ECLI:NL:RBGEL:2024:6740
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Grensgeschil en onbepaalbaarheid verbintenis tot levering in civiele procedure
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een grensgeschil tussen twee partijen. De rechtbank heeft op 22 mei 2024 een eindvonnis gewezen in een civiele procedure, waarin de vordering tot grensbepaling op basis van artikel 5:47 van het Burgerlijk Wetboek aan de orde is gesteld. De procedure is gestart met een eis in conventie en een reconventionele eis, waarbij beide partijen vertegenwoordigd werden door advocaten uit Nijmegen. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 10 april 2024 al een aantal hoofdpunten beslist en partijen de gelegenheid gegeven om een definitieve regeling te treffen. Echter, omdat de partijen niet tot een eenparig verzoek zijn gekomen, heeft de rechtbank besloten om het eindvonnis te wijzen overeenkomstig het tussenvonnis.
De rechtbank heeft de grens tussen de percelen bepaald aan de hand van een foto en heeft de gedaagde bevolen om binnen 30 dagen na betekening van het vonnis bepaalde zaken van het perceel te verwijderen. Tevens is er een verplichting opgelegd tot het plaatsen van een afscheiding. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.