In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die met elkaar gehuwd waren in de wettelijke gemeenschap van goederen. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen bij de vrouw vastgesteld. De man heeft slechts beperkte omgang met de kinderen, wat heeft geleid tot een discussie over de kinderalimentatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen een aanzienlijk vermogen uit de verkoop van hun woning ontvangen, maar dat zij ook een tekort in draagkracht hebben om in de behoefte van de kinderen te voorzien. De rechtbank heeft daarom besloten om het tekort in de behoefte gelijk tussen beide ouders te verdelen, in plaats van de uitgangspunten van de Expertgroep Alimentatie te volgen, omdat dit onredelijk zou zijn. De man is verplicht om € 195 per kind per maand aan de vrouw te betalen, met ingang van 3 oktober 2022. Daarnaast heeft de rechtbank de partijen bevolen om met elkaar over te gaan tot verdeling van de huwelijksgemeenschap ten overstaan van een notaris. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.