Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , uit [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- Ford Transit, zwart, met kenteken [kentekennummer 1] : lengte 574 cm, hoogte 226,5 cm;
- Mercedes Sprinter, wit, met kenteken [kentekennummer 2] : lengte 597 cm, hoogte 225,5 cm;
- Volkswagen Crafter, wit, met kenteken [kentekennummer 3] : lengte 600 cm, hoogte 227,5 cm;
- Opel Vivaro-b, met kenteken [kentekennummer 4] : lengte 541 cm, hoogte 194 cm;
- Opel Vivaro, met kenteken [kentekennummer 5] : lengte 477 cm, hoogte 194 cm.
“Bij het opmeten van de voertuigen zijn de volgende geplaatste attributen niet meegenomen, zoals een imperiaal, een trekhaak.
”Naar het oordeel van de rechtbank is dat in strijd met artikel 7.18, eerste lid van de Vflo Harderwijk. Daarin is namelijk bepaald dat de gemaximeerde afmetingen
“met inbegrip van de lading”niet overschreden mogen worden. Dat betekent dat, anders dan het college ter zitting nog stelt, het niet alleen om de maatvoering van het voertuig zelf gaat, maar ook om datgene wat er aanvullend nog op of achter is geplaatst. Daartoe behoort volgens de rechtbank ook een trekhaak of een imperiaal, omdat deze net als
“lading”, de totale grootte van het voertuig doen toenemen. Hoewel uit de rapportage van de meting van 27 februari 2024 niet blijkt of er zich op of aan de opgemeten voertuigen een trekhaak of imperiaal bevindt, heeft eiser gesteld dat de Volkswagen Crafter een trekhaak heeft. De kans op de aanwezigheid van een trekhaak of imperiaal is in geval van bedrijfsbusjes wel reëel. [3]
Conclusie en gevolgen
“lading”een geschikt alternatief vindt. De rechtbank verwacht bij deze aanpak een lagere foutmarge.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 2 juni 2024, voor zover het ziet op het besluitonderdeel niet handhavend op te treden op grond van artikel 7.18 van de Vflo Harderwijk;
- bepaalt dat het college op dit onderdeel opnieuw beslist op het verzoek van eiser, met inachtneming van, en binnen acht weken na de datum van verzending deze uitspraak;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 44,40;
- draagt het college op het door eiser betaalde griffierecht van € 184,- aan eiser te vergoeden.