ECLI:NL:RBGEL:2024:5370

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 april 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
10804712 \ CV EXPL 23-3359
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een boetebeding in het kader van een overeenkomst tussen een bemiddelingsbureau en een uitzendbedrijf

In deze zaak vordert BNC Recruitment S.L. (hierna: BNC) van Halkers Groesbeek B.V. (hierna: Halkers) betaling van een bedrag van € 12.393,45, bestaande uit een hoofdsom van € 11.497,86 en € 895,59 aan buitengerechtelijke kosten. De vordering is gebaseerd op een boetebeding in de overeenkomst tussen partijen, waarin is bepaald dat Halkers een vergoeding van € 10.000,00 verschuldigd is indien zij zonder voorafgaande mededeling een door BNC aangedragen kandidaat in dienst neemt. De procedure is gestart na een geschil over de betaling van deze vergoeding, waarbij BNC stelt dat Halkers de arbeidsovereenkomst met de kandidaat [naam 1] heeft aangeboden zonder hen op de hoogte te stellen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Halkers de arbeidsovereenkomst op 4 mei 2023 heeft aangeboden, maar dat de e-mail met deze mededeling BNC niet heeft bereikt. Halkers heeft aangevoerd dat dit te wijten is aan een fout in het e-mailadres dat BNC in het bemiddelaarsportaal heeft ingevoerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel er mogelijk een tekortkoming van Halkers is, deze niet aan hen kan worden toegerekend. Hierdoor ontvalt de grondslag voor de vordering van BNC. De rechtbank heeft de vordering afgewezen en BNC in de proceskosten veroordeeld.

