ECLI:NL:RBGEL:2025:2584

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 februari 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
11241658
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in vrijwaring tussen Diyon B.V. en Elektra Unie Holding B.V. met betrekking tot aansprakelijkheid en proceskosten

Op 7 februari 2025 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen Diyon B.V., voorheen handelend onder de naam Bobsolar, en Elektra Unie Holding B.V. Diyon, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft een vordering ingesteld tegen EU, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding en een akte van Diyon van 2 augustus 2024. Diyon vorderde een veroordeling van EU tot betaling van kosten die voortvloeien uit een samenwerkingsovereenkomst en een vaststellingsovereenkomst, waarin EU Diyon vrijwaart voor aanspraken van derden, in dit geval een consument genaamd [naam 2].

Diyon heeft aangegeven dat de dagvaarding tegen Elektra Unie Installatie B.V. niet kon worden betekend, waardoor de vordering tegen deze partij niet is ingesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten jegens EU zijn nageleefd, waardoor verstek verleend is. De vordering van Diyon is niet onrechtmatig of ongegrond bevonden en is toegewezen. EU is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 1.410,86, inclusief nakosten.

In de beslissing heeft de kantonrechter EU veroordeeld tot betaling van het bedrag dat Diyon vorderde, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten binnen veertien dagen na aanschrijving. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.J.M. van Breevoort.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 11241658 \ CV EXPL 24-2411
Vonnis van 7 februari 2025
in de zaak van
DIYON B.V., VOORHEEN HANDELEND ONDER DE NAAM BOBSOLAR,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Diyon,
vertegenwoordigd door de heer [naam 1] ,
tegen
ELEKTRA UNIE HOLDING B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
gedaagde partij,
hierna te noemen: EU,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte van Diyon van 2 augustus 2024.
1.2.
Daarna is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Diyon heeft gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en gelijktijdig met het vonnis in de hoofdzaak onder zaak-/rolnummer 10960948 \ CV EXPL 24-761 tussen Consument de heer [naam 2] als eiser en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Diyon B.V. voorheen handelend onder de naam Bobsolar als gedaagde:
- Elektra Unie Installatie B.V. & Elektra Unie Holding B.V. hoofdelijk, des dat de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot al hetgeen waartoe Diyon B.V. v.h.o.d.n. Bobsolar mocht worden veroordeeld jegens de heer [naam 2] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van deze dagvaarding tot aan de dag van algehele betaling en met inbegrip van de kostenveroordeling;
- Elektra Unie Installatie B.V. & Elektra Unie Holding B.V. hoofdelijk, des dat de
een betaalt de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de proceskosten, die van de
procedure in vrijwaring daaronder begrepen;
- Elektra Unie Installatie B.V. & Elektra Unie Holding B.V. hoofdelijk, des dat de
een betaalt de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen om de proceskosten te voldoen
binnen 14 dagen na de datum van het vonnis, en - voor het geval dat voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de
wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor de
voldoening.
2.2.
Aan haar vordering legt Diyon ten grondslag dat zij met Elektra Unie Installatie B.V. een samenwerkings- en overnameovereenkomst (hierna: samenwerkingsovereenkomst) heeft gesloten. In art. 7.3 van die overeenkomst staat, kort gezegd, dat Elektra Unie Installatie B.V. Diyon vrijwaart voor eventuele aanspraken en/of schade van consumenten die voortvloeien uit de overname, overeenkomsten of verbandhouden met lopende projecten en/of onderhanden werk dan wel schulden. Verder staat in art. 1.5 van de vaststellingsovereenkomst die Diyon met onder meer EU heeft gesloten, kort gezegd dat EU Diyon vrijwaart voor alle aanspraken van derden ter zake het leggen van zonnepanelen en/of contractsoverneming. Diyon is aangesproken door [naam 2] en [naam 2] is een consument en was een klant van Diyon die Diyon aan EU heeft overgedragen, aldus Diyon.
2.3.
Bij akte heeft Diyon laten weten dat de dagvaarding ten aanzien van Elektra Unie Installatie B.V. niet kon worden betekend en dat er omwille van de voortgang voor gekozen is niet alsnog tot opnieuw dagvaarden over te gaan. Dat betekent dat de vordering niet tegen Elektra Unie Installatie B.V. is ingesteld en dus ook niet zal worden toegewezen.
2.4.
Omdat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten jegens EU in acht zijn genomen, wordt tegen EU verstek verleend. De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen.
2.5.
EU is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Diyon worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
142,86
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
609,00
(1,5 punt × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
totaal
1.410,86

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt Elektra Unie Holding B.V. tot al hetgeen waartoe Diyon B.V. v.h.o.d.n. Bobsolar mocht worden veroordeeld jegens de heer [naam 2] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 25 juli 2024 tot aan de dag van algehele betaling en met inbegrip van de kostenveroordeling, die van de procedure in vrijwaring daaronder begrepen,
3.2.
veroordeelt Elektra Unie Holding B.V. in de proceskosten van € 1.410,86, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Elektra Unie Holding B.V. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
veroordeelt Elektra Unie Holding B.V. tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2025.
61525 \ 40141