Op 4 september 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). De zaak betreft een betrokkene met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) als gevolg van een recent ongeval. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de eindfase van de aandoening nog niet is bereikt, de Wzd van toepassing is en niet de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft eerder op 11 augustus 2023 een tijdelijke machtiging verleend, maar heeft nu, na een tweede mondelinge behandeling, besloten de machtiging te verlengen voor een periode van drie maanden. Dit is gedaan om de noodzakelijke zorg te waarborgen, aangezien de betrokkene onvoldoende ziektebesef en -inzicht heeft en zich verzet tegen opname en verblijf. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstige nadeel te voorkomen en dat de opname noodzakelijk is voor de revalidatie van de betrokkene. De beslissing is genomen in het belang van de betrokkene, die hulp nodig heeft bij het dagelijks functioneren en nog verder moet revalideren. De rechtbank heeft de machtiging tot opname en verblijf verleend tot en met 4 december 2023, met de mogelijkheid van herbeoordeling na ongeveer zes maanden.