ECLI:NL:RBGEL:2022:7389

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
12 januari 2023
Zaaknummer
C/05/412185 / ZJ RK 22-1159
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 13 december 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland, mr. R.A. Eskes, een tussenbeschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die onder toezicht staat van Jeugdbescherming Gelderland. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot en met 30 december 2022. Dit verzoek tot verlenging is gedaan door de gezinsvoogdij-instelling (GI) op basis van zorgen over het gedrag en de veiligheid van [minderjarige]. De ouders van [minderjarige] zijn betrokken bij de procedure, waarbij de moeder de verlenging steunt, terwijl de vader zijn twijfels heeft geuit over de effectiviteit van de ondertoezichtstelling.

Tijdens de mondelinge behandeling, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn zowel de moeder als de vader gehoord, evenals [minderjarige] zelf. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van [minderjarige] zorgwekkend is, met een toename van problematisch gedrag en conflicten met leeftijdsgenoten. De vader heeft de kinderrechter gewraakt, wat de behandeling van het verzoek heeft bemoeilijkt. Desondanks heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen, zodat er voor de kerst nog stappen gezet kunnen worden om de situatie van [minderjarige] te verbeteren.

De kinderrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling op 22 december 2022, afhankelijk van de uitkomst van het wrakingsverzoek van de vader. De beslissing is schriftelijk vastgesteld op 20 december 2022 en is openbaar uitgesproken op 13 december 2022. De kinderrechter heeft de ouders en de GI opgeroepen om te verschijnen tijdens de volgende mondelinge behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Zutphen
Zaaknummer: C/05/412185 / ZJ RK 22-1159
Datum uitspraak: 13 december 2022

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

Jeugdbescherming Gelderland, regio Noord,

locatie Harderwijk, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 18 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 5 december 2022;
- het e-mailbericht van de vader van 12 december 2022.
Op 13 december 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige] , die apart is gehoord;
- de moeder;
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[minderjarige] woont bij de moeder.
Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 1 juni 2022 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 14 december 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen met een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft in haar stukken onder meer het volgende aangegeven. [minderjarige] maakt momenteel een moeilijke periode in zijn leven door. Zijn gedrag vormt een risico voor zijn gezondheid en veiligheid. [minderjarige] vindt het momenteel moeilijk om zichzelf te begrenzen. Hij komt regelmatig in conflictsituaties met andere jongens en is recentelijk betrokken geweest bij een vechtpartij. De moeder werkt mee met de GI en betrekt de GI ook actief in haar opvoeding van [minderjarige] . De vader ziet geen meerwaarde meer in de ondertoezichtstelling. De aanwezigheid van de GI als bemiddelaar is ook voor de vader makkelijk, maar de vader vindt dat dit eigenlijk door de ouders onderling vormgegeven zou moeten worden. De vader werkt niet mee aan de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Door de houding van de vader is het twijfelachtig of de ondertoezichtstelling meerwaarde kan hebben als er voor de helft geen invulling aan gegeven kan worden. Juist nu [minderjarige] kwetsbaar is en er vanuit zijn ouders een verschillende boodschap wordt afgegeven, kan dit leiden tot meer onduidelijkheid en daarmee een toename van onveiligheid voor [minderjarige] . En omdat het zicht op de leefsituatie van de vader ontbreekt, is onvoldoende in te schatten welke gevolgen een verandering in de zorgregeling zal meebrengen waarbij [minderjarige] meer bij de vader zou zijn. De GI verzoekt een verlenging van de ondertoezichtstelling om de bestaande structuur en veiligheid voor [minderjarige] te kunnen waarborgen binnen de huidige zorgregeling en om samen met de ouders te werken aan een plan van aanpak voor de ondersteuning van [minderjarige] in deze moeilijke fase in zijn leven.
De gezinsvoogd heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat hij zich zorgen maakt over [minderjarige] . De gezinsvoogd ziet dat het met [minderjarige] stap voor stap minder goed gaat. Sinds de zomer 2022 en vooral de laatste maanden neemt de problematiek van [minderjarige] toe.
De incidenten nemen in ernst toe. De gezinsvoogd zou graag ruimte hebben om stappen te zetten.

De mening van [minderjarige]

heeft geen uitgesproken mening over de ondertoezichtstelling. Hij wil meer naar zijn vader toe. Dat [minderjarige] meer vrijheid bij de vader zou hebben dan bij zijn moeder, valt volgens [minderjarige] wel mee. Daarbij speelt mee dat hij alleen in het weekend bij de vader is. Beide ouders hanteren regels die zij handhaven. [minderjarige] heeft verder aangegeven dat hij wat heeft geflikt. Hij was erbij aanwezig toen een vriendje van hem een fiets heeft gestolen. Daarom moet hij van 8.45 uur tot 16.00 uur verplicht aanwezig zijn op school als straf. [minderjarige] denkt dat dat wel zal helpen. [minderjarige] heeft met de kinderrechter afgesproken dat hij zal laten zien dat hij het kan.

