In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over de erkenning van een Marokkaanse alimentatiebeschikking. De man, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit bezit, verzocht de rechtbank om te verklaren dat de Marokkaanse rechter niet bevoegd was om de kinderalimentatie vast te stellen en dat de alimentatiebeschikking niet in Nederland erkend kon worden. De vrouw, die ook de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit heeft, verzocht de rechtbank om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van de Alimentatieverordening, omdat de vrouw en de kinderen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. De rechtbank oordeelde dat de man geen rechtstreeks belang had bij zijn verzoek om een verklaring voor recht, omdat de vrouw haar verzoek tot erkenning van de Marokkaanse beslissing had ingetrokken. De rechtbank heeft de voorwaarden voor erkenning van de Marokkaanse beslissing getoetst aan de Nederlandse wetgeving en concludeerde dat de beslissing van de rechtbank in Salé, Marokko, erkend kan worden in Nederland.
De rechtbank heeft ook het subsidiaire verzoek van de man om wijziging van de kinderalimentatie beoordeeld. De man stelde dat de Marokkaanse beslissing niet voldeed aan de Nederlandse wettelijke maatstaven, maar de rechtbank oordeelde dat hij dit onvoldoende had onderbouwd. De rechtbank heeft de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om voor recht te verklaren dat de Marokkaanse rechter niet bevoegd was en heeft de overige verzoeken afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen.