In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, uitgesproken op 9 mei 2025, heeft de rechtbank een verzoek van een ouder, aangeduid als verzoekster, beoordeeld. Het verzoek betreft de inzage in persoonsgegevens van haarzelf die zijn verwerkt in het dossier van haar kinderen, die onder toezicht staan van de gecertificeerde jeugdbeschermingsinstelling Leger des Heils. De verzoekster heeft meerdere verzoeken ingediend, waaronder het verzoek om een volledig overzicht van haar persoonsgegevens en de verwerking daarvan, alsook om te weten welke gegevens aan derden zijn verstrekt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster grotendeels niet-ontvankelijk is in haar verzoeken, maar heeft Leger des Heils wel bevolen om bepaalde documenten te verstrekken, waaronder het voorblad van een verzoek aan de Raad van de Kinderbescherming en het dossier van de voorganger van Leger des Heils, Stichting Jeugdbescherming Gelderland. De rechtbank heeft geoordeeld dat Leger des Heils in grote lijnen heeft voldaan aan de verzoeken van de verzoekster, maar dat er geen noodzaak is voor het benoemen van een deskundige om de behandeling van het verzoek te controleren. De verzoekster is veroordeeld in de proceskosten, omdat zij grotendeels in het ongelijk is gesteld.