ECLI:NL:RBGEL:2023:7054
Rechtbank Gelderland
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens gemiste vlucht door inverzekeringstelling
Op 1 november 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een schadevergoedingszaak. Verzoeker, geboren in 1992 en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, had op 19 december 2020 een vlucht geboekt naar [land] voor 16:00 uur. Hij werd echter op dezelfde dag om 15:51 uur aangehouden op de [luchthaven] en op 20 december 2020 in verzekering gesteld. De officier van justitie besloot op 3 november 2022 om verzoeker niet verder te vervolgen, wat onherroepelijk werd. Verzoeker diende op 23 augustus 2023 een verzoekschrift in voor schadevergoeding, omdat hij door zijn aanhouding zijn vlucht had gemist en twee dagen in een politiecel had doorgebracht.
De rechtbank behandelde het verzoekschrift in openbare raadkamer, waarbij de advocaat van verzoeker en de officier van justitie aanwezig waren. Verzoeker zelf verscheen niet. Hij vroeg om vergoeding van de kosten van de gemiste vlucht, immateriële schade door de aanhouding en kosten voor zijn advocaat. De officier van justitie verzet zich tegen de vergoeding van de kosten van het vliegticket, omdat deze niet onder de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering vallen. De rechtbank oordeelde dat verzoeker recht had op een schadevergoeding van € 1.026,19, bestaande uit € 130,-- voor immateriële schade door de vrijheidsbeneming, € 216,19 voor de gemiste vlucht en € 680,-- voor de kosten van de advocaat.
De rechtbank benadrukte dat de toekenning van schadevergoeding afhankelijk is van billijkheid en dat verzoeker door de aanhouding schade had geleden. De beslissing werd mondeling gegeven door rechter F.J.H. Hovens en is openbaar uitgesproken. Verzoeker heeft afstand gedaan van rechtsmiddelen, en de rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van de beslissing bevolen.