2] zijn nooit door Prefab Totaal akkoord bevonden, mede omdat hij die werkzaamheden niet heeft verricht. Bij die werkzaamheden ontbreekt daarom het vereiste urenbriefje. Het gaat daarbij om 4 facturen ad in totaal
€ 5.358,--. Dit bedrag is Prefab Totaal dus niet verschuldigd. Zij beroept zich op opschorting en verrekening.
Jobxion heeft per e-mail van 28 augustus 2019 (productie 7 van Prefab Totaal) de verwijten die Prefab haar maakt erkend en aangegeven een en ander op te lossen en Prefab Totaal te compenseren, maar is die toezegging niet nagekomen. Jobxion heeft niet voldaan aan de sommatie van 27 augustus 2019. Jobxion verkeert daardoor in schuldeisersverzuim. Dit betekent dat Prefab Totaal niet in verzuim kan zijn.
Zij heeft de door [naam 2] veroorzaakte gebreken zelf moeten oplossen. De daarmee gemoeide kosten bedragen in totaal € 8.044,19 exclusief BTW. Prefab beroept zich in dit verband op opschorting en verrekening.
Prefab Totaal is niet door het verstrijken van de betalingstermijn van rechtswege in verzuim geraakt, omdat geen sprake is van een overeengekomen (fatale) (betalings)termijn. Van januari 2021 tot 25 augustus 2021 heeft Prefab Totaal de volgens haar correcte facturen tot een totaalbedrag van € 43.930,87 betaald. Prefab Totaal heeft met deze betalingen al hetgeen voldaan wat zij aan Jobxion verschuldigd was.
Vanwege het ontbreken van verzuim van Prefab Totaal en het schuldeisersverzuim van Jobxion is Prefab Totaal geen rente aan Jobxion verschuldigd. Los daarvan is Prefab Totaal gen rente verschuldigd geraakt omdat zij, nadat de facturen op een juiste wijze waren
gecorrigeerd, conform haar toezegging de betalingen binnen een vergelijkbaar tijdspad heeft gedaan als zij bij de oorspronkelijke (foute) facturen had moeten doen. Prefab Totaal vernietigt het rentebeding omdat de daaruit voortvloeiende rentevordering bovenmatig is en het een onredelijk bezwarend beding is, zeker gezien de achtergrond van deze kwestie. Met betrekking tot de bovenmatige rente doet zij tevens een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:248 BW.
Vanwege het ontbreken van verzuim van Prefab Totaal en het schuldeisersverzuim van Jobxion is Prefab Totaal ook geen buitengerechtelijke incassokosten aan Jobxion verschuldigd.
De buitengerechtelijke incassokosten dienen te worden gematigd tot nihil omdat de hoogte daarvan veel hoger is dan op grond van een normaal tarief verschuldigd zou zijn geweest.
Tevens beroept zij zich op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:248 BW.
Jobxion heeft de rente onjuist berekend omdat zij niet conform artikel 6:44 lid 2 en 3 BW de door Prefab aan specifieke kosten toegeschreven betalingen van de betreffende kosten heeft afgehaald.
Bouw Totaal heeft Jobxion niet benaderd voor het inlenen van uitzendkrachten. Er zijn nimmer overeenkomsten tot stand gekomen tussen Jobxion en Bouw Totaal. Jobxion heeft ook geen uitzendkrachten bij Bouw Totaal tewerkgesteld. Bouw Totaal is niet naast Prefab Totaal hoofdelijk aansprakelijk voor de openstaande facturen.

5.De vordering in reconventie

5.1.
Prefab Totaal vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Jobxion zal veroordelen om aan Prefab Totaal te betalen een bedrag van € 8.044,19 exclusief BTW, te vermeerderen met de BTW over de vordering alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2019 althans vanaf 1 december 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Jobxion in de kosten van het geding, de kosten van de advocaat en het griffierecht daaronder begrepen alsmede in de nakosten, beide te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en -voor het geval voldoening van de kostenveroordeling binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de kostenveroordeling vanaf bedoelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening, dan wel een beslissing zal nemen die de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
5.2.
Het verweer in conventie vormt tevens de grondslag voor de vordering in reconventie.
Daarnaast heeft Prefab Totaal aangevoerd dat Jobxion wettelijke rente is verschuldigd vanaf de dag dat zij in verzuim is, te weten vanaf 31 augustus 2019, althans vanaf 1 december 2021.

