In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 17 april 2023 uitspraak gedaan in een WOZ-zaak waarbij eiseres, een vennootschap onder firma (v.o.f.), beroep heeft ingesteld tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Barneveld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van een horecapand vastgesteld op € 550.000 voor het belastingjaar 2021. Eiseres heeft geen uittreksel van de Kamer van Koophandel (KvK) overgelegd, waardoor niet kon worden vastgesteld of het beroep rechtsgeldig was ingesteld. De rechtbank heeft eiseres verzocht om binnen vier weken een schriftelijke machtiging en een uittreksel uit de KvK over te leggen, maar deze zijn niet tijdig ingediend. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of de gemachtigde bevoegd was om namens eiseres op te treden.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat de vereiste documenten ontbraken. Tevens is er een verzoek om vergoeding van immateriële schade gedaan wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar dit verzoek is afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld of het beroep rechtsgeldig was ingesteld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de kosten van het bezwaar en beroep. De uitspraak is gedaan door rechter R.A. Eskes, in tegenwoordigheid van griffier L.A. Aalbersberg, en is openbaar uitgesproken. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.