ECLI:NL:RBGEL:2023:736

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
15 februari 2023
Zaaknummer
C/05/415152 / FA RK 23-456
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake deelgeschil over huwelijksgoederengemeenschap en inboedelverdeling na echtscheiding

Op 15 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een beschikking gegeven in een deelgeschil tussen verzoekers, een vrouw en een man, die in het kader van hun echtscheiding geschillen hebben over de afwikkeling van hun huwelijksgoederengemeenschap. De verzoekers hebben hun zaak als deelgeschil aangemeld op 9 februari 2023, waarbij de kantonrechter de procedure op grond van artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft toegepast. De geschilpunten omvatten onder andere de levering van een motorjacht, de verdeling van de inboedel en de belastingaangiften over 2021 en 2022. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2023 hebben partijen overeenstemming bereikt over de belastingaangiften, maar zijn er nog geschilpunten over het motorjacht en de inboedel. De vrouw heeft verzocht om de levering van het motorjacht te vervroegen naar 28 februari 2023, terwijl de man vasthoudt aan de eerdere afspraken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vrouw een redelijke grond heeft voor haar verzoek en heeft de leveringsdatum van het motorjacht vervroegd naar uiterlijk 1 maart 2023. Daarnaast heeft de kantonrechter bepaald dat de man ervoor moet zorgen dat de dieseltank van het motorjacht op het moment van levering voor ten minste de helft gevuld is. De kosten van de notaris voor de levering van het motorjacht komen voor rekening van de vrouw, terwijl de kosten voor de levering van de woning door beide partijen worden gedeeld. De kantonrechter heeft ook beslist over de verdeling van de inboedel en de verantwoordelijkheden van beide partijen met betrekking tot hun belastingaangiften. De beschikking is gegeven door mr. R.A. Eskes, rechter, en is openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/415152 / FA RK 23-456
Datum uitspraak: 15 februari 2023
beschikking op grond van artikel 96 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
naar aanleiding van het verzoek van
[verzoekster](de vrouw)
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. H.A.M. Ritsma-Hartman te Nijmegen
en
[verweerder](de man)
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. A. Oosterhuis-Boeve te Arnhem

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Verzoekers hebben hun verzoek als deelgeschil aangemeld bij de rechtbank op 9 februari 2023. Het betreft een vorm van rechtspraak als bedoeld in artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De deelgeschillenrechter is een familierechter, tevens kantonrechter. Alleen zaken die slechts rechtsgevolgen betreffen die ter vrije bepaling van partijen staan komen hiervoor in aanmerking. De kantonrechter bepaalt de manier waarop het proces wordt gevoerd.
1.2.
De rechtbank heeft op [datum echtscheiding] tussen verzoekers de echtscheiding uitgesproken en een beslissing genomen over de vermogensrechtelijke afwikkeling, dit laatste op basis van overeenstemming tussen verzoekers. Zij hebben echter over een drietal punten een nader geschil gekregen. Dit betreft kort gezegd het motorjacht, de inboedel en de aangiften inkomstenbelasting over 2021 en 2022. Dit geschil komt in aanmerking voor de procedure op grond van artikel 96 Rv, op grond waarvan de kantonrechter een beslissing kan nemen.
1.3.
De kantonrechter heeft het verzoek op 14 februari 2023 mondeling behandeld. Daarbij waren verzoekers aanwezig. Hun advocaten waren daarbij ter ondersteuning aanwezig. Verzoekers hebben op het punt van de belastingaangiften 2021 en 2022 overeenstemming bereikt. Op de andere punten hebben zij de kantonrechter verzocht uitspraak te doen.

2.De feiten

2.1.
Verzoekers zijn met elkaar getrouwd op [datum huwelijk] in de toenmalige gemeente [plaats] . De rechtbank heeft op [datum echtscheiding] de echtscheiding tussen hen uitgesproken.
2.2.