6.Het verweer in reconventie

6.1.
Jobxion concludeert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Prefab Totaal in haar vorderingen niet-ontvankelijk zal verklaren, althans haar deze zal ontzeggen, met veroordeling van Prefab Totaal in de kosten van deze procedure.
6.2.
Op het verweer van Jobxion zal, voor zover van belang, hierna nader worden ingegaan.

7.De beoordeling

in conventie

zijn er inleenovereenkomsten tot stand gekomen tussen Jobxion en Bouw Totaal?
7.1.
De eerste vraag die hier beantwoord dient te worden is of Jobxion niet alleen inleenovereenkomsten heeft afgesloten met Prefab Totaal, maar of Jobxion dergelijke overeenkomsten ook heeft afgesloten met Bouw Totaal, nu de laatste dit gemotiveerd heeft
tegengesproken.
7.2.
Jobxion heeft als productie 4 D, 4 E en F inleenovereenkomsten tussen Jobxion en Bouw Totaal in het geding gebracht. Deze betreffen de uitzendkrachten [naam 5] , [naam 6] en [naam 7] . Deze overeenkomsten zijn door Jobxion ondertekend, maar niet door Bouw Totaal.
Prefab Totaal en Bouw Totaal hebben bij incidentele conclusie houdende exceptie van
onbevoegdheid als productie 1 dezelfde inleenovereenkomsten in het geding gebracht. Bij deze exemplaren is telkens “Bouw Totaal Combinatie” doorgestreept en vervangen door
“Prefab Totaal”. Deze exemplaren zijn door Jobxion ondertekend. Onder “Akkoord Prefab Totaal” staat eveneens een handtekening.
Deze discrepantie tussen de door partijen in het geding gebrachte inleenovereenkomsten heeft geen onderdeel uitgemaakt van het partijdebat.
Onder deze omstandigheden zal Jobxion worden opgedragen om bij akte de beweerdelijk door haar met Bouw Totaal afgesloten inleenovereenkomsten, voorzien van een handtekening van Bouw Totaal in het geding te brengen.
is toepasselijkheid van de algemene voorwaarden overeengekomen?
7.3.
Prefab Totaal en Bouw Totaal hebben betwist dat de algemene voorwaarden
van toepassing zijn. Bouw Totaal voert daartoe primair aan dat er geen inleenovereenkomsten tussen haar het Jobxion tot stand zijn gekomen en subsidiair sluit zij zich aan bij het hierna te beoordelen verweer van Prefab Totaal.
Prefab Totaal voert aan dat zij alleen de eerste pagina van de offerte van Jobxion met een handtekening voor akkoord naar Jobxion heeft teruggestuurd, maar de tweede pagina (waarop wordt verwezen naar de algemene voorwaarden niet), zodat ter zake geen wilsovereenstemming tussen haar en Jobxion is tot stand gekomen.
Dit verweer wordt verworpen. Het enkele feit dat Prefab Totaal de tweede pagina, waarvan zij niet stelt dat zij die niet heeft ontvangen, niet ondertekend naar Jobxion heeft geretourneerd, is onvoldoende om aan toepasselijkheid van de algemene voorwaarden te ontkomen.
Jobxion mocht er immers van uitgaan dat Prefab Totaal kennis heeft genomen van de tweede pagina van de offerte en door niet bij het retourneren van de eerste pagina toepasselijkheid van de algemene voorwaarden uitdrukkelijk van de hand te wijzen, heeft Jobxion er gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat Prefab Totaal, een ondernemer, de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, die niet ongebruikelijk zijn bij uitzendorganisaties, stilzwijgend heeft aanvaard.
Mocht komen vast te staan dat ook tussen Jobxion en Bouw Totaal inleenovereenkomsten tot stand zijn gekomen, dan geldt dat Bouw Totaal eveneens aan de algemene voorwaarden is gebonden.
welke facturen worden door Prefab Totaal erkend?
7.4.
Op grond van de e-mail van de advocaat van Jobxion aan de advocaat van Prefab Totaal d.d. 20 januari 2021 en de reactie daarop van de advocaat van Prefab Totaal kan
- zoals de rechtbank al tijdens de mondelinge behandeling aan partijen heeft voorgehouden - worden vastgesteld dat Prefab Totaal de juistheid van de per e-mail van 20 januari 2021 toegezonden facturen (productie 28 van Jobxion), op de facturen die betrekking hebben op de werkzaamheden van [naam 2] na, heeft erkend.