De uitspraak benadrukt het belang van correcte communicatie en documentatie in contractuele relaties, vooral wanneer het gaat om de verplichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten tussen partijen. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat BNC de proceskosten moet betalen, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 10804712 \ CV EXPL 23-3359 \ 40140
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Spaans recht
BNC Recruitment S.L.
gevestigd te Elche, Alicante (Spanje)
eisende partij
gemachtigde mr. E.J. Eijsberg
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Halkers Groesbeek B.V.
gevestigd te Groesbeek
gedaagde partij
vertegenwoordigd door A. van Hal
Partijen worden hierna BNC en Halkers genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 december 2023 en de daarin genoemde processtukken;
- de mondelinge behandeling gehouden op 12 maart 2024, ter gelegenheid waarvan Halkers een aanvullende productie (11) heeft ingediend.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling aan de orde is gekomen.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
BNC is een bemiddelingsbureau dat zich richt op bemiddeling van Spaans technisch personeel met Nederlandse uitzendbureaus.
2.2.
Halkers levert uitzendkrachten in de bouw, techniek en automotive en vormt met Duoflex Bouwondersteuning B.V. en Gromada Groesbeek B.V. de ‘Haldugroep’. Aangezien Halkers als enige van de leden van Haldugroep is gedagvaard wordt daar waar hieronder Haldugroep wordt vermeld gedoeld op Halkers.
2.3.
Tussen BNC en Haldugroep is op 24 januari 2023 een overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan BNC gehouden is kandidaten aan te dragen, waarna Halkers, nadat zij de aangedragen kandidaat in dienst heeft genomen, gehouden is een vergoeding (een zogenoemde ‘fee’) aan BNC te betalen.
2.4.
De overeenkomst is opgesteld door Haldugroep. In artikel 3 lid 6 van de overeenkomst is bepaald:
All presented and formerly rejected candidates cannot be employed without notice and Haldugroep obligates to pay a commission to BNC Recruitment under same conditions set in this Agreement. If Haldugroep employs BNC Recruitment candidate without notice the compensation fee of 10.000,00 (ten thousand) Euro will be applied.’
2.5.
Op 13 maart 2023 heeft BNC de heer [naam 1] (hierna te noemen “ [naam 1] ”) bij Halkers geïntroduceerd. De volgende dag heeft een intakegesprek plaatsgevonden tussen de heer [naam 2] (recruiter bij Halkers) en [naam 1] . Omdat het aantal projecten terugliep is toen besloten niet met [naam 1] verder te gaan.
2.6.
In de maanden april en mei 2023 hebben Halkers en [naam 1] weer contact met elkaar gehad over mogelijke projecten bij relaties van Halkers, waarna Halkers heeft besloten [naam 1] een arbeidsovereenkomst aan te bieden. Op 4 mei 2023 heeft Halkers per e-mail de arbeidsvoorwaarden aan [naam 1] gestuurd. Een kopie van dit bericht is (in de cc) aan het e-mailadres [e-mailadres 1] (met een enkele “s”) gestuurd.
2.7.
[naam 1] heeft in de weken 19 tot en met 34 (van het jaar 2023) werkzaamheden verricht bij een relatie van Halkers.
2.8.
Bij e-mail van 1 september 2023 heeft Halkers aan BNC doorgegeven dat zij de arbeidsovereenkomst met [naam 1] niet heeft verlengd omdat hij meer afwezig dan aanwezig was bij de relatie van Halkers, waardoor laatstgenoemde niet met [naam 1] verder wilde. De laatste werkdag van [naam 1] was op 28 augustus 2023.
2.8.1.
BNC heeft diezelfde dag telefonisch contact met Halkers opgenomen om aan te geven dat zij nimmer de gewerkte uren van [naam 1] doorgestuurd heeft gekregen. Na dit gesprek heeft BNC Halkers per e-mail verzocht een overzicht van de door [naam 1] gewerkte uren te sturen aan het e-mailadres [e-mailadres 2] (met een dubbele “s”).
2.8.2.
Partijen hebben die dag ook via Whatsapp contact gehad, waarin (voor zover thans van belang) de volgende berichten zijn gestuurd:
BNC:
“Hallo [naam 2] , ik heb het terug gevonden, wij hebben [naam 1] [
, ktr] begin mei bij jullie aangeboden. Maar hebben vervolgens nooit geen uren gehad, ook niet in de andere mailbox? Ook een beetje onze fout, maar soms schieten de dingen tussendoor. (..)”.
Halkers:
“Dag [naam 3] , Inderdaad, destijds is het verkeerde e-mail door jullie bij ons aangeboden. Kan natuurlijk gebeuren. Ik heb het bij de bepalende mensen neergelegd. (..)”.
2.9.
Bij e-mail van 11 september 2023 heeft BNC Halkers verzocht, naast het toezenden van de door [naam 1] gewerkte uren, een voorstel te doen voor de verschuldigde ‘compensation fee’ (artikel 3 lid 6 van de overeenkomst), omdat Halkers niet aan BNC had meegedeeld dat zij [naam 1] in dienst had genomen.
2.10.
Halkers heeft bij e-mail van 13 september 2023 daarop gereageerd met onder meer:
“(..)
Excuus voor het ongemak, het is uiteraard niet de bedoeling dat u niet op de hoogte bent van het feit dat een door u aangedragen uitzendkracht voor ons gestart is.
Daarnaast hoort u netjes wekelijks de gewerkte uren te ontvangen, aan de hand waarvan u kan factureren.
Helaas is de heer [naam 1] vaker niet dan wel op het werk verschenen, hierbij stuur ik u een overzicht van de gewerkte uren, alsmede de kosten van de huisvesting welke wij niet hebben ontvangen door het ontbreken van de te factureren uren aan onze opdrachtgever.
(..)
Conform de door u meegestuurde overeenkomst, zou Haldugroep de mogelijkheid hebben om deze kosten te verrekenen met de te betalen fee.
(..)
Aangezien deze situatie waarbij u nergens van op de hoogte was niet de schoonheidsprijs verdient, wil ik u dan ook voorstellen om eenmalig een fee van € 200,- voor de heer [naam 1] te betalen. (..)”.
2.10.1.
BNC heeft daarop gereageerd met:
“kun jij mij jullie btw nummer sturen?”
2.11.
BNC heeft diezelfde dag een factuur van € 12.058,86 aan Haldugroep gestuurd, waarbij de gewerkte uren van [naam 1] (€ 561,00), de compensatie fee (€ 10.000,00) en btw
(€ 2.092,86) aan Haldugroep in rekening zijn gebracht, minus een bedrag van € 595,00 voor gemaakte huisvestingskosten van [naam 1] .
2.12.
Bij e-mail van 22 september 2023 heeft Haldugroep aan BNC bericht:
“Uw factuur gaan we niet betalen, want deze is niet juist.
U kunt een factuur sturen van in totaal € 200,00 en niet meer, zoals is aangegeven (..) waar u op reageerde dat u ons BTW nummer nodig had, wat dus impliceert dat u met voorstel akkoord was.”
2.13.
BNC heeft zich vervolgens tot haar gemachtigde gewend. Laatstgenoemde heeft Halkers bij brief van 25 september 2023 gesommeerd binnen 14 dagen € 12.058,86 aan BNC te betalen. Daarbij is meegedeeld dat BNC het btw-nummer van Halkers heeft opgevraagd om haar factuur (inclusief compensation fee) te kunnen sturen en dat door verzending van die factuur kon worden begrepen dat BNC het voorstel van Halkers heeft verworpen.
2.14.
Haldugroep heeft hierop gereageerd bij e-mail van 4 oktober 2023, met daarin onder meer:
“(..)
Haldugroep heeft BNC Recruitment op dinsdag 2 mei 2023 een mail gestuurd dat [naam 1] een arbeidsovereenkomst zou krijgen, maar hij voor ons niet bereikbaar was, hiermee is in beginsel al door Haldugroep aangegeven dat de heer [naam 1] een arbeidsovereenkomst zou krijgen wanneer hij bereikbaar was. Vervolgens heeft Haldugroep, (..), op donderdag 4 mei 2023 een mail gestuurd dat hij voor Haldugroep zou gaan starten, ook de arbeidsvoorwaarden zijn in deze mail benoemd. Deze mail is door Haldugroep gezonden aan de heer [naam 1] , met (in het kader van transparantie betreffende de gemaakte afspraken) het bij ons bekende mail adres van BNC Recruitment in de CC.
Daarmee heeft Haldugroep in beginsel BNC Recruitment rechtstreeks op de hoogte gesteld van het feit dat de heer [naam 1] voor Haldugroep zou gaan werken.
(..)
Tevens heeft Haldugroep op 1 september 2023 een mail gestuurd naar BNC Recruitment dat de heer [naam 1] per heden niet meer werkzaam was voor Haldugroep, ook dit in het kader van transparantie.
(..)
Wij begrijpen inmiddels ook waardoor de verzonden mails niet bij BNC Recruitment zijn aangekomen, in het online bemiddelaars portal dat BNC Recruitment in eigen beheer heeft, stond een typefout in het algemene e-mailadres. De inlog voor de portal was
[gebruikersnaam], maar bij het algemene mail adres is in de portal een ander algemeen adres met een typefout ingegeven. Om deze reden is de gehele tijd wekelijks een mail gestuurd met de uren naar een foutief mail adres.
(..)”.
2.15.
Halkers heeft op 6 oktober 2023 een bedrag van € 561,00, betreffende de door [naam 1] gewerkte uren, aan BNC betaald.
Het restant van de factuur heeft Halkers niet betaald.