In het kader van een verzoek om voorlopige voorzieningen hebben verzoekers de volgende afspraken gemaakt:
a. a) De vrouw blijft in de woning en de man op de boot, met dien verstande dat de man elke maandag, woensdag en vrijdag van 14:00 uur tot 18:00 uur in deze woning kan zijn, met ingang van woensdag 23 november 2022. Op andere momenten dan de hiervoor genoemde zal de man de woning niet betreden. Op de momenten dat de man in de woning is, zal de vrouw de woning verlaten.
b) Verzoekers zijn beiden gehouden 50% van de eigenaars- en gebruikerslasten van de echtelijke woning en de boot te (blijven) voldoen. Het subsidiaire verzoek van de vrouw om partneralimentatie behoeft hierdoor geen bespreking en beoordeling meer.
c) Nu de man op gezette tijden toegang tot de echtelijke woning heeft, hoeft hij niet meer in de gelegenheid worden gesteld om zijn persoonlijke spullen op te halen, die zich in de echtelijke woning bevinden.
2.3.
Tijdens de mondelinge behandeling van het echtscheidingsverzoek op 21 december 2022 hebben verzoekers nieuwe afspraken gemaakt. Deze luiden voor zover hier van belang als volgt:
  • Aan de vrouw worden de woning aan de [adres] en het motorjacht met bijboot toegedeeld.
  • De inboedel wordt in overleg verdeeld met inachtneming van de lijsten die zijn ingebracht. De man zal de mancave, de sportkamer en de garage leeghalen en zal ook zijn persoonlijke spullen van de boot halen.
  • Uit hoofde van overbedeling zal de man aan de vrouw € 485.000 betalen, bij gelegenheid van de levering van de woning aan de vrouw.
  • De levering van de woning zal uiterlijk 1 maart 2023 plaatsvinden ten overstaan van notaris [naam notaris] . Verzoekers zullen de kosten verbonden aan deze levering bij helfte dragen.
  • Het motorjacht met bijboot zal uiterlijk 1 april 2023 op naam van de vrouw gesteld worden. De man zal meewerken aan de overdracht van de huurovereenkomst voor de ligplaats. Als de man eerder woonruimte tot zijn beschikking heeft, zal hij het motorjacht eerder verlaten en zal ook de overdracht aan de vrouw eerder plaatsvinden. Omdat verzoekers de kosten voor de ligplaats al tot 1 april 2023 hebben betaald, zal de vrouw in dat geval het deel van de kosten dat betrekking heeft op de periode van datum overdracht tot 1 april 2023 dat voor rekening van de man is gekomen aan hem vergoeden.
  • Verzoekers passen de afspraak over het gebruik van de woning en het motorjacht zoals bij de voorlopige voorzieningen is gemaakt aan. De man mag wekelijks op maandag, woensdag en vrijdag van 14.00 uur tot 16.00 uur in de woning verblijven. De vrouw is dan niet aanwezig in de woning. Zij mag op die momenten desgewenst op het motorjacht verblijven. Buiten de genoemde tijden zal de man niet in de woning verblijven en zal de vrouw niet op het motorjacht verblijven. Wanneer de man geen gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om in de woning te verblijven, laat hij dat op de desbetreffende dag uiterlijk om 12.00 uur weten aan de vrouw via e-mail. De vrouw hoeft dan de woning niet te verlaten. Zij heeft op die dag dan ook geen toegang tot het motorjacht. Deze regeling geldt tot het moment dat de woning aan de vrouw is geleverd. Tot dat moment blijft de afspraak over de verdeling van de kosten doorlopen.

3.Het geschil

3.1.
Verzoekers zijn het niet eens over:
het motorjacht
  • of de overdracht van het motorjacht dient te worden vervroegd naar 28 februari 2023;
  • of de man de dieseltank (voor gezamenlijke rekening) dient te vullen voorafgaand aan de overdracht;
  • wie de kosten van de notaris dient te voldoen;
  • de verdeling van de kosten voor vervanging van de bootkap;
de inboedel
  • de verdeling van het gereedschap;
  • de verdeling van de muntenkoffer;
  • de verdeling van de laptop die de vrouw heeft gebruikt voor haar werkzaamheden voor de onderneming van de man;
  • de vraag of de vrouw nog goederen onder zich heeft die door de onderneming van de man zijn betaald.
Zij hebben de kantonrechter gevraagd hierover te beslissen.
3.2.