7.5.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling is komen vast te staan dat -anders dan Prefab Totaal heeft gesteld- Prefab Totaal niet in totaal € 43.930,87 aan Jobxion heeft betaald, maar een bedrag van in totaal € 42.889,65, zoals dit bedrag blijkt uit productie 28 van Jobxion, zijnde de berekening tot en met 10 mei 2022.
Van de deelbetalingen heeft Jobxion € 34.120,81 toegerekend aan de hoofdsom
,€ 7.237,15 aan de buitengerechtelijke incassokosten en € 1.531,69 aan de rente.
[naam 2]
7.6.
Met betrekking tot de facturen die betrekking hebben op de werkzaamheden van [naam 2] wordt vooropgesteld dat op grond van de algemene voorwaarden Prefab Totaal de uren van een uitzendkracht alleen dan behoeft te betalen indien de door de betreffende uitzendkracht op een urenbriefje opgegeven uren die deze heeft gewerkt door Prefab Totaal zijn geaccordeerd door (digitale) ondertekening daarvan.
7.7.
Het partijdebat op dit punt gaat over de volgende 4 facturen:
- factuur 150-VF00010048 ad € 912,-- d.d. 11 augustus 2019;
  • factuur VF-21000212 ad € 1.520,-- d.d. 20 januari 2021;
  • factuur VF-21000214 ad € 1.520,-- d.d. 20 januari 2021;
  • factuur VF- 21000218 ad € 1.406,-- d.d. 20 januari 2021.
Het totaal van deze facturen bedraagt € 5.358,--
7.8.
Jobxion stelt zich op het standpunt dat Prefab Totaal blijkens de hiervoor sub 2.6 weergegeven inhoud van de e-mail van 12 maart 2020 heeft toegezegd de openstaande facturen te betalen zodra deze op naam van Prefab Totaal zouden zijn gesteld.
Het debat had destijds uitsluitend betrekking op de door Jobxion aan Bouw Totaal verzonden facturen, waarvan Prefab Totaal en Bouw Totaal zich op het standpunt stelden dat Bouw Totaal die facturen niet behoefde te betalen omdat Jobxion nimmer uitzendkrachten aan Bouw Totaal had uitgeleend. Prefab Totaal en Bouw Totaal hebben niet gesteld dat onder de aan Bouw Totaal verzonden facturen ook facturen zijn begrepen die betrekking hebben op de door [naam 2] verrichte werkzaamheden. Bij deze stand van zaken mocht Jobxion er dan ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat Prefab Totaal ook akkoord was met de voor de werkzaamheden van [naam 2] door Prefab Totaal in rekening gebrachte bedragen.
7.9. Anders dan Jobxion heeft gesteld, heeft de rechtbank in de door Jobxion vermelde producties geen door [naam 2] ingevulde urenbriefjes aangetroffen die betrekking
hebben op de door Jobxion gefactureerde werkzaamheden van [naam 2] . Nu het Jobxion is die in haar algemene voorwaarden de spelregels heeft opgesteld om door een uitzendkracht gewerkte uren aan de inlener in rekening te mogen brengen, is het beroep van Jobxion op het niet tijdig protesteren door Prefab Totaal tegen voormelde facturen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Jobxion nog aangevoerd dat [naam 8] (van Prefab Totaal) telefonisch akkoord zou zijn gegaan met de facturen die betrekking hebben op de werkzaamheden van [naam 2] . Die stelling werd door Jobxion eerst betrokken nadat ter zitting was gebleken dat het beweerde door [naam 8] geaccordeerde urenbriefje niet bestaat.
Jobxion heeft niet aangegeven wanneer het beweerde telefoongesprek met [naam 8] zou hebben plaatsgevonden en evenmin met wie zij toen namens Jobxion heeft
gesproken. Onder deze omstandigheden gaat de rechtbank voorbij aan deze door Prefab Totaal betwiste stelling voorbij.
Dit betekent dat Prefab Totaal voormeld totaalbedrag van € 5.358,-- niet aan Jobxion verschuldigd is. Maar dit wil niet zeggen dat Prefab Totaal om die reden gerechtigd zou zij om betaling van de wel door haar erkende facturen op te schorten te laten. Het beroep op opschorting en verrekening (van dit laatste is hier geen sprake is) wordt dan ook verworpen.