Het standpunt van de belanghebbenden

De moeder heeft aangegeven dat [minderjarige] en zijn zus [naam zus] er last hebben van hebben dat de ouders niet op één lijn zitten. De vader heeft een groot probleem met autoriteit; van een vrouw neemt hij al helemaal niets aan. De moeder gaat niet meer om de tafel. Zij is blij met Jeugdzorg. De ouders hebben het aan de gezinsvoogd te danken dat [naam zus] niet meer depressief en nu een blij meisje is. [minderjarige] heeft een IQ-test gedaan. Daaruit blijkt dat hij wat beperkt is in zijn intelligentie. Ook heeft hij moeite gevolgen en oorzaken van zijn gedrag in te zien. Hij heeft vaak achteraf spijt, maar het kost hem moeite om dingen te leren. Daar spreekt de moeder hem ook op aan, zoals met de gestolen fiets.
De vader is van mening dat de kinderrechter geen uitspraak kan doen en heeft de kinderrechter gewraakt. Vanwege het spoedeisende karakter van de zaak is wel besproken hoe het verder moet tot het eind van het jaar. Daarbij heeft de vader aangegeven dat de ondertoezichtstelling nu ongeveer vier jaar loopt. Er zijn plannen van aanpak geweest. De vader ziet geen conclusies of eindresultaten. Volgens de vader weigert de moeder iedere communicatie met hem. Na veertien jaren vindt de vader dat niet acceptabel. Ook de vader heeft het gezag. Van [naam zus] moet de vader horen dat [minderjarige] M&M’s heeft gestolen. Dat is op woensdag gebeurd en de vader hoorde het pas vrijdag. Van de moeder en de school hoort de vader niets. De vader is er klaar mee hoe het nu gaat. Hij is altijd een weekendvader geweest. Het kan zijn dat hij daardoor iets losser is, maar hij is niet makkelijker dan de moeder. [minderjarige] krijgt als straf geen zakgeld meer tot zijn vijftiende. De bedtijden zijn strakker geworden. En de vader wil dat [minderjarige] drugs- en alcoholtests laat uitvoeren. [minderjarige] is recent in het ziekenhuis opgenomen geweest omdat hij te veel had gedronken.
De vader is bereid de communicatie tot het eind van het jaar via de gezinsvoogd te laten lopen. Het gaat dan puur om de communicatie. En dat dan op vrijwillige basis. De gezinsvoogd is geen verkeerde man. De vader heeft geen vertrouwen in Jeugdzorg, maar wel in de gezinsvoogd als persoon. De vader wil dat het goed gaat met [minderjarige] . Er kan worden gekeken naar hulp in de particuliere sector.

De beoordeling

De kinderrechter stelt vast dat het verzoek van de GI slechts gedeeltelijk kon worden behandeld omdat de vader tijdens de mondelinge behandeling, de kinderrechter heeft gewraakt.
De kinderrechter overweegt dat als er sprake is van een spoedeisende situatie, de rechter ook in geval van wraking een beslissing kan nemen. Omdat niet beslissen betekent dat de ondertoezichtstelling van [minderjarige] afloopt, is dat in feite ook een beslissing. Daarom is er naar het oordeel van de kinderrechter sprake van een spoedeisende zaak, waarbij de kinderrechter zich zal beperken tot de periode tot het eind van het jaar en de behandeling voor het overige zal aanhouden tot 22 december 2022. De kinderrechter gaat ervan uit dat de wrakingskamer voor die tijd uitspraak kan doen.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter op basis van hetgeen is besproken van oordeel dat op dit moment is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (hierna te noemen: BW). De moeder staat achter verlenging van de ondertoezichtstelling. De vader is het daar niet mee eens, maar ziet wel in dat [minderjarige] hulp nodig heeft. Als de ondertoezichtstelling nu wordt verlengd, kunnen er stappen gezet worden. De GI kan hiermee nog voor de Kerst aan de slag. De vader heeft daar in wezen geen last van want als de ondertoezichtstelling aan het eind van het jaar eindigt, kan hij op eigen voet verder, maar zo kunnen er nu nog dingen in gang gezet worden.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengen tot en met 30 december 2022 (artikel 1:260, eerste lid, BW). Iedere verdere beslissing op het verzoek van de GI zal worden aangehouden tot na te melden mondelinge behandeling.
De zaak zal dan worden behandeld door mr. R.A. Eskes als het wrakingsverzoek van de vader niet wordt gehonoreerd. Als het wrakingsverzoek van de vader wel wordt gehonoreerd, zal de zaak worden behandeld door mr. E. van Dusschoten.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot en met 30 december 2022;
verklaart de beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan tot na te melden mondelinge behandeling;
roept [minderjarige] , de moeder, de vader en de GI op om tijdens de mondelinge behandeling van
22 december 2022om
9.15 uurte verschijnen in het gebouw van deze rechtbank, gelegen aan de Martinetsingel 2 in Zutphen.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2022 door mr. R.A. Eskes, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Stroink, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 20 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.