Verzoekers zijn het daarnaast op een aantal punten wel eens geworden. Zij hebben afgesproken dat - in afwijking van de eerdere afspraak over het leeghalen van de sportkamer - de vrouw een afspraak zal maken met [naam] om de grote items (in ieder geval de zonnebank, de loopband en de hometrainer) te komen ophalen. De kleine spullen zoals de televisie, de lamp aan de muur en de ventilator blijven achter en zal de vrouw desgewenst zelf afvoeren. De man heeft hier dus geen omkijken meer naar, maar ook verder geen recht meer op. Wel heeft hij nog recht op de in blauw gemarkeerde zaken op de inboedellijsten (zoals meubels uit de serre). Ook voor zover de man die niet wenst te behouden, dient hij deze op te halen bij de vrouw op een nader af te spreken moment. Verder is de garage goeddeels leeggehaald. De man zal wel nog een zak met zijn levensmiddelen uit de koelkast meenemen. De spullen van de vrouw in die koelkast blijven voor de vrouw. Het is de man verder toegestaan de blikken voedsel op het motorjacht te gebruiken zolang hij nog toegang heeft tot het motorjacht. Verder hebben verzoekers afgesproken elk afzonderlijk aangifte voor de inkomstenbelasting over 2021 en 2022 te doen waarbij zij elk de helft van de inkomensbestanddelen die de Wet inkomstenbelasting 2001 als gemeenschappelijk aanmerkt (zoals inkomen uit vermogen, het zogenoemde box 3-vermogen en hypotheekrente) opvoeren. Eventuele teruggaven of bijbetalingen worden niet verrekend. Elk van verzoekers is verantwoordelijk voor het juist doen van de eigen aangifte.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter zal op de resterende punten beslissen. Daarvoor geldt een juridisch kader, maar ook is van belang dat (ex-)echtgenoten zich redelijk en billijk horen te gedragen tegenover elkaar.
het motorjacht
4.2.
De vrouw wil terugkomen op de afspraak dat het motorjacht later aan haar wordt geleverd dan de woning. Zij wil graag beide op 28 februari 2023 afwikkelen. Daarvoor heeft zij drie redenen genoemd:
  • De afspraken over het gedeelde gebruik van de woning en het motorjacht leveren haar stress op, omdat er regelmatig “gedoe” is;
  • De notariskosten zijn hoger bij twee losse leveringen;
  • Zij ontvangt op 1 maart 2023 een bedrag van € 485.000, welk bedrag mede is gebaseerd op de toedeling van het motorjacht aan haar. Daarmee heeft ze in wezen dus al voor het motorjacht betaald en daarmee strookt niet dat zij er pas een maand later over kan beschikken. Er zijn geen afspraken gemaakt over het gebruik van het motorjacht in maart 2023, terwijl het volgens de vrouw nodig is om een aantal reparaties uit te voeren. Deze kunnen het beste in de middag worden gedaan.
4.3.
De man wil de vrouw houden aan de gemaakte afspraak. Hij heeft nog geen vervangende woonruimte. Hij beschikt weliswaar over een recreactiewoning, maar die is gebrekkig en de verwachting is niet dat dit voor 1 maart in orde is, waarschijnlijk zelfs niet voor 1 april 2023. Wat de man betreft zou de vrouw in maart elke maandag-, woensdag- en vrijdagochtend toegang kunnen krijgen tot het motorjacht, omdat hij dan aan het werk is. Voor de man is een eerdere leveringsdatum van het motorjacht bespreekbaar, maar dat is wel afhankelijk van de uitkomst van de andere onderdelen van dit geschilpunt, met name de vraag of hij de diesel moet aanvullen.
4.4.
Zoals de kantonrechter tijdens de mondelinge behandeling op 14 februari 2023 heeft benoemd, geldt als uitgangspunt “afspraak is afspraak”. Daar staat tegenover dat latere gebeurtenissen waarmee geen rekening is gehouden aanleiding kunnen geven afspraken aan te passen. De vrouw had in december 2022 bij het maken van de afspraken kunnen vragen om toegang tot het motorjacht in maart 2023. Dat punt weegt de kantonrechter daarom niet mee. Wel vindt de kantonrechter dat de vrouw duidelijk heeft gemaakt dat de huidige situatie voor haar stressvol is. Zij heeft in de veronderstelling geleefd dat na de afspraken in december 2022 de verhoudingen wat meer genormaliseerd zouden worden, maar recent heeft de man foto’s van zichzelf in de woning en op het motorjacht achtergelaten. Ook kan de kantonrechter zich voorstellen dat de vrouw zich niet heeft gerealiseerd dat gescheiden levering van de woning en het motorjacht tot extra kosten zou leiden. Dit samen is voldoende reden om de afspraak opnieuw te beoordelen. De man heeft geopperd dat ter vermindering van de kosten beide op 1 april 2023 geleverd zouden kunnen worden, maar daarmee wordt de stressvolle situatie voor de vrouw alleen maar gerekt, dus dat acht de kantonrechter geen goede oplossing. Hij vindt het verzoek van de vrouw alleszins redelijk, omdat de man in elk geval een alternatief heeft in de vorm van de recreatiewoning, ook al begrijpt de kantonrechter dat dit voor de man niet ideaal is. Het voorstel van de man dat de vrouw in maart drie ochtenden in de week toegang zou kunnen krijgen tot het motorjacht is in wezen voor geen van beide problemen die de kantonrechter in zijn beoordeling betrekt een oplossing, zodat de kantonrechter daaraan voorbijgaat. De kantonrechter zal de leveringsdatum dan ook vervroegen naar uiterlijk 1 maart 2023.
