In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiser, geboren in 1998, lijdt aan ME/CVS en POTS en heeft op 28 december 2021 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Het UWV heeft deze aanvraag op 9 februari 2022 afgewezen, omdat eiser volgens hen over arbeidsvermogen beschikt. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar het UWV heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 15 november 2023 behandeld en het onderzoek heropend op 7 december 2023. Eiser heeft medische informatie ingediend, maar de rechtbank concludeert dat de door het UWV vastgestelde belastbaarheid van eiser op de beoordelingsdatum van 28 december 2021 niet kan worden weerlegd. De rechtbank oordeelt dat de stellingen van eiser over zijn fragiele immuunsysteem en de gevoeligheid voor geringe activiteit onvoldoende zijn onderbouwd. De rechtbank wijst erop dat de informatie van het CVS/ME Centrum en de Gezondheidsraad niet specifiek genoeg is om de belastbaarheid van eiser te betwisten. Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard, en blijft de weigering van de Wajong-uitkering in stand. De rechtbank veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.267,50 en dient het UWV het griffierecht van € 50 te vergoeden.