Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,
Samenvatting
Procesverloop
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
“Meeberekend”en dat
“Geeft aan of de onderbouwing is betrokken in de berekening”, zo valt te lezen in de op de matrix vermelde begrippenlijst. Daaruit volgt dat de vergelijkingsobjecten (ook als deze niet zijn meeberekend) in de onderbouwing bij de heroverweging zijn betrokken. Voor een professioneel gemachtigde is verder eenvoudig herleidbaar dat ‘nee’ betekent dat het vergelijkingsobject niet is betrokken in de berekening van de beschikte waarde. Op de zittingen heeft de taxateur van de heffingsambtenaar nog toegelicht dat om die reden in de bezwaarfase ‘nee’ wordt ingevuld in kolom MB, omdat bij een ‘ja’ de waarde van het nieuwe vergelijkingsobject automatisch wordt meegenomen in de waardeberekening van de woning en de waarde als gevolg daarvan verhoogd zou worden. Een verhoging is niet toegestaan, omdat de waarde al is beschikt en het bezwaar is gericht tegen een te hoge waarde (reformatio in peius-beginsel). Gemachtigde heeft na ontvangst van de matrices bovendien in deze zaak en/of in de andere zaken die gelijktijdig met deze zaak op zitting zijn behandeld, in bezwaar en in beroep grieven ingediend tegen het gebruik van diverse vergelijkingsobjecten met ‘nee’ in kolom MB. Gemachtigde heeft dus ook begrepen dat deze vergelijkingsobjecten dienen ter onderbouwing van de waarde. Ook de op de matrix vermelde prijs per eenheid van de groep en de indexering maken het oordeel van de rechtbank niet anders. De gemiddelde prijs van de vergelijkingsobjecten en de indexering vallen eenvoudig uit de matrix te herleiden en om verkoopdata, in plaats van transportdata, heeft belanghebbende niet verzocht. Het ligt op de weg van gemachtigde, die zich hierop beroept, aannemelijk te maken dat in deze zaak sprake is van overduidelijke fouten of grote onduidelijkheden in de onderbouwing waardoor de goede procesorde is geschonden. Dat heeft gemachtigde niet gedaan. De algemene bewoordingen van gemachtigde zijn daarvoor onvoldoende. Voor zover is verwezen naar ECLI:NL:RBGEL:2024:4723 [2] geldt dat in die zaak de waarde in beroep in geschil was en dat is hier niet het geval.