4.5.
Partijen hebben in december 2022 afgesproken dat bij een eerdere levering van het motorjacht aan de vrouw dan 1 april 2023, de vrouw het deel van de kosten van de ligplaats dat betrekking heeft op de periode van datum overdracht tot 1 april 2023 aan de man zal vergoeden. Deze afspraak blijft ongewijzigd.
4.6.
De vrouw heeft toegezegd dat zij de extra notariskosten voor de levering van het motorjacht op zich zal nemen. De afspraak dat verzoekers elk de helft van de kosten van de notaris voor de levering van de woning dragen blijft onveranderd.
4.7.
Hoewel verzoekers dit punt niet hebben voorgelegd aan de kantonrechter, merkt hij ter voorkoming van nieuwe onenigheid alvast op dat ook de aandelen in de bv aan de man geleverd zullen moeten worden. Omdat de vrouw de notariskosten voor de levering van het motorjacht op zich neemt, lijkt het de kantonrechter voor de hand liggend dat de man de notariskosten voor de levering van de aandelen draagt. Omdat dit niet is voorgelegd, kan de kantonrechter dat alleen niet opnemen in de beslissing.
4.8.
Verzoekers zijn het verder niet eens over de vraag of de man ervoor moet zorgen dat de dieseltank vol is op het moment van overdracht van het motorjacht. De vrouw is van mening dat dit wel moet, volgens de man hoeft dit niet.
4.9.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vrouw aangegeven dat de dieseltank altijd vol is in de winter en dat zij er daarom van uitging dat de tank ook op 1 april 2023 vol zou zijn. De man heeft bevestigd dat verzoekers er - ter voorkoming van condensvorming - de gewoonte op nahielden de tank vol te houden in de wintermaanden, maar strikt nodig is dit volgens hem niet. In de zomermaanden werd de diesel niet bijgevuld, dat gebeurde in het najaar weer. Hij heeft erop gewezen dat de laatste paar jaar niet (volgens de vrouw: nauwelijks) met het jacht is gevaren en dat de diesel nu alleen nog dient voor verwarming. Daarom is het gebruik van diesel volgens hem te vergelijken met het gebruik van gas in de woning door de vrouw. Hierover is afgesproken dat verzoekers elk de helft betalen. Als de dieseltank vol is op het moment dat het motorjacht wordt overgedragen, financiert hij als het ware de verwarmingskosten die de vrouw na de overdracht heeft. De man kan zich wel vinden in het uitgangspunt dat de tank even vol moet zijn als op het moment waarop verzoekers uit elkaar gingen, maar dit was rond het najaar van 2021 en toen was de tank voor zover de man zich herinnert nog niet aangevuld en dus niet vol. De vrouw meent dat de tank ook toen al vol was, maar bovendien is zij van mening dat moet worden uitgegaan van de situatie in december 2022. Tot de afspraak in december 2022 heeft de man de tank telkens bijgevuld, daarna is hij daar ineens mee gestopt.
4.10.
