Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van
Stichting Doggerland, uit [plaats 1],
de minister van Infrastructuur en Waterstaat, de minister
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Leeswijzer
Waartegen kan worden geprocedeerd?
- De beoordeling of de minister de vereiste zekerheid heeft verkregen dat door de activiteit ‘normale bedrijfsvoering mijnbouwactiviteiten’ (mijnbouwactiviteiten) de natuurlijke kenmerken van het Friese Front niet worden aangetast (overwegingen 9 – 9.5);
- De beoordeling of de minister de vereiste zekerheid heeft verkregen dat door de ‘schietactiviteiten door de Marine’ (schietactiviteiten) de natuurlijke kenmerken van het Friese Front niet worden aangetast (overwegingen 10 – 10.6);
- De beoordeling of de minister de vereiste zekerheid heeft verkregen dat door de activiteit ‘tot ontploffing brengen van explosieven’ (ruimen van explosieven) de natuurlijke kenmerken van het Friese Front niet worden aangetast (overwegingen 11 – 11.7);
- De beoordeling of de minister de vereiste zekerheid heeft verkregen dat door het gebruik van sonar (sonaractiviteiten) de natuurlijke kenmerken van het Friese Front niet worden aangetast (overwegingen 12 – 12.8);
- De beoordeling of de minister de vereiste zekerheid heeft verkregen dat door de activiteit ‘Kabels en leidingen (onderhoud)’ (kabels- en leidingenactiviteit) de natuurlijke kenmerken van het Friese Front niet worden aangetast (overwegingen 13 – 13.5);
- De concentraties van olie en chemicaliën in lozing van productiewater, regen-, spoel- en schrobwater en sanitair afvalwater dienen te voldoen aan artikel 9.1 van de Mijnbouwregeling en artikel 80 van het Mijnbouwbesluit;
- Afval (zoals o.a. plastic en huishoudelijk afval) en andere afvalstoffen (met uitzondering van productie water en regen-, spoel- en schrobwater) mogen niet geloosd of gestort worden. Deze voorwaarde is gebaseerd op voorschriften uit bestaand beleid zoals vastgesteld in het Mijnbouwbesluit art. 80.
- Vaarbewegingen van werkverkeer naar en van de platforms vinden zoveel mogelijk buiten de periode van juli tot en met oktober plaats.
- Wanneer het toch noodzakelijk is om voor aan- en afvoer van materiaal of voor onderhoud de installaties in het Natura 2000-gebied Friese Front met een schip te bezoeken in de periode juli - oktober, dan wordt gebruik gemaakt van de scheepvaartroute en de route daarbuiten zo kort mogelijk gehouden. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt omgevaren om het Natura 2000-gebied Friese Front zo kort mogelijk te doorkruisen. De algemene richtlijnen voor scheepvaart gelden zoals in paragraaf 5.4.
Conclusie wel/niet meenemen naar NEA
5.6.1.1 Lozing van productiewater en sanitair afvalwater
Het gebied Friese Front overlapt met ongeveer 30% het militaire schietgebied EHD42. De Marine houdt geen reguliere schietoefeningen in de EHD42. Wanneer er desalniettemin een keer schietoefeningen plaatsvinden in het gebied EHD42, wordt dit zodanig ingericht dat het gebied Friese Front wordt vrijgehouden. De schietrichting is altijd naar het midden van het oefengebied, net buiten het gebied Friese Front. Om significant negatieve effecten op de zeekoet te voorkómen worden voorwaarden gesteld, op basis waarvan de activiteit is vrijgesteld van de vergunningplicht in het kader van de Wnb. Hiermee worden significant negatieve effecten uitgesloten en resteffecten beperkt. [24]
- Bij het vernietigen van explosieven moeten mitigerende maatregelen worden genomen om het effect van onderwaterexplosies zoveel mogelijk te beperken;
- Het ruimen van explosieven vindt zoveel mogelijk buiten het Natura 2000-gebied plaats. Indien het niet mogelijk is dat een explosief wordt verplaatst en het vanwege veiligheidsrisico’s toch geruimd moet worden, zal dat zoveel mogelijk buiten de periode juli tot en met oktober plaatsvinden. Defensie zal (in overleg en na verkrijgen toestemming van de Kustwacht) met Rijkswaterstaat afstemmen of en onder welke voorwaarden dat gebeurt.
- De voorschriften van de Koninklijke Marine, ‘Gedragscode Springen van munitie op de Noordzee’ en de Bekendmaking 01/18 Groepsoudste KBW en mijnendienst dienen opgevolgd te worden bij het ruimen van munitie op de Noordzee. Deze voorschriften hebben ook betrekking op de bescherming van zeezoogdieren en vogels. Hieronder volgt een beknopte samenvatting van de relevante voorwaarden:
- In het kader van de monitoring van onderwatergeluid worden door Rijkswaterstaat de ruimingen jaarlijks opgenomen in het (openbare) ICES Impulsive Noise Register.
- In overleg met alle betrokken partijen zal periodiek geanalyseerd worden hoeveel explosieven er in het Natura 2000-gebied Friese Front zijn aangetroffen en hoe men hiermee is omgegaan. Hieruit zal blijken of en zo ja welke maatregelen mogelijk zijn om de zeekoet te beschermen.
- Voor alle scheepvaartbewegingen gelden de algemene richtlijnen (zie paragraaf 5.4).
