3.1.Binnen het kader van het toezichtsdomein, bedoeld onder 1, en binnen het kader van de aangewezen regelgeving, bedoeld onder 2, wordt informatie openbaar gemaakt over:
a. schriftelijk vastgestelde documenten van met toezicht belaste ambtenaren van de IGJ bevattende uitkomsten van controles en onderzoeken als bedoeld in artikel 44, derde lid, onderdeel a van de Gezondheidswet, verkregen in de uitoefening van hun taak, voor wat betreft de naleving van de onder 2 vermelde regelgeving, waarin hun eindoordeel is neergelegd, met uitzondering van:
i. de uitkomsten van controle en onderzoek naar een melding als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder b en c, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;
ii. de uitkomsten van controle en onderzoek in reactie op een handhavingsverzoek;
iii. de uitkomsten van controle en onderzoek die ten grondslag worden gelegd aan het indienen van een tuchtklacht;
iv. de uitkomsten van controle en onderzoek die ten grondslag worden gelegd aan besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete.
4. De wijze van openbaarmaking:
a. Informatie over schriftelijk vastgestelde documenten als bedoeld onder 3.1, onderdeel a, wordt openbaar gemaakt door bekendmaking van;
i. de toepasselijke wet- en regelgeving en de toepasselijke veldnormen;
ii. de geconstateerde feiten en bevindingen, met dien verstande dat in geval van controle en onderzoek naar een melding als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder a, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, het een zakelijke weergave betreft van de geconstateerde feiten en bevindingen;
iii. de conclusies die de IGJ aan deze feiten en bevindingen verbindt; en
iv. de eventueel te nemen vervolgstappen of door de ondertoezichtgestelde te nemen maatregelen.
5. Het bestuursorgaan dat besluit tot openbaarmaking:
a. de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
b. indien het besluit tot openbaarmaking betrekking heeft op de openbaarmaking van een besluit dat genomen is door een ander bestuursorgaan dan het bestuursorgaan, bedoeld onder a, wordt in afwijking van onderdeel a, het besluit tot openbaarmaking genomen door het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen ten aanzien waarvan tot openbaarmaking wordt besloten.
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
[…]
inspectie:de Inspectie gezondheidszorg en jeugd;
instelling:een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent, een organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen of doen verlenen, alsmede een natuurlijke persoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen;
[…]
zorgaanbieder:een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener;
[…].
1. De zorgaanbieder biedt goede zorg aan.
2. Onder goede zorg wordt verstaan zorg van goede kwaliteit en van goed niveau:
a. die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is, tijdig wordt verleend, en is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt;
b. waarbij zorgaanbieders en zorgverleners handelen in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard en de kwaliteitsstandaarden; en
c. waarbij de rechten van de cliënt zorgvuldig in acht worden genomen en de cliënt ook overigens met respect wordt behandeld.
1. De ambtenaren van de inspectie zijn belast met het toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens de artikelen 2, 2a, eerste en tweede lid, 3 tot en met 11 en 13 tot en met 23, dan wel in een aanwijzing of bevel als bedoeld in artikel 27 of artikel 28 is bepaald. Zij rapporteren daaromtrent aan Onze Minister.
Uitvoeringsbesluit Wet toelating zorginstellingen
Artikel 6.5:
In de financiële administratie van de instelling zijn ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar naar bron en bestemming, en duidelijk is wie op welk moment welke verplichtingen voor of namens de instelling is aangegaan.
Wet voorzieningen in verband met ambten van minister zonder portefeuille en van staatssecretaris
Artikel 3:
Onverminderd de overige gevallen, waarin de minister, voor wiens departement een staatssecretaris is benoemd, het nodig acht, dat de staatssecretaris in zijn plaats optreedt, maakt de minister in de
Nederlandse Staatscourantbekend, met welke taak de staatssecretaris meer in het bijzonder zal zijn belast.
Besluit taakverdeling Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2020(geldend van 30 september 2020 tot en met 9 januari 2022)
Artikel 1:
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heer Paul Blokhuis, is, binnen de grenzen van het door mij vastgestelde beleid, in het bijzonder belast met de aangelegenheden betreffende:
[…]
b. geestelijke gezondheidszorg;
[…].