De kantonrechter is van oordeel dat voor beide standpunten iets te zeggen valt. Uiteindelijk kunnen beide verzoekers zich wel neerleggen bij het idee dat de man de dieseltank niet verder hoeft bij te vullen dan deze in het verleden was. Omdat het motorjacht al langere tijd feitelijk als woonplek is gebruikt, vindt de kantonrechter het niet onredelijk om daarbij uit te gaan van een eerdere datum dan december 2022, op zijn minst het moment dat de man degene was die er hoofdzakelijk woonde, maar dat precieze moment is de kantonrechter niet duidelijk. Het was bovendien logisch geweest dat de vrouw bij de afspraken over toedeling van het motorjacht uitdrukkelijk een volle dieseltank had bedongen als zij daarvan uitging. Als iemand een boot koopt, zit daar namelijk ook niet per definitie een volle dieseltank bij, maar worden daar meestal uitdrukkelijk afspraken over gemaakt. Dat is hier niet gebeurd. Dan sluit het het meest aan bij de afspraken die verzoekers wel hebben gemaakt om het dieselgebruik door de man gelijk te stellen met het gasverbruik van de vrouw. Dat de man tot december 2022 de diesel heeft bijgevuld, is dan vooral te zien als een manier om zichzelf van voorraad te voorzien. Dat de tank vol was op het moment dat het motorjacht als woonplek voor de man ging dienen, kan de kantonrechter niet vaststellen. Hij acht het echter wel redelijk als de man er (op gezamenlijke kosten) zorg voor draagt dat de tank op 1 maart 2023 ten minste voor de helft gevuld is. Dit zal de kantonrechter daarom bepalen.
4.11.
Een laatste punt betreft de bootkap. Deze vertoont gebreken. De fabrikant heeft aangeboden deze te vervangen, maar vraagt wel een bijdrage van € 3.500. Tot op heden heeft deze (noodzakelijke) reparatie nog niet plaatsgevonden. De vrouw wil deze laten uitvoeren, maar wenst daarvoor € 1.750 van de man te ontvangen. De man heeft daartegenover gesteld dat de nieuwe kap aanzienlijk meer waard is, waarschijnlijk € 12.000, en ziet daarom geen aanleiding bij te dragen. Hij krijgt immers ook niet de helft van de waarde van de kap van de vrouw vergoed.
4.12.
De kantonrechter heeft in de stukken van de echtscheidingsprocedure gezien dat er uitvoerig is gediscussieerd over de waarde van het motorjacht. Hij gaat ervan uit dat beide verzoekers op de hoogte waren van de staat waarin het motorjacht zich bevond ten tijde van de afspraken die zijn gemaakt in december 2022, dus met gebrekkige bootkap. Daarom is het aannemelijk dat in de waardering van het motorjacht geen rekening is gehouden met een nieuwe bootkap. Ook is het aannemelijk dat het motorjacht met een nieuwe bootkap meer waard is. Die waardestijging komt ten goede aan de vrouw. Dan is het redelijk dat zij ook de bijdrage van € 3.500 voor haar rekening neemt. Dit zal de kantonrechter bepalen.
inboedel
4.13.
Verzoekers zijn het niet helemaal eens over de uitleg van de afspraken over de inboedel. Zij zijn het er wel over eens dat voor zover die afspraken niet helemaal juist zijn uitgevoerd, de meeste spullen blijven waar ze nu zijn, om nieuwe discussies hierover te voorkomen. Wel zal de man nog (zoals hiervoor al is overwogen) de met blauw gemarkeerde spullen van de inboedellijst ophalen, waaronder de meubels in de serre. Dan resteren nog enkele specifieke geschilpunten.
4.14.
De kantonrechter is van oordeel dat de man ervan mocht uitgaan dat de muntenkoffer aan hem zou worden toegedeeld. Deze is niet vermeld op de inboedellijst. Een logische verklaring daarvoor is dat dit niet zou hoeven als die tot de spullen in de mancave behoorden. Daar heeft de muntenkoffer immers in het verleden altijd gestaan. Dat deze kwijt is geweest, maakt nog niet dat de man ervan moest uitgaan dat die koffer niet meer in de mancave stond of tot de spullen van de mancave behoorde. De gedachte van de vrouw dat alles wat niet is vermeld achterblijft is voor de muntenkoffer daarom niet juist.
4.15.
De kantonrechter volgt de vrouw wel in haar gedachte dat het gereedschap verdeeld dient te worden. De vrouw heeft al bij de inboedellijst een opmerking gemaakt over het gereedschap. Daarvan mocht de man dus niet zonder meer aannemen dat de vrouw ermee instemde dat hij dit allemaal toegedeeld kreeg, zelfs al stond dit in het verleden in de mancave. De afspraak in december dat de man onder meer de mancave leeg zou halen maakt dat niet anders, omdat het gereedschap dat de vrouw wil behouden daar toen inmiddels niet meer stond, voor zover de kantonrechter kan vaststellen. Het gereedschap blijft daarom bij degene die het thans in bezit heeft. Het gereedschap op het motorjacht hoort bij het motorjacht en blijft daar dus.
