ECLI:NL:RBGEL:2024:3962
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) heeft opgelegd over de periode van 23 september 2020 tot en met 29 augustus 2021. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 947 opgelegd, evenals een verzuimboete van € 947. De rechtbank behandelt het beroep op 14 september 2023, waarbij de belanghebbende niet verschijnt. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat de belanghebbende gebruik heeft gemaakt van de openbare weg met een auto waarvan het kenteken geschorst was. De rechtbank oordeelt dat de boetebeschikking ook terecht is opgelegd, maar vermindert deze tot € 426,15 vanwege een wijziging in de regelgeving omtrent verzuimboetes. De rechtbank constateert dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, wat aanleiding geeft tot een verdere vermindering van de boete. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar voor wat betreft de boetebeschikking, en gelast de inspecteur het griffierecht van € 50 te vergoeden aan de belanghebbende.