7.10.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Prefab Totaal nog aangevoerd dat zij over de aangepaste facturen d.d. 20 januari 2021 contact heeft gehad met de Belastingdienst en dat de Belastingdienst toen tegen haar heeft gezegd dat zij die facturen niet mocht verwerken/betalen omdat het aanpassen van de datum van de facturen fiscaal niet is toegestaan. Wat daarvan ook zij, niet valt in te zien dat daarin in het kader van de civielrechtelijke betrekking tussen partijen voor Prefab Totaal de bevoegdheid zou zijn gelegen om betaling op te schorten. Voor zover Prefab Totaal hier een beroep op opschorting heeft gedaan, wordt dit beroep dan ook verworpen.
7.11.
Ten aanzien van de door Prefab Totaal gepretendeerd tegenvordering op grond van de door [naam 2] toegebrachte schade, wordt het volgende overwogen.
Prefab Totaal heeft aangevoerd dat Jobxion in de e-mail van 28 augustus 2019 (als hiervoor sub 2.8.is weergegeven) de verwijten die Prefab Totaal aan haar heeft gemaakt heeft erkend en aangegeven het een en ander op te lossen en Prefab Totaal te compenseren en dat Jobxion die toezegging niet is nagekomen.
7.12.
Jobxion heeft daartegenover aangevoerd dat [naam 9] , die bedoelde e-mail namens Jobxion heeft geschreven, destijds interim accountmanager was. [naam 9] is slechts uitgegaan van hetgeen Prefab Totaal haar in de brief van 27 augustus 2019 heeft voorgehouden. Er is sprake van een uit klantvriendelijkheid verzonden e-mail, waaraan Prefab Totaal nimmer enige vorm van erkenning of harde toezegging heeft mogen lezen.
7.13.
Gesteld noch gebleken is dat aan de e-mail van [naam 9] d.d. 28 augustus 2019 een onderzoek naar de feitelijke situatie ter plaatse van de bouw is voorafgegaan, waarbij ook Jobxion was betrokken. Daags na de e-mail van [naam 9] heeft Jobxion al in de persoon van haar commercieel manager bij brief de aansprakelijkheid voor de door [naam 2] veroorzaakte schade ondubbelzinnig van de hand gewezen. Onder deze omstandigheden mocht Prefab Totaal er dan ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat met de e-mail van [naam 9] verdere discussie over de kwaliteit van de door [naam 2] verrichte werkzaamheden en de aansprakelijkheid van Jobxion was uitgesloten en dat Jobxion zonder meer tot herstel van de gebreken zou overgaan.
7.14.
Prefab Totaal heeft ter zake van de beweerde door [naam 2] toegebrachte schade een beroep op opschorting en verrekening gedaan. Jobxion heeft dit beroep onder verwijzing naar artikel 4.7 van de algemene voorwaarden van de hand gewezen.
7.15.
Verrekening en opschorting zijn verschillende verweermiddelen tegen een geldvordering. Door verrekening gaan de verbintenissen over en weer tot hun gemeenschappelijk beloop teniet. Dat is bij opschorting niet het geval. Opschorting is de bevoegdheid van de schuldenaar om nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn opeisbare vordering op zijn schuldeiser plaatsvindt.
7.16. Het beroep op verrekening is in de hiervoor bedoelde bepaling met zoveel woorden
uitgesloten. Uit het vorenstaande volgt dat uitsluiting van een beroep op verrekening niet
tevens betekent dat daarmee ook een beroep op opschorting wordt uitgesloten. In artikel 4.7 komt het woord opschorting niet voor. In dat artikel is echter ook te lezen dat de inlener de facturen moet betalen zonder enige inhouding of korting. Een redelijke uitleg van deze bepaling brengt met zich dat met artikel 4.7 van de algemene voorwaarden tevens een beroep op opschorting is uitgesloten.
7.17.
Het beroep op opschorting en verrekening wordt dan ook verworpen.
Is Jobxion in schuldeisersverzuim komen te verkeren?
7.18.
Prefab Totaal stelt dat, nu Jobxion niet heeft voldaan aan haar sommatie van
27 augustus 2019, Jobxion in schuldeisersverzuim is komen te verkeren waardoor Prefab Totaal niet in verzuim kan raken.
7.19.
De rechtbank heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling reeds als haar oordeel uitgesproken dat er geen wettelijke bepaling van dwingend recht is, die inhoudt dat een uitzendbureau jegens de inlener aansprakelijk is voor schade toegebracht door de door het uitzendbureau aan de inlener ter beschikking gestelde uitzendkracht.
Jobxion heeft artikel 7.1 van de algemene voorwaarden in zoverre dan ook niet nodig om aan aansprakelijkheid te ontkomen voor de door [naam 2] toegebrachte schade.
In artikel 7.1 van de algemene voorwaarden is echter tevens bepaald dat aansprakelijkheid ook is uitgesloten wanneer mocht blijken dat de uitzendkracht niet blijkt te voldoen aan de door de inlener aan hem gestelde vereisten.
Is Prefab Totaal in verzuim door niet tijdige betaling van de factuur?
7.20.
Anders dan Prefab Totaal heeft gesteld, dienen de door Jobxion voor betaling van haar facturen bedongen termijn van 14 dagen als een fatale termijn te worden gekwalificeerd, bij overschrijding waarvan Prefab Totaal in verzuim is, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling is vereist. Nu vaststaat dat Prefab Totaal geen van de facturen die aan haar per e-mail van 20 januari 2021 zijn toegezonden (de 4 facturen die betrekking hebben op [naam 2] weggedacht), binnen de aangepaste vervaldatum (3 februari 2021) heeft betaald (de datum van ontvangst van de betaling is daarvoor beslissend) en de eerste in die brief vermelde factuur niet binnen de oorspronkelijke vervaldatum heeft betaald, is Prefab Totaal in zoverre in verzuim. Dit betekent dat Prefab Totaal in beginsel de contractuele rente zoals opgenomen in de algemene voorwaarden verschuldigd is.
Is Prefab Totaal de contractuele rente verschuldigd?
7.21.
Prefab Totaal stelt dat zij geen rente verschuldigd geraakt omdat zij, nadat de facturen op een juiste wijze waren gecorrigeerd, conform haar toezegging de betalingen binnen een vergelijkbaar tijdspad heeft gedaan als zij bij de oorspronkelijke (foute) facturen had moeten doen. Die stelling wordt afdoende weerlegd door het betalingsoverzicht dat door Jobxion als productie 28 bij conclusie van antwoord in reconventie in het geding is gebracht. Bij dit alles gaat Prefab Totaal er gemakshalve aan voorbij dat onder de aangepaste facturen die namens Jobxion in een eerder stadium per e-mail van 12 maart 2020 aan Prefab Totaal zijn verzonden, zich facturen bevonden die zonder meer betaald hadden moeten worden, zodat ten aanzien van die facturen al eerder sprake was van verzuim. Voor wat betreft de gevorderde rente heeft Jobxion aan niet betaling van die facturen (op de factuur van 11 augustus 2019 na) geen consequenties verbonden. De vervaltermijnen van de facturen zijn
-op een na- in het voordeel van Prefab Totaal naar 3 februari 2021 verschoven. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat het rentebeding onredelijk bezwarend is. Het beroep op vernietiging van het rentebeding op deze in artikel 6:233 aanhef en sub a BW vermelde grondslag faalt derhalve.
7.22.
Voor zover Prefab Totaal bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft bedoeld om de vernietiging van het rentebeding in te roepen op grond van het feit dat Jobxion haar niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen als bedoeld in artikel 6:233 aanhef en sub b BW, faalt dit beroep op de gronden als weergegeven in r.o. 2.13 van het door de rechtbank op 20 oktober 2021 gewezen vonnis in het incident.
7.23.
Niet gezegd kan worden dat de hoogte van het rentetarief bovenmatig voorkomt. Dit tarief is in handelsrelaties, waarvan in deze zaak sprake is, gebruikelijk. In de gegeven omstandigheden ziet de rechtbank geen aanleiding om het rentetarief op grond van de redelijkheid en billijkheid te matigen.
maakt Jobxion met recht aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten ad 15% van de hoofdsom?
7.24.
Nu zoals hiervoor is overwogen Prefab Totaal in verzuim verkeert en er geen sprake is van schuldeisersverzuim aan de zijde van Jobxion, kan Prefab Totaal op die door haar tevergeefs aangevoerde gronden verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten niet afweren.
