ECLI:NL:RBGEL:2023:2864

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
C/05/406004 ES RK 22-229
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake kinderalimentatie en partneralimentatie

In deze herstelbeschikking van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, wordt een eerdere beschikking van 6 maart 2023 verbeterd. De verzoekster, aangeduid als de vrouw, heeft via haar advocaat, mr. M.J.E.M. Wielinga-van Dillen, de rechtbank verzocht om correcties aan te brengen in de beschikking. De verweerder, aangeduid als de man, heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op dit verzoek.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van twee kennelijke fouten in de eerdere beschikking, die eenvoudig te herstellen zijn. Op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de rechter dergelijke fouten verbeteren, mits deze voor partijen en derden duidelijk zijn.

De rechtbank heeft de beschikking aangepast, waarbij de naam van de verzoekster correct is weergegeven en de bedragen voor de kinderalimentatie en partneralimentatie zijn herzien. De man moet nu € 332 per maand aan kinderalimentatie en € 118 bruto per maand aan partneralimentatie betalen, in plaats van de eerder genoemde bedragen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 6 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht
Locatie: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/406004 ES RK 22-229
Datum uitspraak: 11 april 2023
Herstelbeschikking
- bijlage bij de beschikking van deze rechtbank van 6 maart 2023 met bovenvermelde zaakgegevens -
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in [woonplaats] ,
verzoekster, hierna te noemen de vrouw,
advocaat: mr. M.J.E.M. Wielinga-van Dillen te Houten,
t e g e n
[verweerder],
wonende in [woonplaats] ,
verweerder, hierna te noemen de man,
advocaat: mr. S. Kandemir te Dordrecht.

1.De verdere procedure

1.1.
De vrouw heeft de rechtbank bij e-mailbericht van mr. Wielinga-van Dillen van 13 maart 2023 verzocht de beschikking van deze rechtbank van 6 maart 2023 (met bovenvermelde zaakgegevens) te verbeteren.
1.2.
De rechtbank heeft de advocaat van de man op 17 maart 2023 in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek tot het geven van een herstelbeschikking. De man heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de rechter op verzoek van een partij of ambtshalve een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout in haar beschikking verbeteren, mits die fout zich voor eenvoudig herstel leent. Het criterium hierbij is of voor partijen en derden direct duidelijk is dat van een vergissing sprake is.
2.2.
Naar het oordeel van de rechtbank is in dit geval sprake van twee kennelijke fouten, die zich lenen voor eenvoudig herstel. De rechtbank zal voormelde beschikking daarom verbeteren.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verbetert de beschikking van deze rechtbank van 6 maart 2023 (met zaakgegevens C/05/406004 ES RK 22-229) in die zin, dat daar waar in die beschikking in de aanhef staat vermeld:
“ [achternaam verzoekster] ”,
dient te worden gelezen:
“ [achternaam verzoekster hersteld] ”; en
daar waar in die beschikking onder punt 4.8. staat vermeld:
“De rechtbank zal beslissen dat de man een bedrag van € 388 per maand aan kinderalimentatie aan de vrouw moet betalen, vanaf de datum van deze beschikking. Daarnaast beslist de rechtbank dat de man een bedrag van € 248 bruto per maand aan partneralimentatie aan de vrouw moet betalen.”,
dient te worden gelezen:
“De rechtbank zal beslissen dat de man een bedrag van € 332 per maand aan kinderalimentatie aan de vrouw moet betalen, vanaf de datum van deze beschikking. Daarnaast beslist de rechtbank dat de man een bedrag van € 118 bruto per maand aan partneralimentatie aan de vrouw moet betalen.”.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Eskes, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Verschuren, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2023.