2.20.Bij brief van 14 juli 2023 schrijft [naam 9] aan [verzoeker] :
“Zoals in mijn brief aan u van 14 juni jl. aangekondigd, heeft er een extern onderzoek plaatsgevonden naar
de nieuwe meldingen over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag van u richting leerlingen en collega's.
Deze nieuwe meldingen zien op het afgelopen (circa) half jaar en bestaan in de kern uit het aanraken van
vrouwelijke leerlingen en het kijken naar hun billen en borsten, het maken van geïrriteerde en denigrerende
opmerkingen richting collega's en leerlingen, het te weinig begeleiding bieden aan leerlingen die muziek
als examenvak hebben gekozen maar nog niet in de examenklas zitten en het maken van onderscheid
tussen vrouwelijke en mannelijke leerlingen. Dit onderzoek is uitgevoerd door [naam 14] .
Eindverslag onderzoek en conclusies
Op 13 juli jl. heb ik het eindverslag van het onderzoek (zie bijlage) ontvangen en hieruit is onder meer naar
voren gekomen dat het aannemelijk is dat u:
- ( vrouwelijke) leerlingen, ook afgelopen half jaar, heeft aangeraakt op een manier die door hen als onprettig werd ervaren, zoals het aanraken van het bovenbeen en het vastpakken van de heupen;
- buiten school een foto van leerling [naam 10] heeft gemaakt;
- soms openlijk uw irritaties over de situaties binnen de school laat blijken waardoor dit bij leerlingen en collega's tot een onprettig of onveilig gevoel leidt;
- op een wijze communiceert wat door sommige leerlingen, collega's en ouders van leerlingen als respectloos, (te) direct en/of dominant wordt ervaren;
- te weinig begeleiding biedt aan leerlingen met muziek als examenvak.
Eerdere meldingen en waarschuwing
Op 21 januari 2022 bent u al met klem gewaarschuwd dergelijk gedrag voortaan achterwege te laten. Ook
bent u gewaarschuwd voor rechtspositionele gevolgen bij herhaald gedrag. De aanleiding van deze
waarschuwing waren meldingen over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag vanaf 2019. Deze meldingen
bestaan uit:
- het kijken naar borsten en billen van vrouwelijke leerlingen;
- het te dicht op vrouwelijke leerlingen staan (doen zij een stapje naar achter, doet u er een naar voren);
- ongewenste aanrakingen van vrouwelijke leerlingen, een van de meldingen is van een vrouwelijke leerlinge van school die privé muzieklessen van u krijgt;
- het maken van opmerkingen zoals 'wat zie jij er mooi uit' tegen vrouwelijke leerlingen;
- een melding vanuit de visitatiecommissie dat leerlingen muziek niet als examenvak kiezen omdat zij uw gedrag ongepast en grensoverschrijdend vinden.
Hier zijn vanaf 2019 verschillende gesprekken met u over gevoerd, u hebt met de vertrouwenspersoon
kunnen spreken en u hebt een coach toegewezen gekregen om u te helpen uw gedrag aan te passen c.q.
te wijzigen en u handvaten te geven om bepaalde situaties in de klas (zoals bijvoorbeeld een op een) te
voorkomen. Ondanks deze intensieve begeleiding van de coach en de waarschuwing, hebt u weer (seksueel)
grensoverschrijdend gedrag vertoond.
Net als bij de eerdere meldingen (2019 - begin 2022) over uw (ongepaste) gedrag van leerlingen, collega's
en ouders van leerlingen, hebt u (kort gezegd) aangegeven dat u met de aanrakingen van vrouwelijke
leerlingen enkel de bedoeling zou hebben deze leerlingen te complimenteren/aan te moedigen. Ook hebt
u aangegeven dat de 'verhalen' die over uw gedrag rondgaan van invloed zijn op de wijze waarop uw gedrag
door leerlingen, hun ouders en collega's wordt ervaren. U hebt erkend dat u regelmatig geïrriteerd bent en
dat u dan gedrag vertoond waar anderen last van kunnen hebben. Het is niet persoonlijk bedoeld. Voor het
overige verwijs ik u naar bijgaand onderzoeksverslag waarin uw zienswijze is verwoord.
U ervaart uw gedragingen kennelijk niet als grensoverschrijdend en of ongepast en u ziet deze gedragingen
als een 'normale' omgangsvorm met (vrouwelijke) leerlingen. Dit is voor [Verwerende partij]
onaanvaardbaar.
Dringende reden voor ontslag
Ik ben van mening dat de hiervoor genoemde omstandigheden en of gedragingen, ieder voor zich, alsmede
gezamenlijk, in hun onderlinge samenhang een dringende reden opleveren voor ontslag op staande voet
als bedoeld in artikel 7:678 BW. U hebt bovendien ernstig verwijtbaar gehandeld.
Naast bovenstaande feiten hebben wij bij ons voornemen om over te gaan tot ontslag op staande voet
rekening gehouden met uw verklaringen (zoals onder meer opgenomen in het eindverslag) en alle overige
(persoonlijke) omstandigheden, waaronder het feit dat ontslag op staande voet betekent dat u per direct
geen inkomsten meer hebt. Uw gedrag is echter dermate onaanvaardbaar, dat van [Verwerende partij]
niet kan worden verwacht dat uw arbeidsovereenkomst wordt voortgezet.
Beëindiging met wederzijds goedvinden
[Verwerende partij] biedt u de gelegenheid om een ontslag op staande voet te voorkomen.
Indien u uiterlijk op maandag 17 juli 2023 voor 16.00 uur de beëindigingsovereenkomst ondertekend aan
ons retourneert of bij ons inlevert en mits u zich niet beroept op de daarin opgenomen wettelijke
bedenktermijn van twee weken, eindigt de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden.
Indien u echter niet aan deze twee voorwaarden voldoet, vervalt het aanbod op 17 juli 2023 en wordt u
alsnog op staande voet ontslagen. Een ontslag op staande voet betekent dat de arbeidsovereenkomst met
onmiddellijke ingang eindigt en dat u geen aanspraak kan maken op een werkloosheidsuitkering.
Forfaitaire schadevergoeding
[Verwerende partij] maakt aanspraak op de wettelijk forfaitaire schadevergoeding ex artikel
7:677 lid 2 BW. De forfaitaire schadevergoeding zal worden verrekend met de eindafrekening.(…)”