Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 14 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 28 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [eiser] heeft [gedaagde] bij mondelinge huurovereenkomst een woning verhuurd, maar [gedaagde] heeft sinds augustus 2017 een huurachterstand opgebouwd van € 9.800,00. [eiser] vordert in kort geding ontruiming van het gehuurde en betaling van de achterstallige huur. De procedure is gestart met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 14 mei 2024, waarbij [gedaagde] niet is verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend en dat er sprake is van een spoedeisend belang voor [eiser]. De rechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand een ernstige tekortkoming vormt in de nakoming van de huurovereenkomst, wat de ontruiming rechtvaardigt. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast zijn de vorderingen tot betaling van de achterstallige huur en buitengerechtelijke incassokosten eveneens toegewezen. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde]. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.