ECLI:NL:RBGEL:2024:5324

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 augustus 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
C/05/439020 / FA RK 24-2463
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitvoerbaarverklaring van beslissingen van een Franse rechter inzake alimentatie en schadevergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 8 augustus 2024 een beschikking gegeven over de uitvoerbaarverklaring van beslissingen van een Franse rechter. De verzoekster, die in het verleden getrouwd was met de heer [de man], heeft verzocht om de beslissingen van het Cour d’Appel d’Aix en Provence van 25 maart 2009 en 7 juli 2010 in Nederland ten uitvoer te leggen. Deze beslissingen betroffen onder andere alimentatieverplichtingen en schadevergoedingen die aan de heer [de man] waren opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster de benodigde stukken heeft overgelegd en dat aan de formele vereisten van de Alimentatieverordening is voldaan. Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden die de uitvoerbaarverklaring in de weg staan, waardoor het verzoek is toegewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de kosten van de procedure voor rekening van de heer [de man] komen, aangezien de verzoekster zonder deze procedure de Franse uitspraken niet in Nederland kon laten uitvoeren. De beschikking houdt in dat de arresten van het Cour d’Appel d’Aix en Provence in Nederland erkend worden en uitvoerbaar zijn, met een totaalbedrag van € 77.850,03, vermeerderd met de kosten van beslag en executie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/439020 / FA RK 24-2463
Datum uitspraak: 8 augustus 2024
Beschikking uitvoerbaarverklaring
in de zaak van
[naam verzoekster],
wonend in [woonplaats 1] ,
hierna te noemen: [verzoekster] ,
advocaten mrs. S.J. Kerbusch en R. Swager te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift, ontvangen op 19 juli 2024;
- de brief van mr. Swager met bijlage(n) van 25 juli 2024.
1.2.
Een mondelinge behandeling heeft niet plaatsgevonden.

2.Wat vaststaat

2.1.
[verzoekster] is getrouwd geweest met de heer [naam] (hierna: [de man] ), die woont in [woonplaats 2] . Zij hebben drie inmiddels meerderjarige kinderen.
2.2.
De echtscheidingsprocedure tussen hen heeft zich afgespeeld in Frankrijk. In eerste aanleg heeft het Tribunal de Grande Instance de Marseille op 20 maart 2007 een beslissing gegeven. Hiertegen is hoger beroep ingesteld. Het Cour d’Appel d’Aix en Provence heeft op 25 maart 2009 een tussenbeslissing gegeven en op 7 juli 2010 een eindbeslissing.
Voor zover hier van belang is [de man] daarbij veroordeeld tot betaling van
- een ‘prestation compensatoire’ van € 24.000,00
- een bedrag aan schadevergoeding van € 3.000,00 omdat de echtscheiding te wijten is aan ernstige gedragingen van zijn kant
- een bedrag aan schadevergoeding van € 3.000,00 wegens (kortweg) onrechtmatig handelen
- kinderalimentatie die tot 7 juli 2010 op € 150,00 per kind per maand is gesteld en vanaf 7 juli 2010 op € 80,00 per kind per maand.
2.3.
De vader van [de man] , de heer [naam 2] , is op 19 september 2022 overleden. [de man] heeft in de nalatenschap van zijn vader een legaat toegekend gekregen ter grootte van zijn legitieme portie.
2.4.
[verzoekster] heeft op 15 maart 2024 conservatoir beslag doen leggen onder notaris [naam notaris] , die als executeur belast is met de afwikkeling van de nalatenschap.

