In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 23 december 2022 uitspraak gedaan op het beroep en verzoek om voorlopige voorziening van eisers 1 en 2. Eisers 1, vertegenwoordigd door mr. P.J.A. Hoogeveen, hebben beroep ingesteld tegen een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe is opgelegd. Dit betreft de illegale bewoning van een chalet en een bedrijfsloods op een perceel in [plaats C]. Eisers 2, die ook betrokken zijn bij de zaak, hebben beroep ingesteld tegen de beslissing van het college om handhavend op te treden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het college op 11 februari 2022 een gedoogverklaring heeft afgegeven voor de bewoning van het chalet, maar dat dit niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan "Bedrijventerrein". De voorzieningenrechter heeft het beroep van eisers 1 ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, terwijl het beroep van eisers 2 gegrond is verklaard. Dit betekent dat het college een nieuwe beslissing op het bezwaar moet nemen met inachtneming van de uitspraak. De voorzieningenrechter heeft ook de proceskosten van eisers 2 toegewezen en het griffierecht vergoed.