ECLI:NL:RBGEL:2023:5397
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Matiging van boete in verkeerszaak met betrekking tot onnodig geluid door motorvoertuig
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 5 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. De betrokkene, vertegenwoordigd door gemachtigde B. de Jong, had een sanctie opgelegd gekregen wegens het veroorzaken van onnodig geluid met een motorvoertuig. De kantonrechter overweegt dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende is om de gedraging vast te stellen, tenzij er specifieke feiten zijn die aan de juistheid van de verklaring twijfelen. De verbalisant had geconstateerd dat het voertuig met piepende banden wegreed, wat volgens de kantonrechter onnodig geluid veroorzaakte.
De kantonrechter heeft vervolgens beoordeeld of er redenen zijn om de opgelegde sanctie te matigen. Hierbij is gekeken naar bijzondere omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven om van de vastgestelde bedragen af te wijken. De kantonrechter concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn gebleken die een matiging rechtvaardigen, maar wijst er wel op dat het sanctiebedrag door de regelgever is gewijzigd naar € 250. Dit leidt tot een gedeeltelijke gegrondverklaring van het beroep, waarbij de kantonrechter de sanctie matigt tot het nieuwe bedrag.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld over de proceskosten. De kosten voor rechtsbijstand in de administratieve fase komen niet voor vergoeding in aanmerking, maar de officier van justitie wordt wel veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 837. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.