Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De feiten
1.1. Verzoeker
5.Interpretatie en analyse
de vrachtwagen, opm. rechtbank] reed vermoedelijk op rijstrook 2, en is op de vluchtstrook terecht gekomen. Hierbij heeft de bestuurder van de trekker met oplegger de op de vluchtstrook rijdende veegwagen aan de achterzijde geraakt.
Evenement
I – INLEIDING
Gebruik veiligheidsgordel, uitslingering, verwondingen
de veegwagen, opm. rechtbank].
Vrijspraak primair tenlastegelegde, overtreding van artikel 6 WVW.
“De veegwagen reed”; “Beide voertuigen kwamen uit de richting Nijmegen en reden in de richting van Rotterdam”; Getuige [getuige 1] :
“Zag een veegwagen rijden”; Verdachte [betrokkene] :
“Zag een voertuig op de vluchtstrook”).
“Ik zou het niet weten, volgens mij stond hij stil”. Getuige [getuige 1] (die waarschijnlijk als tweede voertuig bestuurder achter de door [betrokkene] bestuurde vrachtwagen reed) verklaarde in dit kader:
“Tevens zag ik dat er op de vluchtstrook een veegwagen stil stond”.
4.Het geschil
5.De beoordeling
een veegwagen zag rijden’ (zie r.o. 3.4). In de getuigenverklaring zelf staat echter dat [getuige 1] verklaart: ‘
Tevens zag ik dat erop de vluchtstrook een veegwagen stond’ (zie r.o. 3.5). Ook [betrokkene] heeft verklaard dat hij dacht dat de veegwagen stil stond (zie r.o. 3.5). Geen van de andere getuigen heeft verder verklaard de veegwagen te hebben zien rijden kort voor het ongeval. Daarmee staat een aantoonbare onjuistheid in het proces-verbaal van de politie. In het strafvonnis staat daarnaast weliswaar dat ‘
op de vluchtstrook op dat moment een veegwagen [reed]’ (zie r.o. 3.11), maar niet is toegelicht waarop dit is gebaseerd. Niet ondenkbaar is dat dit is gebaseerd op voornoemde onjuistheid in het proces-verbaal. Een ambtshalve door de politie opgemaakt proces-verbaal is niet tot burgerlijk bewijs bestemd, zodat daaraan in de civiele procedure slechts vrije bewijskracht kan worden toegekend (vgl. Hoge Raad 27 februari 1996, ECLI:NL:HR:1996:AD2501). De rechtbank acht zich op grond van het voorgaande daarom niet gebonden aan voornoemde passages in het strafvonnis en in het proces-verbaal.
nadatde veegwagen op links was gekanteld en doordat de veegwagen over het asfalt schoof, wat het volgens [deskundige] onmogelijk maakt dat [verzoeker] via (het raam van) het linkerportier uit de veegwagen is geslingerd. Dat [verzoeker] uit (het raam van) het linkerportier is geslingerd zoals TVM stelt, wordt dus uitgesloten door haar eigen expert. Uit het voorgaande blijkt dat dit ook niet wordt onderbouwd door de processen-verbaal omdat er geen onderzoek is gedaan naar (bijvoorbeeld) het glasspoor. TVM heeft dan ook onvoldoende gemotiveerd gesteld dat [verzoeker] via de linkerzijde uit de veegwagen is geslingerd.