7.25.
Prefab Totaal heeft voorts aangevoerd dat de buitengerechtelijke incassokosten dienen te worden gematigd tot nihil omdat de hoogte daarvan veel hoger is dan op grond van een normaal tarief verschuldigd zou zijn geweest.
7.26.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een hoger bedrag dan het wettelijk tarief aan buitengerechtelijke kosten in handelsrelaties alleen toewijsbaar is, indien wordt gesteld en bij betwisting aannemelijk wordt gemaakt dat de werkelijke kosten hoger zijn dan die tarieven (Hoge Raad 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1868, r.o. 3.5.7).
Nu Prefab Totaal bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft aangeboden te bewijzen dat haar werkelijke kosten hoger zijn dan de wettelijke tarieven zal Prefab Totaal tot dat bewijs worden toegelaten.
Na deze bewijslevering zal de rechtbank vervolgens oordelen over het beroep van Prefab Totaal op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:248 BW.
7.27.
Uit de door Prefab Totaal en Bouw Totaal als productie 11 overgelegde afschriften van de betaalrekening van Prefab Totaal blijkt dat bij iedere betaling een of meerdere factuurnummers worden vermeld. Over kosten en rente vermelden deze afschriften niets, hetgeen begrijpelijk is omdat Prefab Totaal per e-mail van 1 februari 2021 al aan Jobxion heeft laten weten dat zij de verschuldigdheid van rente en kosten betwist.
Prefab Totaal heeft aangevoerd dat Jobxion de rente onjuist heeft berekend omdat zij niet conform artikel 6:44 lid 2 en 3 BW de door Prefab Totaal aan specifieke kosten toegeschreven betalingen van de betreffende kosten heeft afgehaald.
7.28.
Op grond van artikel 6:44 lid 1 BW strekt betaling van een op een bepaalde verbintenis toe te rekenen geldsom in de eerste plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en ten slotte in mindering van de hoofdsom en de lopende rente. Onder de kosten worden ook de buitengerechtelijke incassokosten gerekend.
Onder lopende rente wordt begrepen de nog niet opeisbare rente.
Op grond van artikel 6:44 lid 2 BW kan de schuldeiser, zonder daardoor in crediteursverzuim te komen, een aanbod tot betaling weigeren, indien de schuldenaar een andere volgorde voor betaling aanwijst.
Indien de hoofdsom opeisbaar is, vormt lid 1 van deze wetsbepaling een uitzondering op lid 2 omdat hoofdsom verschenen rente en kosten verschillende schulden vormen.
7.29.
Nu Jobxion de deelbetalingen van Prefab Totaal niet heeft geweigerd, dient zij de door haar als productie 28 overgelegde berekening aan te passen, in die zin dat de betalingen door Prefab Totaal in de eerste plaats in mindering strekken van de kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en tot slot in mindering van de hoofdsom.
Nu de hoogte van de door Prefab Totaal verschuldigde buitengerechtelijke kosten thans nog niet kan worden vastgesteld, zal Jobxion op dit moment nog niet worden opgedragen om de hoogte van haar restant-vordering met inachtneming van het vorenstaande te herberekenen.
conclusie7.30. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt tot na te melden beslissing.|
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
in reconventie
7.31.
De vordering is niet toewijsbaar op de gronden zoals hiervoor in conventie zijn weergegeven.
7.32.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden tot het eindvonnis in conventie.

8.De beslissing

De rechtbank
in conventie
8.1.
draagt Jobxion op om bij akte ter rolle van
26 oktober 2022:
a. de door haar met Bouw Totaal afgesloten inleenovereenkomsten, voorzien van een handtekening van Bouw Totaal, in het geding te brengen;
b. een gespecificeerd overzicht in het geding te brengen van de buitengerechtelijke incassokosten die zij in het kader van de onderhavige procedure heeft gemaakt;
8.2.
staat Prefab Totaal en Bouw Totaal toe om eveneens bij akte ter rolle van
23 november 2022) te reageren op
uitsluitendde inhoud van de hiervoor onder 8.1. bedoelde akte van Jobxion;
8.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
in reconventie
8.4.
houdt iedere verdere beslissing aan tot aan het eindvonnis in conventie
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.R. van Heemstra en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2022.