3.De beoordeling

Het verzoek
3.1.
[verzoekster] wenst de beslissingen van de Franse rechter van 25 maart 2009 en 7 juli 2010 in Nederland ten uitvoer te (laten) leggen, omdat [de man] tot op heden in het geheel niets heeft betaald. In verband hiermee heeft zij conservatoir beslag doen leggen op het aandeel van [de man] in de nalatenschap van zijn vader.
De bevoegdheid van de rechtbank en het recht dat van toepassing is
3.2.
Voor de tenuitvoerlegging van beslissingen van een rechter van een vreemde staat is een regeling getroffen in de artikelen 985 - 992 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Deze bepalingen zijn echter alleen van toepassing voor zover een verdrag of bijzondere wet geen afwijkende voorzieningen inhoudt. In de onderhavige zaak is de Alimentatieverordening (Verordening (EG) nr. 4/2009 van 18 december 2008) van toepassing, die een eigen regeling kent. Dat geldt voor de beslissingen over de kinderalimentatie en over de ‘prestation compensatoire’. Deze kan immers worden aangemerkt als een onderhoudsverplichting in de vorm van een som ineens (zie ECLI:NL:GHDHA:2021:1506).
3.3.
Op grond van artikel 75 lid 2 sub a Alimentatieverordening is artikel 26 van de Alimentatieverordening van toepassing. In dit artikel is het volgende bepaald:
‘Een beslissing die is gegeven in een niet door het Haags Protocol van 2007 gebonden lidstaat en die daar uitvoerbaar is, kan in een andere lidstaat ten uitvoer worden gelegd nadat zij aldaar, op verzoek van een belanghebbende partij, uitvoerbaar is verklaard.’
3.4.
Ingevolge artikel 27 lid 2 van de Alimentatieverordening is bevoegd om op het verzoek te beslissen de rechter van de plaats van tenuitvoerlegging. [de man] woont in Nederland en [verzoekster] heeft conservatoir beslag laten leggen onder notaris [naam notaris] die kantoor houdt in [plaatsnaam] . Dat ligt in het arrondissement Gelderland zodat deze rechtbank bevoegd is.
De beoordeling
3.5.
In artikel 30 van de Alimentatieverordening is – kort gezegd – bepaald dat de beslissing, zodra de formaliteiten van artikel 28 zijn vervuld, uitvoerbaar wordt verklaard, tenzij dit als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden onmogelijk blijkt. De partij tegen wie tenuitvoerlegging wordt gevraagd, wordt niet gehoord.
3.6.
De voorzieningenrechter stelt vast dat [verzoekster] de stukken heeft overgelegd conform het voorschrift van artikel 28 van de Alimentatieverordening. Aan de vormvereisten is dus voldaan.
3.7.
De Verordening geeft geen ruimte voor nader onderzoek of een inhoudelijke beoordeling, wat volgt uit het bepaalde in artikel 42. Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die uitvoerbaarverklaring in de weg staan. Het verzoek is dus toewijsbaar.
3.8.
Voor wat betreft de twee bedragen aan schadevergoeding ad € 3.000,00 elk is de Brussel I-Verordening (Verordening (EG) nr. 44/2001) van toepassing. Deze Verordening kent in de artikelen 38 - 41 een vergelijkbare regeling zoals hiervoor met betrekking tot de Alimentatieverordening is beschreven. Aan de formaliteiten is voldaan, een inhoudelijke beoordeling behoort achterwege te blijven en de partij tegen wie tenuitvoerlegging wordt gevraagd wordt niet gehoord. Ook op dit punt is het verzoek dus toewijsbaar.
3.9.
[verzoekster] vraagt ook verlof tot ten uitvoerlegging voor de Franse wettelijke rente. Dit verzoek vraagt een inhoudelijke beoordeling waarvoor in deze procedure geen ruimte is. Daarom zal de voorzieningenrechter zich daar niet over uitlaten.
3.10.
Dat de uitvoerbaarverklaring wordt gegeven impliceert dat de uitspraken van de Franse rechter hier worden erkend en ook ten uitvoer mogen worden gelegd. De verzoeken die daarop betrekking hebben zullen daarom eveneens worden toegewezen.
Proceskosten
3.11.
Omdat [verzoekster] zonder deze procedure de uitspraken van de Franse rechter niet in Nederland ten uitvoer kan (laten) leggen, moet zij kosten maken. Deze kosten behoren voor rekening van [de man] te komen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
verklaart voor recht dat de arresten van het Cour d’Appel d’Aix en Provence van 25 maart 2009 en 7 juli 2010 in Nederland erkend worden;
4.2.
verklaart de arresten van het Cour d’Appel d’Aix en Provence van 25 maart 2009 en 7 juli 2010 in Nederland uitvoerbaar op de voet van artikel 26 van de Alimentatieverordening en artikel 38 van de Brussel-I Verordening;
4.3.
verleent verlof om deze arresten in Nederland ten uitvoer te leggen voor een bedrag van € 77.850,03, te vermeerderen met de kosten van beslag en executie en met de proceskosten;
4.4.
veroordeelt [de man] in de kosten van deze procedure die worden begroot op
- griffierecht € 320,00
- salaris advocaat (2 punten) € 2.428,00
- kosten exploot beslaglegging (€ 282,27 + € 97,57 =) € 379,84
Totaal € 3.127,84.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E.M. Overkamp, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. A. Heezemans, griffier op 8 augustus 2024.