Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
[bedrijf 1]
1.De procedure
- de akte (tevens vermindering van eis) van [eiser]
- de antwoordakte van [gedaagde] .
2.De verdere beoordeling
en -waardering in het tussenvonnis van 19 februari 2025 geoordeeld dat de revisiemotor ook bij de (laatste) aflevering door [gedaagde] op 10 juni 2022, niet aan de koopovereenkomst beantwoordde. [3] De schade die [eiser] hierdoor heeft geleden, komt eveneens voor vergoeding in aanmerking. [4] De (hoogte van de) schade waarvan [eiser] vergoeding vordert, wordt door [gedaagde] betwist. Partijen zijn bij laatstgenoemd tussenvonnis in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over de schade.
Motor geplaatst [bedrijf 6]’ van € 7.250,00. Daarbij overweegt de rechtbank dat [eiser] onweersproken heeft toegelicht dat deze post ziet op zowel de aanschaf van een andere revisiemotor als het inbouwen daarvan. [eiser] heeft toegelicht dat de vervangende revisiemotor qua aanschafbedrag vergelijkbaar is met de revisiemotor die hij bij [gedaagde] heeft gekocht voor € 3.750,00 inclusief btw. [20] Daarvan uitgaande ziet een bedrag van € 3.500,00 inclusief btw op het inbouwen van de motor [21] . Omdat dit bedrag overeenkomt met de eerder genoemde bedragen voor het inbouwen van een revisiemotor (zie rov. 2.8.), begroot de rechtbank de schade van [eiser] voor het alsnog (laten) plaatsen van een deugdelijke revisiemotor op € 7.250,00.
Audi wrap verwijderen vanwege enorme vetplekken en compleet poetsen’ voor € 750,00 komt niet vast te staan dat dit kosten zijn die [bedrijf 3] dan wel [eiser] heeft moeten maken als gevolg van de door [gedaagde] geleverde gebrekkige revisiemotor. Daarbij komt dat [eiser] heeft verklaard dat hij de auto op 10 juni 2022 niet heeft gezien en dus niet weet of deze schoongemaakt moest worden, als ook dat [bedrijf 3] dat toen had moeten melden. [25] Het is niet gesteld of gebleken dat [bedrijf 3] dit toen heeft gedaan. [bedrijf 3] heeft deze kosten eerst bij [eiser] in rekening gebracht nadat [bedrijf 3] de auto aan een derde had verkocht en die koop vanwege de gebrekkige motor was ontbonden. Gelet op deze omstandigheden komt niet vast te staan dat deze door [bedrijf 3] opgevoerde kosten het gevolg zijn van de door [gedaagde] geleverde gebrekkige motor. Ditzelfde geldt voor de post ‘
Verschillende missende onderdelen en kosten klaarmaken (zie facturen)’ voor € 817,03. Ook de posten ‘
10% reserveringskosten na moeilijkere verkoop qua dieselauto’s na terugname auto van klant vanwege de tijd en het vertrouwen’ voor een bedrag van € 3.395,00 en ‘
Verhuur Mercedes S350 d 18-9 t/m 6-12-2022 a 7300 KM’ voor € 5.762,00 komen niet voor vergoeding in aanmerking. Dit zijn posten die naar hun aard voor rekening komen van [bedrijf 3] als eigenaar en verkoper van de auto. Zij staan daarmee in een te ver verwijderd verband met de gedraging van [gedaagde] waarop haar aansprakelijkheid rust, te weten het leveren van een gebrekkige revisiemotor aan [eiser] . Daarbij overweegt de rechtbank dat [eiser] met het overleggen van de verkoopfactuur van [bedrijf 3] van 22 augustus 2022 (voor € 33.950,00) en de verkoopfactuur [bedrijf 3] van 25 juli 2023 (voor € 29.500,00) ook onvoldoende heeft onderbouwd dat de voor [bedrijf 3] verstreken tijd tot het opnieuw kunnen verkopen van de auto volledig te wijten is aan de door [gedaagde] geleverde gebrekkige revisiemotor. Uit de factuur van [bedrijf 3] maakt de rechtbank op dat de vervangende motor al in de eerste helft van december 2022 is geplaatst. Het is niet gesteld of gebleken dat de auto toen al minder waard was. De verkoopfactuur van ruim een half jaar later is daartoe niet voldoende.