In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van 29 september 2021, waarin de op 14 april 2021 verleende omgevingsvergunning voor de realisatie van twee appartementen in stand is gelaten. Eiseres, woonachtig in [plaats B], stelt dat de realisatie van de appartementen een onaanvaardbare inbreuk op haar woon- en leefklimaat en privacy oplevert. De rechtbank heeft het beroep op 2 oktober 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar dochter, de gemachtigde van het college, en de vergunninghouders aanwezig waren.
De rechtbank constateert dat de vergunninghouders op 23 september 2019 een aanvraag hebben ingediend voor het verbouwen van een winkelruimte tot woonruimte. De rechtbank oordeelt dat de koelmotor, die door de naastgelegen visspeciaalzaak wordt gebruikt, niet ten behoeve van de appartementen wordt geplaatst en dat de bestaande koelmotor wordt vervangen door een geluidsarme variant. Hierdoor wordt het woon- en leefklimaat van eiseres niet onaanvaardbaar aangetast.
Wat betreft de privacy stelt de rechtbank vast dat de appartementen geen directe inkijk in de woning van eiseres bieden. De rechtbank oordeelt dat de aanpassingen in het bouwplan, waaronder het vervallen van een balkon, de privacy van de buren waarborgen. De rechtbank concludeert dat de realisatie van de appartementen niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van de privacy van eiseres.
Tot slot oordeelt de rechtbank dat er geen evidente privaatrechtelijke belemmering is, aangezien eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar recht van erfdienstbaarheid wordt belemmerd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de beslissing op bezwaar in stand blijft en eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.