“Uit artikel 17a, eerste lid, aanhef en onder b, van de AOW volgt dat de SVB gehouden is een uitkering die ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, te herzien of in te trekken. Uitgangspunt van artikel 17a, eerste lid, van de AOW is volgens de wetsgeschiedenis, dat in alle gevallen correctie van fouten moet plaatsvinden, maar dat ook aangesloten moet worden bij het rechtszekerheidsbeginsel zoals dat in de rechtspraak is ontwikkeld. De SVB heeft beleid ontwikkeld voor het terugkomen van besluiten ten nadele van een betrokkene met terugwerkende kracht.
Uitgangspunt van dit beleid is dat de SVB niet tot herziening of intrekking met terugwerkende kracht overgaat als de betrokkene al zijn verplichtingen is nagekomen en hij voorts niet heeft kunnen onderkennen dat de uitkering ten onrechte werd verleend.
In het bestreden besluit heeft de SVB aangegeven waarom de bezwaargronden worden afgewezen. De SVB verwijst hiernaar in beroep. Samengevat komt het op het volgende neer:
a. de herziening en terugvordering van het te veel ontvangen AOW-pensioen is een wettelijke verplichting.
b. eiser kan echter een beroep doen op buiten wettelijk begunstigend SVB-beleid.
c. toepassing van dit beleid leidt in het geval van eiser tot de conclusie dat de eisers schending van de mededelingsverplichting zwaarwegender is dan het missen van één systeemsignaal door de SVB. Als gevolg van het missen van het systeemsignaal matigt de SVB wel de herzieningsperiode met 25%.
De SVB heeft haar buitenwettelijk begunstigd beleid – zoals opgenomen in de beleidsregel SB 1078 - toegepast.
Schending mededelingsverplichting / redelijkerwijs kunnen weten dat te veel werd ontvangen:
De SVB heeft eiser bij de toekenning van zijn pensioen op 26 juni 2012 meegedeeld welke wijzigingen hij spontaan aan de SVB moet melden. De SVB verwijst naar de bijlage bij de toekenningsbeslissing. In die bijlage staat dat eiser veranderingen in zijn woonsituatie (waaronder: “iemand komt uw adres wonen”) als ook veranderingen in zijn persoonlijke situatie (waaronder: “u gaat ongehuwd samenwonen”) binnen vier weken aan de SVB moet doorgeven.
De SVB heeft eiser bij brieven van 24 juli 2014 en 6 juli 2015 formulieren toegezonden met vragen over de woonsituatie van eiser. Eiser heeft de vragenformulieren ingevuld geretourneerd. In de aanbiedingsbrieven bij de vragenformulieren is expliciet vermeld dat als de woonsituatie van eiser zou veranderen, dit gevolgen zou kunnen hebben voor zijn pensioen. In de bijlagen bij de brieven van 11augustus 2014 en 21 juli 2015 is eiser expliciet op de verplichting om veranderingen in zijn persoonlijke situatie door te geven. Ook is eiser is erop gewezen dat als hij vragen heeft, hij dan de website van de SVB kan
raadplegen, een vraag kan stellen via Mijn SVB of een e-mailbericht kan sturen, de SVB kan bellen of langs kan komen op het kantoor van de SVB.
Uit het bovenstaande volgt dat eiser zijn mededelingsplicht niet heeft nageleefd door de in-verhuizing van [persoon A] niet aan de SVB te melden. Daarbij had hij ook redelijkerwijs moeten onderkennen dat hij vanaf dat moment ook ten onrechte een ongehuwdenpensioen ontving. Dit betekent dat de SVB het pensioen in beginsel met volledig terugwerkende kracht herziet.
Matiging herziening:
De SVB kan volgens haar beleid de herziening echter ook matigen. Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt als er bijzondere omstandigheden zijn die tot het oordeel leiden dat een volledig terugwerkende kracht kennelijk onredelijk is. Bij een bijzondere omstandigheid moet het gaan om incidentele uitzonderingen, waarin iets bijzonders en uitzonderlijks aan de hand is en waarin een individuele afweging plaatsvindt. Bij de beoordeling of sprake is van kennelijke onredelijkheid moet volgens vaste jurisprudentie gekeken worden naar de onaanvaardbaarheid van de gevolgen die een herzieningsbesluit voor de betrokkene heeft. De SVB hecht daarbij (onder meer) ook waarde aan de mate waarin aan de belanghebbende én aan de SVB een verwijt kan worden gemaakt.
In het bestreden besluit is het standpunt ingenomen dat het missen van één systeemsignaal door de SVB, aangemerkt kan worden als een bijzondere omstandigheid waardoor een herziening met volledig terugwerkende kracht kennelijk onredelijk is. Het gemiste systeemsignaal betreft een bericht van de gemeente [woonplaats] d.d. 10 oktober 2016.
Uit het systeemsignaal blijkt dat [persoon A] - die géén uitkering van de SVB ontvangt - aan de gemeente [woonplaats] heeft doorgegeven dat zij zich op het adres van eiser heeft ingeschreven. Het systeemsignaal had voor de SVB redenen moeten zijn om nader onderzoek te verrichten naar de woonsituatie van eiser. Vaststaat dat dit toen niet is gebeurd.
De vraag is echter of het destijds achterwege laten van dit nader onderzoek, een zodanig bijzondere en uitzonderlijke situatie is waardoor het onaanvaardbaar zou zijn om het pensioen van eiser met volledige terugwerkende kracht te herzien. De SVB meent thans van niet. In dit wordt ook nog opgemerkt dat het gaat om toetsing van het buitenwettelijk begunstigd SVB-beleid om de herziening te matigen. Naar de mening van de SVB past hierbij een terughoudende rechterlijke toets. Maar wat daar ook van zij, eiser is geenszins te kort gedaan met de matiging van de herzieningsperiode met 25%, aldus de SVB. Zo er al sprake zou zijn van een verwijt aan de zijde van de SVB, dan nog is het verwijt dat eiser gemaakt vanwege de schending van zijn mededelingsverplichting vele malen groter. De SVB verwijst naar het gestelde hiervoor.
De SVB handhaaft dan ook het standpunt dat met de matiging van de herzieningsperiode met 25% (in ruime mate) aan de grieven van eiser is tegemoetgekomen. Halvering van de herzieningsperiode is niet aan de orde. Dat de matiging van 25% de gemoedsrust van eiser niet wegneemt, is een keuze van eiser zelf. De SVB merkt daarbij op dat eiser door schending van zijn mededelingsplicht zes jaar lang te veel AOW-pensioen heeft genoten en hij daarvan thans maar 75% hoeft terug te betalen. Door de vermeende fout van de SVB wordt eiser dus niet zwaar benadeeld, zoals hij stelt. In tegendeel, de vermeende fout van de SVB levert hem per saldo circa € 6.500 op”.