[verwerende partij] voert verweer tegen de vordering van [eiseres] . Tegen die achtergrond vordert hij in reconventie bij vonnis:
I. primair dat het huurrecht van de huurwoning van partijen aan het adres [adres] aan [verwerende partij] wordt toegewezen en dat bepaald wordt dat hij vanaf datum vonnis huurder is van die woning;
II. primair en subsidiair [eiseres] te bevelen de woning te verlaten binnen 48 uur na datum en tijdstip van betekening van het te wijzen vonnis bij gebreke waarvan zij door [verwerende partij] uit de woning kan worden verwijderd met behulp van de sterke arm der wet en [eiseres] te bevelen zich binnen 48 uur na datum en tijdstip van betekening van het te wijzen vonnis uit te schrijven uit de gemeentelijke basisadministratie van het adres van de woning, bij gebreke waarvan het vonnis in de plaats zal treden van de toestemming/handtekening van [eiseres] voor uitschrijving van haar uit het BRP-adres [adres] , op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat [eiseres] in gebreke blijft met voldoening daarvan, met een maximum van
€ 5.000,00;
III. op grond van artikel 438 Rv de door [eiseres] opgeëiste dwangsommen van
€ 3.100,00 dan wel € 5.000,00 op basis van het vonnis van 26 augustus 2024 vervallen te verklaren en te verklaren dat [verwerende partij] de door [eiseres] opgeëiste dwangsommen niet is verschuldigd;
IV. primair te bepalen dat [eiseres] aan [verwerende partij] een bedrag van € 5.199,00 dient te betalen ter zake de verdeling van de inboedel van partijen en subsidiair te bepalen dat de man gerechtigd is tot de helft van de inboedel in goede justitie door de rechtbank vast te stellen dan wel op basis van een nog bij de rechtbank aan te leveren inboedellijst;
V. primair te bepalen dat [eiseres] aan [verwerende partij] een bedrag van € 3.000,00 ter zake niet ontvangen persoonlijke spullen en werkspullen van [verwerende partij] dient te betalen, subsidiair te bepalen dat [eiseres] de navolgende zaken aan [verwerende partij] dient af te geven binnen 3 dagen na betekening van het te wijzen vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per (gedeelte van een) dag dat [eiseres] afgifte van de onderstaande spullen weigert met een maximum van € 3.000,00:
a. auto beeldjes collectie van vader van [verwerende partij] ;
b. voetbalboekencollectie van vader van [verwerende partij] , privé fotoalbums;
c. privékleding, schoenen, Kickboks spullen;
d. grote doos bewaarde winter werkkleding;
e. festool delta driehoek schuurmachine;
f. festool plus excentrische schuurmachine;
g. festool stofzuiger;
h. Rupes houtrot frees;
i. twee stellingkasten;
j. Wienese trap 5 treden;
k. Wienese trap 3 treden.
VI. Indien het huurrecht van de woning definitief aan [eiseres] zal worden toegewezen, te bepalen dat [eiseres] aan [verwerende partij] een bedrag van € 10.385,00 dient te betalen dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag ter zake de door [verwerende partij] verrichte werkzaamheden dan wel verrichte investeringen ten aanzien van de woning,
Met compensatie van de proceskosten in conventie en in reconventie tussen partijen in die zin dat iedere partij zijn/haar eigen proceskosten draagt.