4.16.
Voor zover de man van mening is dat er nog spullen van de bv zijn, had het op zijn weg gelegen hier eerder over te beginnen. Dit geldt onder meer voor de laptop die de vrouw al jaren gebruikt en die zij ook heeft gebruikt voor werkzaamheden in de onderneming van de man. Zelfs al zou het zo zijn dat de bv deze heeft betaald, dan gaat de kantonrechter ervan uit dat die inmiddels in de jaarstukken is afgeschreven, zodat de bv geen schade lijdt van het niet meer bezitten daarvan. De bv heeft klaarblijkelijk niet eerder aanleiding gezien de aangeschafte laptop (en eventueel andere goederen) terug te vorderen. De kantonrechter geeft de man uitdrukkelijk in overweging dit te laten voor wat het is. De vrouw heeft erkend dat de zakelijke telefoon naar de man toe moet, maar zij is deze kwijt. De kantonrechter gaat ervan uit dat als de vrouw deze terugvindt, zij die aan de man zal doen toekomen. Omdat het nu niet duidelijk is of de vrouw de telefoon zal terugvinden, kan de kantonrechter dat niet beslissen.
tot slot
4.17.
Omdat sprake is van een procedure met een familierechtelijk karakter, moeten verzoekers elk de eigen kosten (waaronder de helft van het griffierecht) dragen.
4.18.
Verzoekers hebben afgesproken dat zij niet in hoger beroep zullen gaan tegen deze beslissing. Dat betekent ook dat zij onmiddellijk gebonden zijn aan deze beschikking en de kantonrechter deze niet uitvoerbaar bij voorraad hoeft te verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijzigt de afspraken die verzoekers hebben gemaakt en die zijn vastgelegd in de beschikking van de rechtbank van [datum echtscheiding] en vult deze aan, als volgt:
  • De levering van de woning en het motorjacht zullen beide uiterlijk 1 maart 2023 plaatsvinden ten overstaan van de notaris [naam notaris] . Vanaf dat moment heeft de man daar geen toegang meer toe, behoudens uitdrukkelijke toestemming van de vrouw. Verzoekers zullen de kosten verbonden aan de levering van de woning bij helfte dragen, de vrouw zal de kosten verbonden aan de levering van het motorjacht dragen;
  • De man zal er zorg voor dragen dat de dieseltank van het motorjacht op het moment van levering aan de vrouw voor ten minste de helft gevuld is, op gezamenlijke kosten.
  • De man hoeft niet bij te dragen in de kosten van vervanging van de bootkap;
  • Het is de man toegestaan de blikken voedsel op het motorjacht te gebruiken zolang hij nog toegang heeft tot het motorjacht;
  • De vrouw zal een afspraak maken met [naam] om de grote items in de sportkamer (in ieder geval de zonnebank, de loopband en de hometrainer) te komen ophalen. De kleine spullen, zoals de televisie, de lamp aan de muur en de ventilator blijven achter en zal de vrouw desgewenst zelf afvoeren;
  • De man zal de in blauw gemarkeerde zaken op de inboedellijsten (zoals meubels uit de serre) op een nader overeen te komen moment ophalen en een zak met zijn levensmiddelen uit de koelkast in de garage meenemen;
  • De muntenkoffer met inhoud wordt toegedeeld aan de man, elk behoudt het gereedschap dat hij of zij op dit moment in zijn of haar bezit heeft, behalve het gereedschap op het motorjacht, dat daar achterblijft;
  • Verzoekers doen elk afzonderlijk aangifte voor de inkomstenbelasting over 2021 en 2022, waarbij zij elk de helft van de inkomensbestanddelen die de Wet inkomstenbelasting 2001 als gemeenschappelijk aanmerkt (zoals inkomen uit vermogen, het zogenoemde box 3-vermogen en hypotheekrente) opvoeren. Eventuele teruggaven of bijbetalingen worden niet verrekend. Elk van verzoekers is verantwoordelijk voor het juist doen van de eigen aangifte;
5.2.
bepaalt dat de overige afspraken blijven zoals die zijn opgenomen in de beschikking van de rechtbank van [datum echtscheiding] ;
5.3.
bepaalt dat elk van partijen de eigen kosten van de procedure draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Eskes, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A. van de Vendel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.