Op 4 december 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaken ARN22-1858 en ARN22-2152, waarin de beroepen van eisers tegen de verleende omgevingsvergunning voor de bouw van stallen zijn beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder, die een melkveehouderij exploiteert, op 28 februari 2022 een omgevingsvergunning heeft verkregen voor de bouw van varkens- en biggenstallen. De rechtbank heeft de beroepen op 27 november 2025 behandeld, waarbij eisers hun beroepsgronden met betrekking tot de provinciale omgevingsverordening en het geluidonderzoek hebben ingetrokken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de omgevingsvergunning voor fase 2 niet in strijd is met artikel 2.5, vierde lid, van de Wabo, omdat de vergunning voor fase 1 op het moment van verlening van fase 2 al was verleend. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepen ongegrond zijn en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, in aanwezigheid van griffier mr. E. Mengerink.