ECLI:NL:RBGEL:2023:2144

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 april 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
AWB - 22 _ 379
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan rechtsgeldige machtiging in WOZ-zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 17 april 2023 uitspraak gedaan in een WOZ-zaak waarbij eiseres, een vennootschap onder firma (v.o.f.), beroep heeft ingesteld tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Barneveld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van een horecapand vastgesteld op € 550.000 voor het belastingjaar 2021. Eiseres heeft geen uittreksel van de Kamer van Koophandel (KvK) overgelegd, waardoor niet kon worden vastgesteld of het beroep rechtsgeldig was ingesteld. De rechtbank heeft eiseres verzocht om binnen vier weken een schriftelijke machtiging en een uittreksel uit de KvK over te leggen, maar deze zijn niet tijdig ingediend. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of de gemachtigde bevoegd was om namens eiseres op te treden.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat de vereiste documenten ontbraken. Tevens is er een verzoek om vergoeding van immateriële schade gedaan wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar dit verzoek is afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld of het beroep rechtsgeldig was ingesteld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de kosten van het bezwaar en beroep. De uitspraak is gedaan door rechter R.A. Eskes, in tegenwoordigheid van griffier L.A. Aalbersberg, en is openbaar uitgesproken. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 22/379

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van

in de zaak tussen

[eiseres] , in [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: [naam 1] ),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Barneveld, de heffingsambtenaar.

Zitting

De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 29 oktober 2021 op 7 maart 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft namens eiseres de gemachtigde deelgenomen. Namens de heffingsambtenaar waren [naam 2] en [naam 3] (taxateur) aanwezig.
Het beroep is nagenoeg gelijktijdig behandeld met twee beroepen van [naam 4] (hierna: [naam 4] ) die zijn geregistreerd onder zaaknummers 22/904 en 22/905.

Inleiding

1. De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 26 februari 2021 de WOZ-waarde van [adres] in [vestigingsplaats] (het object) voor het belastingjaar 2021 vastgesteld op € 550.000. Met deze waardevaststelling zijn aan eiseres ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen en de aanslag rioolheffing gebruik voor het jaar 2021 (aanslagnummer [aanslagnummer] ) opgelegd.
2. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Hij heeft daarbij de waarde van het object en de aanslagen gehandhaafd.

Feiten

3. Eiseres is de gebruiker/huurder van het object. Het betreft een vrijstaand horecapand, uit circa 1954, waarin een restaurant is gevestigd. Het heeft een bruto vloeroppervlak van 748 m2 en een kaveloppervlakte van 3.006 m2. Het horecapand is eigendom is van [naam 4] .

De beoordeling door de rechtbank

4. Voordat de rechtbank toekomt aan de inhoudelijke beoordeling van het geschil, moet eerst de vraag worden beantwoord of het beroep ontvankelijk is.
5. Mr. [naam 1] heeft beroep ingesteld. Bij het beroepschrift waren geen machtiging of uittreksel uit de Kamer van Koophandel (KvK) overgelegd. Bij brief van 24 januari 2022 heeft de rechtbank mr. [naam 1] verzocht binnen vier weken een schriftelijke machtiging van eiseres en een uittreksel uit de KvK over te leggen. In die brief is mr. [naam 1] erop gewezen dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren als de gevraagde stukken niet tijdig worden overgelegd.
6. Mr. [naam 1] heeft daarna een machtiging overgelegd, die is voorzien van een datum, een naam ( [naam 5] ) en een handtekening, maar hij heeft geen uittreksel uit de KvK overgelegd.
7. Omdat geen uittreksel uit de KvK is overgelegd, kan de rechtbank niet vaststellen of degene die de volmacht heeft ondertekend bevoegd is om deze namens eiseres af te geven. De rechtbank kan immers niet controleren of [naam 5] een vennoot van eiseres is en of zij zelfstandig bevoegd is namens de vof een volmacht af te geven. Daarbij komt dat in de gelijktijdig behandelde beroepszaken van [naam 4] exact dezelfde machtiging is afgegeven. Daarmee kan niet worden vastgesteld of mr. [naam 1] namens eiseres beroep heeft ingesteld. Ter zitting is besproken dat [naam 5] de echtgenote van [naam 4] is en dat daarmee in elk geval wel een rechtsgeldige machtiging voor die zaken is afgegeven. Daarom zal de rechtbank het beroep van eiseres (dat betrekking heeft op hetzelfde object als een van de twee beroepen van [naam 4] ) niet-ontvankelijk verklaren. De rechtbank komt hier dus niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van het geschil.
Vergoeding van immateriële schade
8. Er is ook een verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn gedaan. Er is geen verkorting van de termijn bepleit. Weliswaar is de redelijke termijn van twee jaren net overschreden, maar omdat niet kan worden vastgesteld dat of namens wie (rechtsgeldig) beroep is ingesteld, wijst de rechtbank het verzoek af.
Proceskosten
9. Er bestaat geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het bezwaar en beroep.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • wijst het verzoek om vergoeding van immateriële schade af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Eskes, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L.A. Aalbersberg, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op:
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer).
Als het een Rijksbelastingzaak betreft (dat is een zaak waarbij de Belastingdienst partij is), dan kunt u digitaal beroep instellen via www.rechtspraak.nl. Daar klikt u op “Formulieren en inloggen”. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds per brief.
Betreft het een andere belastingzaak (bijvoorbeeld een zaak waarbij de heffingsambtenaar van een gemeente of een samenwerkingsverband partij is), dan kan het hoger beroep uitsluitend worden ingesteld door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van het hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het hogerberoepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het hogerberoepschrift moet, indien het op papier wordt ingediend, ondertekend zijn. Verder moet het ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de datum van verzending;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de redenen waarom u het niet eens bent met de uitspraak (de gronden van het hoger beroep).