Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren, het college
[derde-partij]uit [woonplaats], derde-partij.
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Bij de bouw van de in artikel 20 lid 2.1 sub b bedoelde bijbehorende bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
7.2 (…) Vast staat dat de gebouwen niet hoger zijn van 7 en de goothoogte niet hoger is dan 3 m. Wel is in geschil of sprake is van meer dan 2 vrijstaande bijbehorende bouwwerken. De rechtbank stelt vast slat de aanbouw, de schuur en het houthok/opbergruimte. aan elkaar zijn gebouwd en in die zin als een geheel moeten worden aangemerkt. De serre staat geheel los van de overige bouwwerken. Er zijn daarom naar het oordeel van de rechtbank niet meer dan 2 vrijstaande bijbehorende bouwwerken op het perceel aanwezig.’
‘(…) dat er sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk, die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied.’ [9]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gericht tegen het niet-tijdig nemen van de beslissing op bezwaar niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep gericht tegen de beslissing op bezwaar van 15 augustus 2022 ongegrond;
- veroordeelt het college tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiseres.