Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser], uit [plaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum
Inleiding
Waar gaat deze zaak over?
milieuhinderdie het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld aan een bedrijf in categorie 1. In het kader van het ruimtelijke ordeningsrecht wordt milieuhinder bepaald aan de hand van geur, stof, geluid, verkeer en externe veiligheid (bijvoorbeeld explosiegevaar). [5] Gesteld noch gebleken is dat het bedrijf van eiser op deze onderdelen hinder veroorzaakt, zeker niet meer hinder dan bedrijven die wel in categorie 1 vallen. Daarbij merkt de rechtbank op dat eiser weliswaar een beperkte hoeveelheid munitie wil bewaren om de wapens te testen, maar deze voorraad is geen handelsvoorraad, slechts een voorraad die hij als privépersoon op de locatie mag hebben volgens de Wet wapens en munitie. Van een relevant explosiegevaar is dus geen sprake.
Het aspect ‘sociale veiligheid’ is geen vorm van milieuhinder, zodat dit bij de beoordeling geen rol kan spelen. Overigens heeft eiser onbetwist gesteld dat er vanuit de buurt geen bezwaren zijn geuit tegen zijn plan, hoewel dat bij de buren wel bekend is, terwijl hij qua veiligheid aan de eisen van de Wet wapens en munitie voldoet en ook de benodigde vergunningen heeft. Tot slot is van belang dat eiser heeft verklaard dat zijn klanten niet bij het pand zullen komen, zodat het pand geen aantrekkende werking heeft en dat hij heeft toegelicht dat het soort wapens waarin hij handelt sowieso niet de belangstelling van criminelen heeft.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de beslissing op bezwaar van 19 februari 2024;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 187,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 3.062,- aan proceskosten aan eiser.