Effectbeoordeling
De militaire activiteiten kunnen leiden tot (tijdelijk) oppervlakteverlies, verontreiniging, verstoring door geluid, optische verstoring en mechanische effecten. De voortoets concludeert dat significant negatieve effecten op de zeekoet niet op voorhand uitgesloten worden, omdat ze gevoelig zijn voor een deel van de storingsfactoren.’ [31]
‘Conclusie
De vrijstellingsvoorwaarden voor het laten springen van explosieven dragen voldoende bij aan het mitigeren van effecten op de ISHD voor de gebieden Klaverbank, Friese Front en Doggersbank waardoor significante effecten uitgesloten kunnen worden op basis van de volgende punten:
- In de praktijk is de incidentie van deze vrijgestelde activiteit nabij het Friese Front, Klaverbank en Doggersbank zeer laag, waardoor het – bij een onveranderde intensiteit - niet aannemelijk is dat er significante effecten optreden op populatieniveau door het vrijstellen van deze activiteit in de drie offshore Natura 2000-gebieden;
- (…)
- Het ISHD voor zeekoet in het Friese Front is behoud van de populatie en behoud van de oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied. De huidige staat van instandhouding voor zeekoet is gunstig. De relatieve bijdrage van het Friese Front op de landelijke populatie is niet bekend, door grote schommelingen in tellingen (8.000 – 90.000) is een kwantificering van de gebiedsdoelstelling (nog) niet mogelijk. In de kwetsbare periode van de zeekoet juli t/m oktober bevinden zeekoeten zich ook buiten het Friese Front blijkt uit recente verspreidingsgegevens. Doordat dat zeekoeten in die periode niet kunnen wegvliegen van verstoring en dat de relatieve bijdrage van het Friese Front zo sterk kan variëren per jaar, kan externe werking optreden wanneer buiten het Natura 2000-gebied een explosief tot ontploffing wordt gebracht. Zeekoeten die in de rui zijn kunnen namelijk niet wegvliegen.
6.1 Kennisleemtes
- Om verstoring van de zeekoet zo veel mogelijk te beperken wordt in de periode juli tot en met oktober in beginsel vermeden om laag- en midfrequente sonar te gebruiken en wordt geadviseerd de daaraan gerelateerde scheepvaart in het Natura 2000-gebied Friese Front te beperken;
- Defensie zal laag-en midfrequente sonar systemen uitsluitend in het Natura 2000-gebied Friese Front gebruiken uit operationele noodzaak. In de relevante Defensievoorschriften zal worden geborgd dat routinematige oefeningen en testen niet in het Natura 2000-gebied Friese Front zullen plaatsvinden en er zal tevens een veilige afstand tot het gebied in acht genomen worden;
- Indien het wel noodzakelijk is om door het Natura 2000-gebied Friese Front te varen in deze periode, gelden de algemene richtlijnen voor scheepvaart (zie paragraaf 5.4);
- Het gebruik van laag- en midfrequente sonar maakt onderdeel uit van de monitoring van onderwater geluid, zoals voor de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie wordt uitgevoerd. Dit wordt gerapporteerd aan Rijkswaterstaat en opgenomen in het (openbare) ICES Impulsive Noise Register.
(…) De effecten van onderwatergeluid door sonar op de zeekoet zijn niet bekend, het effect is dus onduidelijk en daardoor zijn significante effecten niet uit te sluiten. Verontreiniging door de aanwezigheid van kogels in het water of het raken van zeekoeten door kogels (mechanisch effect) zijn niet aan de orde.’
Onderzoek naar de effecten van sonar op zeezoogdieren - maar ook vogels, gaat voornamelijk uit van de bekende gehoorgrenskaders van soorten (Harris et al., 2018). Daarom is nog maar weinig bekend over de effecten van hoogfrequente sonar >200 Khz op vogels en zeezoogdieren. Dat wordt ook in de NEA’s geconcludeerd. In het recente KEC 5.0 wordt over >200 kHZ echo sounders aangegeven dat deze hoge frequenties waarschijnlijk niet hoorbaar zijn voor bruinvissen (Crocker et al., 2018; Pace et al., 2021) dus maakt het zeer onwaarschijnlijk dat er gehoorschade optreedt. [40]
Conclusie
5.6.3.3 Gebruik van sonar en echoapparatuur
Gebruik sonar voor opsporen van onderzeeboten
- Onderhoud wordt voor zover mogelijk uitgevoerd buiten de ruiperiode van de zeekoet (die valt in de maanden juli tot en met oktober). Deze voorwaarde zal in toekomstige Wnb-vergunningen voor onderhoud worden opgenomen. Na afloop wordt een melding en een korte evaluatie toegezonden aan het bevoegd gezag Wnb (het ministerie van LNV) en aan Rijkswaterstaat als beheerder van het gebied.
- Spoedreparaties kunnen in de ruiperiode worden uitgevoerd, waarbij de schepen de algemene maatregelen (zie paragraaf 5.4) opvolgen.
- Voor kabels en leidingen die zijn geplaatst zonder een Wnb-vergunning, gelden de voorwaarden zoals beschreven in de “Handreiking beheer en onderhoud (aanpak stikstof)” (ministerie van LNV/RWS, 2019).
Conclusie wel/niet meenemen naar NEA
Onderhoud is nodig wanneer een kabel of leiding niet meer de vereiste gronddekking heeft of beschadigd is. Bij een reparatie van een kabel wordt een deel uit de bodem gehaald en aan boord van het schip hersteld. Vervolgens wordt de kabel met behulp van zand of steenstort weer opnieuw ingegraven.