3.De vordering en het verweer

3.1.
BNC vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Halkers te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 12.393,45 (bestaande uit € 11.497,86 aan hoofdsom en € 895,59 aan buitengerechtelijke kosten) te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 13 november 2023 en met veroordeling van Halkers in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
BNC baseert haar vordering op het volgende. Halkers heeft in strijd gehandeld met artikel 3 lid 6 van de tussen partijen gesloten overeenkomst, omdat zij zonder (voorafgaande) mededeling daarvan aan BNC, [naam 1] een arbeidsovereenkomst heeft aangeboden. Halkers is daarom de contractuele boete van € 10.000,00 (excl. btw) verschuldigd. Aangezien Halkers, ondanks aanmaning, de boete niet heeft betaald is zij ook de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
3.3.
Halkers voert verweer. Daarop wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Omdat één van de partijen gevestigd is in het buitenland, zal ambtshalve worden beoordeeld of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en welk recht op het voorliggende geschil van toepassing is.
Halkers is gevestigd in Nederland. Nederland is lidstaat van de Europese Unie. Op grond van de EEX Verordening (EU) Nr. 1215/2012 wordt de gedaagde partij in beginsel opgeroepen voor een gerecht van de lidstaat waarin zij gevestigd is. Een grondslag voor afwijking van deze hoofdregel is niet gesteld of gebleken. Dat betekent dat de Nederlandse rechter in dit geval rechtsmacht heeft. Gelet op de vestigingsplaats van Halkers is de Rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Nijmegen bevoegd van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Op grond van de rechtskeuze zoals opgenomen in artikel 9 van de overeenkomst en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) is Nederlands recht van toepassing op de rechtsverhouding tussen partijen.
4.3.
Dan wordt toegekomen aan de inhoudelijke beoordeling van het geschil. Artikel 3 lid 6 van de tussen partijen gesloten overeenkomst dient gezien te worden als een boetebeding in de zin van artikel 6:91 BW. Beoordeeld dient te worden of Halkers door schending van haar mededelingsplicht uit artikel 3 lid 6 van de overeenkomst in de nakoming van haar verplichting te kort is geschoten met als gevolg waarvan zij de contractuele boete aan BNC dient te betalen.
4.4.
Tussen partijen staat vast dat Halkers bij e-mail van 4 mei 2023 [naam 1] een arbeidsovereenkomst heeft aangeboden en dat een kopie van dat bericht is gestuurd naar [e-mailadres 1] . Ook staat vast dat die e-mail BNC niet heeft bereikt. Halkers voert aan dat BNC zelf het verkeerde e-mailadres in de bemiddelaarsportal heeft ingevoerd en verwijst in dat kader naar het Whatsappgesprek van 1 september 2023 (bijlage 13 van productie 5 bij antwoord), waarin Halkers BNC daarop heeft gewezen. BNC heeft op haar beurt weliswaar betwist dat zij zelf het (onjuiste) e-mailadres in de bemiddelaarsportal heeft ingevoerd door te stellen dat een medewerkster van Halkers dit tijdens een telefoongesprek voor BNC heeft ingevoerd, maar zij heeft daarbij geen concrete verklaring kunnen geven waar de door haar erkende fout in voornoemd Whatsappgesprek van 1 september 2023 dan op zag. Wat daar ook verder van zij, voor zover er al sprake zou zijn van enige tekortkoming van Halkers kan deze, gezien de bovenvermelde omstandigheden van het geval, onder meer bestaande uit het feit dat zij zich niet aan haar verplichtingen ter zake heeft willen onttrekken, niet aan haar worden toegerekend (artikel 6:92 lid 3 BW). Als gevolg daarvan ontvalt de grondslag aan de vordering van BNC. De gevorderde hoofdsom wordt daarom afgewezen.
4.5.
De meegevorderde rente en buitengerechtelijke kosten worden ook afgewezen nu die met de hoofdsom samenhangen.
4.6.
BNC wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt BNC in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Halkers vastgesteld op € 812,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter A.J.M. van Breevoort en in het openbaar uitgesproken op