In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland op 8 augustus 2024, in de zaken AWB 23/7133 en AWB 23/7134, wordt het beroep van eiseres tegen de besluiten van de Dienst Toeslagen beoordeeld. Eiseres heeft zorgtoeslag aangevraagd voor het toeslagjaar 2022 en een voorschot zorgtoeslag voor 2023. De Dienst Toeslagen heeft haar zorgtoeslag van € 163 voor 2022 en een voorschot van € 343 voor 2023 toegekend, gebaseerd op een gezamenlijk toetsingsinkomen van € 38.728 en € 43.370 respectievelijk. Eiseres betwist de hoogte van het toetsingsinkomen van haar (toeslag)partner, die belastingplichtig is in Duitsland, en stelt dat de Dienst Toeslagen ten onrechte is uitgegaan van het door de inspecteur vastgestelde Niet in Nederland belastingplichtig inkomen (NiNbi). De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen terecht het toetsingsinkomen heeft vastgesteld op basis van de inkomensgegevens van de inspecteur, en dat eiseres niet kan aantonen dat zij ongelijk wordt behandeld ten opzichte van in Nederland belastingplichtige inwoners. De rechtbank concludeert dat de beroepen ongegrond zijn, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.