In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen de oplegging van een cursus over verantwoord rijgedrag, de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG), beoordeeld. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) had op 25 maart 2024 een cursus opgelegd aan eiser, nadat de politie op 2 maart 2024 een mededeling had gedaan over het vermoeden dat eiser niet langer over de vereiste rijvaardigheid beschikte. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het CBR verklaarde zijn bezwaren ongegrond. De rechtbank heeft op 18 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van het CBR aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het CBR terecht de cursus heeft opgelegd. De rechtbank stelt vast dat de mededeling van de politie, die leidde tot de oplegging van de cursus, gebaseerd was op een mutatierapport dat de gevaarzettende rijgedrag van eiser documenteerde. Eiser betwistte de juistheid van het rapport en de werkwijze van de agent, maar de rechtbank oordeelt dat er geen grond is voor twijfel aan de bevindingen in het rapport. De rechtbank concludeert dat het CBR de educatieve maatregel terecht heeft opgelegd, en verklaart het beroep van eiser ongegrond.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat, hoewel er sprake was van een gebrek in de hoorplicht, dit gebrek niet heeft geleid tot benadeling van eiser, aangezien hij alsnog is gehoord en de uitkomst niet is veranderd. De rechtbank bepaalt dat het CBR het griffierecht aan eiser moet vergoeden en een proceskostenvergoeding van € 1.814 aan eiser moet betalen.