ECLI:NL:RBGEL:2024:8409

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
AWB 24/1295
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van AIO-aanvulling door de SVB en de vraag naar terugwerkende kracht

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de toekenning van de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO-aanvulling) door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Eiseres, geboren in Tsjetsjenië en sinds 2004 ingezetene in Nederland, heeft op 3 november 2023 een aanvraag ingediend voor ouderdomspensioen en op 6 december 2023 voor AIO-aanvulling. De SVB heeft de AIO-aanvulling per 6 december 2023 toegekend, maar eiseres stelt dat zij recht heeft op AIO-aanvulling met terugwerkende kracht vanaf een eerdere datum.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de SVB de AIO-aanvulling terecht niet met terugwerkende kracht heeft toegekend. Volgens de Participatiewet (Pw) wordt bijstand pas verleend vanaf de datum waarop de betrokkene zich heeft gemeld voor bijstand. Eiseres heeft zich op 6 december 2023 gemeld, en de rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de AIO-aanvulling eerder zou moeten ingaan. De rechtbank wijst erop dat het de verantwoordelijkheid van eiseres is om zich tijdig te laten informeren over haar rechten en plichten met betrekking tot de AIO-aanvulling.

De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres ongegrond is, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Zutphen
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/1295

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. J. Jansen),
en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, de SVB.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de toekenning van de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO-aanvulling) op grond van de Participatiewet (Pw) naar de norm van een alleenstaande.
1.1.
De SVB heeft de AIO-aanvulling met het besluit van 5 januari 2024 per 6 december 2023 toegekend. Met het bestreden besluit van 19 februari 2024 op het bezwaar van eiseres is de SVB bij dit besluit gebleven.
1.2.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiseres, geboren in Tsjetsjenië op [geboortedatum] 1956, is sinds 1 november 2004 ingezetene in Nederland. Zij heeft op [datum 1] 2023 (zij was toen [leeftijd] oud) haar pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Op 3 november 2023 heeft zij een aanvraag gedaan om ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet. Bij besluit van 27 november 2023 heeft de SVB eiseres met ingang van [datum 1] 2023 ouderdomspensioen toegekend naar de norm van een alleenstaande met een korting van 62%.
2.1.
Op 6 december 2023 heeft eiseres zich bij de SVB gemeld voor een AIO-aanvulling. Op 12 december 2023 heeft zij daartoe een aanvraag gedaan. Bij besluit van 5 januari 2024 heeft de SVB de AIO-aanvulling toegekend met ingang van 6 december 2023. Dit besluit is in bezwaar gehandhaafd.
Beoordeling door de rechtbank
3. Eiseres stelt dat zij ook vóór 6 december 2023, namelijk vanaf [datum 2] 2023, AIO-aanvulling had moeten krijgen.
4. In dit geding is dan ook de vraag aan de orde of de SVB terecht heeft besloten geen AIO-aanvulling toe te kennen met terugwerkende kracht, namelijk vóór 6 december 2023, de datum waarop eiseres zich bij de SVB heeft gemeld voor het doen van een aanvraag om AIO-aanvulling. De rechtbank beoordeelt deze vraag aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
5. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Toetsingskader
6. De AIO-aanvulling is gebaseerd op de Pw. Op grond van artikel 43, eerste lid, van de Pw stelt het college het recht op bijstand op schriftelijke aanvraag vast. In artikel 44, eerste lid, van de Pw is bepaald dat, indien door het college is vastgesteld dat recht op bijstand bestaat, de bijstand wordt toegekend vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt vóór de dag waarop de belanghebbende zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen. [1]
6.1.
Vast staat dat eiseres zich op 6 december 2023 bij de SVB heeft gemeld als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de Pw.
6.2.
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) inzake de toepassing van artikel 43 en 44 van de Pw wordt in beginsel geen bijstand, en dus ook geen AIO-aanvulling, verleend over een periode voorafgaand aan de datum waarop de betrokkene zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen of - in voorkomende gevallen - een aanvraag om bijstand heeft ingediend. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen. [2] Zulke omstandigheden kunnen zich voordoen als het de betrokkene niet kan worden verweten dat hij zich niet eerder heeft gemeld om bijstand aan te vragen of niet eerder een aanvraag om bijstand heeft ingediend. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de betrokkene niet in staat was om zich eerder te melden om bijstand aan te vragen of om eerder bijstand aan te vragen of als een betrokkene aannemelijk maakt dat hij een gegronde reden voor de latere melding had.
De situatie van eiseres
7. Naar het oordeel van de rechtbank doet de hiervoor in punt 6.2. beschreven situatie zich hier niet voor. Dat de SVB eiseres niet eerder heeft geïnformeerd over het doen van een aanvraag om AIO-aanvulling is niet een bijzondere omstandigheid. Er is namelijk geen grond in het recht die maakt dat de SVB eiseres hierover had moeten informeren. Het ligt namelijk op de weg van eiseres om zich te laten informeren over een mogelijk recht op AIO-aanvulling en wat zij moet doen om dat tijdig te laten beoordelen en ten gelde te maken. Ook is onbekendheid met wet- of regelgeving geen bijzondere omstandigheid die rechtvaardigt dat toch AIO-aanvulling met terugwerkende kracht moet worden verleend. Dit is vaste rechtspraak van de CRvB. [3] Dat eiseres in de periode van [datum 2] 2023 tot 6 december 2023 overduidelijk recht had op AIO-aanvulling en in die periode leningen heeft moeten afsluiten om te kunnen voorzien in haar levensonderhoud, maakt dit niet anders.
7.1.
De rechtbank komt tot de conclusie dat in het geval van eiseres geen sprake is van bijzondere omstandigheden, die verlening van de AIO-aanvulling met terugwerkende kracht rechtvaardigen.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, rechter, in aanwezigheid van mr. N. ter Horst, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Het indienen van een hogerberoepschrift kan hetzij digitaal via “Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nlhetzij door verzending per post aan de Centrale Raad van Beroep.

Voetnoten

1.Lees in deze zaak voor het college: de SVB.
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van 20 februari 2024 (ECLI:NL:CRVB:2024:416).
3.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 16 december 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:4242).