Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de akte van [eiser in conv] van 26 maart 2025.
2.De verdere beoordeling
- het plaatsingsbesluit van 7 maart 2013 voor de functie van junior accountmanager is ingetrokken nadat de gemeente door de bedrijfsarts in kennis was gesteld van zijn medische beperkingen,
- hij in 2013 zonder werk betaald thuis zat omdat er bij de gemeente geen passende arbeid voorhanden was en dat in dat kader is afgesproken dat hij zich niet ziek behoefde te melden en dat de bestaande situatie kon worden gezien als werktijd, waarbij wel is afgesproken dat hij zijn wettelijk verplichte verlof zou opnemen, zodat geen stuwmeer aan verlofdagen zou ontstaan,
- de gemeente in april 2014 niet langer de intentie had om hem te herplaatsen, aangezien zijn leidinggevende aanstuurde op een IVA-traject, waarvoor eerst een herplaatsingsonderzoek moest plaatsvinden,
- in dat kader in november 2014 het MEAC-traject is gestart om te onderzoeken of er binnen de gemeente herplaatsingsmogelijkheden waren en dat het MEAC hem dringend heeft geadviseerd om af te zien van een terugkeer bij de gemeente in welke functie dan ook,
- daarna op advies van het MEAC pre-mediation heeft plaatsgevonden tussen hem en de gemeente om een oplossing buiten de gemeente te verkennen en de gemeente die mediation eenzijdig heeft beëindigd op 10 december 2015,
- de gemeente het van-werk-naar-werk-traject weer heeft hervat en hem in februari 2016 heeft geconfronteerd met twee opties, die allebei voor hem medisch gezien niet haalbaar waren, en
- hij daarna in maart 2016 de bijstand van [gedaagde in conv] heeft ingeroepen.
- het ziektebeeld van [eiser in conv] vanaf 2009 in erge mate is verslechterd en dat dat is veroorzaakt door het niet meewerken aan zijn re-integratie door de gemeente, het stelselmatig in de wind slaan van medische adviezen door de gemeente, het vervallen van zijn functie in 2011, de boven formatief verklaring en het herplaatsingsbeleid van de gemeente,
- deze houding van de gemeente dusdanige impact heeft gehad en stress heeft opgeleverd, dat [eiser in conv] zich daarom op 8 april 2010 heeft moeten ziekmelden en niet goed herstelde omdat de gemeente geen duidelijkheid gaf over zijn toekomstperspectief,
- het MEAC [eiser in conv] heeft geadviseerd geen werkzaamheden meer te verrichten voor de gemeente omdat de gemeente hem zieker maakte en op geen enkele wijze meewerkte aan zijn re-integratie dan wel herstel,
- [eiser in conv] sinds 2008 vele projecten heeft aangedragen en op vele vacatures binnen de gemeente heeft gesolliciteerd, maar dat de gemeente hem blijkbaar in geen van de gevallen een geschikte kandidaat vond,
- [eiser in conv], gelet op zijn chronische MS, niet inziet hoe de gemeente hem begin 2016 de twee opties kon bieden, die geen recht deden aan de voorgeschiedenis, waarbij de gemeente koerste op een IVA-traject.
10 september 2025verwijzen voor uitlating door beide partijen of zij tot een regeling zijn gekomen. Indien partijen niet tot een regeling zijn gekomen, dient [eiser in conv] zich op die rolzitting uit te laten over hetgeen hiervoor in 2.24 en 2.29 is overwogen, waarna [gedaagde in conv] daarop nog zal mogen reageren.
3.De beslissing
woensdag 10 september 2025voor het nemen van een akte door beide partijen over of zij tot een regeling zijn gekomen (zie 2.36), dan wel, indien partijen niet tot een regeling zijn gekomen, voor het nemen van een akte door [eiser in conv] over wat is vermeld onder 2.24 en 2.29, waarna [gedaagde in conv] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,