ECLI:NL:RBGEL:2025:5146
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen ontbinding en ontruiming van huurwoning wegens niet hebben van hoofdverblijf
In deze zaak heeft de kantonrechter op 21 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen [opposant in verzet] en Baston Wonen. De zaak betreft een vordering van Baston Wonen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat [opposant in verzet] volgens de verhuurder niet haar hoofdverblijf had in het gehuurde. De verhuurder stelde dat [opposant in verzet] ingeschreven stond op een ander adres en dat zij haar woning had onderverhuurd aan haar broer. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Baston Wonen niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat [opposant in verzet] haar hoofdverblijf niet in de woning had. Er is geen feitelijk onderzoek verricht door de verhuurder, en de kantonrechter oordeelde dat de enkele omstandigheid dat [opposant in verzet] niet op het adres van het gehuurde stond ingeschreven, niet voldoende is om te concluderen dat zij daar niet woonde. De vordering van Baston Wonen is afgewezen, en de proceskosten zijn toegewezen aan [opposant in verzet].